De verborgen agenda van de Antwerpse satirische website ’t Scheldt

© GF

De opgepakte ‘medewerker’ bij de huiszoekingen bij ’t Scheldt is mediaondernemer Gert Van Mol. Zelf beweert hij alleen een lezer van de satirische website te zijn. Alle mailverkeer dat in het bezit is van Knack wijst erop dat hij zowel de eigenaar als de auteur is.

In de ochtend van donderdag 22 april voerde het parket van Antwerpen huiszoekingen uit op adressen gelinkt aan de satirische website ’t Scheldt. Computers en gsm’s werden in beslag genomen en ‘een medewerker’ werd meegenomen voor verhoor. Een dag later beschuldigde ’t Scheldt de Mechelse onderzoeksrechter Theo Byl van machtsmisbruik en een intimiderende interventie in opdracht van de Open VLD.

In een persmededeling liet het parket weten het onderzoek op eigen initiatief te voeren. Het kwam er na ‘racistische opmerkingen op nieuwssites en sociale media aan het adres van Zelfa Madhloum’. In een reeks artikelen van vorige zomer werd de woordvoerster van Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert op de korrel genomen. Er werden uit de context gerukte foto’s geplaatst en er volgde een stroom van haat- en dreigberichten aan het adres van Madhloum.

Volgens ’t Scheldt wilde onderzoeksrechter Byl met zijn inval de bronnen van de opgepakte ‘medewerker’ en ‘oud-journalist’ achterhalen. Het Antwerpse parket is naar eigen zeggen op zoek naar de auteurs van de met pseudoniemen ondertekende artikels. ‘De site werkt zonder verantwoordelijke uitgever. Een doorgedreven onderzoek met huiszoekingen is dan noodzakelijk, omdat er bewust anonimiteit gecreëerd wordt waarachter verdachten zich verschuilen.’

Al het negatieve over mij komt van Maurice De Velder. Hij neemt wraak op mij.

Gert Van Mol

Op 17 september 2020 schreef De Morgen dat alles erop wees dat ’t Scheldt eigendom is van Gert Van Mol, mediaondernemer’ en ‘socialemedia-expert’. Van Mol ontkende, ook al registreerde hij de domeinnaam tscheldt.be via de door zijn bedrijf Groep G overgenomen Nederlandse vennootschap Cordiet BV. ‘De website staat op mijn servers, meer niet’, beweerde hij.

De ‘oud-journalist’ die op donderdag 22 april door de politie van zijn bed gelicht werd, is dezelfde Gert Van Mol. Volgens ’t Scheldt verzorgt deze ‘medewerker’ enkel ‘de IT’. Mailverkeer in het bezit van Knack schetst een ander beeld. Van Mol komt naar voren als overnemer, auteur, coördinator en afsluiter en verbreker van contracten. Zo stelde hij op 19 januari 2020 een bij ’t Scheldt in ongenade gevallen cartoonist in gebreke voor het ’ten onrechte’ gebruiken van een door de tekenaar zelf verzonnen figuurtje. Op 28 maart 2019 sloot hij nog ‘een mediadeal’ met diezelfde cartoonist.

Overname

’t Scheldt werd in 1995 als ‘vrank, vrij, christelijk en Diets’ satirisch weekblad opgericht door Bert Murrath. Het werd vooral verspreid via fax en voer een extreemrechtse koers. Medewerkers schreven onder pseudoniemen. Zowat de enige die onder eigen naam schreef, was Karel Anthonissen, ex-directeur van de Bijzondere Belastinginspectie. Als verantwoordelijk uitgever werd Murrath een paar keer voor laster veroordeeld. In hoger beroep werden die veroordelingen telkens tenietgedaan omdat het volgens de rechters om persmisdrijven ging, die voor het hof van assisen moesten verschijnen.

Op 30 juni 2018 stierf Bert Murrath. Volgens Anthonissen sprak hij kort voor zijn dood de wens uit dat zijn werk voortgezet zou worden door Gert Van Mol. Zoon Wouter Murrath regelde een maand later de overname van ‘de archieven van ’t Scheldt‘. Per mail sprak hij op 30 juli 2018 af om ‘alle digitale materialen’ via WeTransfer naar Van Mols privémailadres te sturen. Van Mol schreef dat hij voor de opslag van het papieren archief bij Shurgard een hangar had gehuurd. ‘Daar hebben we 30 verhuisdozen klaarstaan voor het geval er onverwachts snel gehandeld moet worden.’ Van Mol vroeg ook een medewerkerslijst. ‘Dat zou ons geweldig vooruithelpen.’

Niet lang na Van Mols overname van ’t Scheldt verschenen verschillende artikelreeksen over onder anderen ondernemer Maurice De Velder, politicus Egbert Lachaert en CD&V-woordvoerder Steffen Van Roosbroeck. Ze waren ondertekend door onder meer Ben de Zwijger, Faustus of De Ziel.

Op 16 januari 2019 liet Van Mol een aantal medewerkers jubelend weten dat ‘meer dan 3000 bezoekers de website bezochten. Een verdriedubbeling van het gemiddelde aantal.’ Onder de medewerkers: een ex-hoofdredacteur van een populair weekblad en een ex-bestuurslid van een journalistenvereniging. Aanleiding voor de explosie van het bezoekersaantal was volgens Van Mol een onder pseudoniem verschenen artikel van zijn hand over ‘verrijking en fraude bij Proximus’. Hoofdpersonage en schurk van dienst in het stuk was Proximus-topman ‘Rapaille B’.

Vendetta

Gert Van Mol richtte in 1990 The Publishing Company (TPC) op, met het magazine Teek als vlaggenschip. In september 2000 verkocht hij Teek aan De Vrije Pers, eigendom van de later wegens fraude veroordeelde zakenman Maurice De Velder. Volgens Van Mol bedroeg de verkochte oplage 30.000 exemplaren, in werkelijkheid waren het er 14.000. De rest van het zieltogende TPC werd overgenomen door wijlen Hedwig Dethée, een zakenpartner van De Velder. Niet lang na de overname vroeg Dethée het faillissement van TPC aan. Op 24 december 2018 publiceerde Faustus op ’t Scheldt zijn eerste artikel in een lange reeks over ‘de gevallen mediamagnaat Maurice De Velder’.

Gert Van Mol
Gert Van Mol© Jan Van der Perre

Van Mol werd in 2002 VIP Program Manager bij The Wall Street Journal Europe (WSJ). In 2011 volgde zijn ontslag nadat hij in opspraak was gekomen over het kunstmatig opkrikken van de Europese oplage van WSJ. De advocaat van WSJ in die zaak was Egbert Lachaert. Op 19 mei 2020 schreef De Ziel op ’t Scheldt een eerste artikel over ‘Lachaert de leugenaar’ waarin hij putte uit de ervaringen met Lachaert ‘van een bediende die nog nooit een ontslag had meegemaakt’.

In september 2011 kruisten de paden van Van Mol en De Velder elkaar opnieuw. Van Mol werd ceo van Life!TV, een digitale zender van Think Media. Begin 2013 kondigde hij de start aan van Club 41, het eerste betalende pornokanaal van Vlaanderen. Een paar maanden later werd hij door De Velder aan de deur gezet. Hij werd opgevolgd door Bernard Rapaille.

In oktober 2017 ging Van Mol via zijn Groep G aan de slag als socialemedia-expert voor de CD&V. Een halfjaar later berichtte Knack dat 10.000 likes op de Facebook-pagina van de CD&V van Indiase clickfarms afkomstig waren. Het idee was van Van Mol en hij werd ontslagen. De ontdekker van het bedrog was CD&V-woordvoerder Steffen Van Roosbroeck. Een jaar later begonnen Hoofdredacteur, De Ziel, Faustus, De Redactie en Ben de Zwijger met een vendetta tegen hem.

Van Mol reageert

‘Ik heb geen idee waarom Karel Anthonissen zegt dat Bert Murrath mij als zijn opvolger zag’, reageert Gert Van Mol. ‘Ik ben niet de overnemer van ’t Scheldt, ben niet in het bezit van de archieven en schrijf er niet voor. Ik lees ’t Scheldt wel eens, maar 99 procent van de mensen die door de mangel gehaald worden, ken ik niet. Zelfa Madhloum, bijvoorbeeld, heb ik nooit ontmoet.’

Ook niet op dinsdag 27 april, toen Van Mol moest voorkomen op een kort geding waarin Madhloum en haar man de verwijdering eisten van artikels met hun persoonlijke gegevens? Van Mol: ‘Toen zag ik haar voor het eerst. Steffen Van Roosbroeck ken ik ook niet, bij de CD&V liep veel volk rond. Egbert Lachaert? Nooit ontmoet. Maurice De Velder ken ik wel. Al het negatieve over mij komt van hem. Hij neemt wraak op mij.’ Schreef Van Mol het artikel over Rapaille en ‘de verrijking en fraude bij Proximus’? ‘Nee.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content