Bert Bultinck
‘De toekomst is aan de burgemeesters die zorgen voor hun burgers en niet voor hun eigen profilering’
‘Het is een zegen dat de gemeenteraadsverkiezingen niet gekaapt zijn door één dominant federaal thema’, schrijft Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck.
Zou het gaan over de luchtkwaliteit? De energievoorziening? Misschien de late naweeën van de terreuraanslag? De angst voor de islam? Of toch gewoon migratie? De laatste weken werd er druk gespeculeerd over welk nationaal thema de stembusgang van 14 oktober zou beheersen. De Hasseltse politicoloog Johan Ackaert legde deze zomer in Knack nog uit hoe de vorige gemeenteraadsverkiezingen in een ‘nationaal frame’ gevat werden: ‘De campagne ging niet om lokale thema’s. Met name de N-VA gebruikte ze als een nationale testcase voor haar oppositie tegen de regering-Di Rupo.’ Zes jaar later begint de herinnering aan Di Rupo te vervagen. Wat is vandaag de inzet van de gemeenteraadsverkiezingen?
De toekomst is aan de burgemeesters die zorgen voor hun burgers en niet voor hun eigen profilering.
Een eerste vaststelling: het is de laatste weken niet de héle tijd over migratie gegaan, terwijl dat thema zeker in 2015 en 2016 de gemoederen beheerste. In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen werden we gewaarschuwd voor een moddercampagne, en die hebben we helaas ook gekregen, maar behalve de stijlloosheid van het debat blijft het moeilijk om uit de afgelopen maanden één grondtoon aan te wijzen. De discussie over de transmigranten, waarin ook burgemeesters met snelwegparkings zich niet onbetuigd lieten, was zeker belangrijk maar blies de andere thema’s niet weg. Zonder enige twijfel maken we ons nog altijd zorgen over het ‘continent zonder grens’. Maar als politiek wingewest – als een manier om níéuwe stemmen binnen te halen in vergelijking met vorige stembusrondes, bijvoorbeeld uit het centrum – lijkt het niet meer de jackpot die het ooit was.
Tegelijk is het ook niet zo dat er alleen maar over luchtkwaliteit of energievoorziening werd gebakkeleid. Dat was vooral de afgelopen week het geval. Het onwaarschijnlijke mismanagement van onze energiebevoorrading kwam plots weer in beeld toen berichten over stijgende prijzen nog maar eens samenvielen met paniek over een winter zonder elektriciteit – toeval, uiteraard. Maar dat malgoverno valt op het conto van zowat elke grote beleidspartij van de afgelopen vijftien jaar te schrijven, wat de politieke angel er een beetje uit haalde. Het indrukwekkende burgeronderzoek naar de luchtkwaliteit in Vlaamse gemeenten en steden legde dit weekend in De Standaard pijnlijke verschillen tussen Antwerpen (slecht) en Gent (een stuk beter) bloot. Dat is een factor van belang, zeker in het licht van de cynische reactie van Antwerpse bestuurslui die dat verschil enkele weken geleden nog met uitgestreken gezicht ontkenden. Maar of dat de kiesstrijd definitief zal doen kantelen? De beslissende strijd – de strijd waarin het er niet over gaat om op alle punten gelijk te halen, maar wel om je eigen thema’s dominant te maken – kent vooralsnog geen duidelijke winnaar. De ‘ hearts and minds‘ van de Vlaming zijn in de aanloop naar 14/10 niet voor één gat te vangen.
Behalve de stijlloosheid van het debat blijft het moeilijk om uit de afgelopen maanden één grondtoon aan te wijzen.
Dat is een goeie zaak. Machthebbers die beweren ‘niet ideologisch’ te besturen, verdienen scepsis. Het was bizar om in het recente verleden socialistische burgemeesters te zien die het liefst zo weinig mogelijk met hun socialisme werden geassocieerd. Maar vandaag lijken we soms in het omgekeerde scenario te zijn beland: een strijd waarin álles ideologisch wordt opgeladen, wat al eens de simpele, voor de hand liggende oplossingen in de weg staat, van minder auto’s in het centrum tot een doortastende aanpak van de drugsproblematiek, waarbij de grote jongens worden aangepakt en drugsgebruik wordt gedecriminaliseerd. De overkapping van de Antwerpse Oosterweelverbinding schittert als unieke uitzondering – als er genoeg geld zal zijn, tenminste, om die mooie maar nogal dure belofte waar te maken.
Het was de betreurde Amerikaanse politicoloog Benjamin Barber die een paar jaar geleden de onderstroom vatte en de toekomst in de handen van burgemeesters legde. ‘Burgemeesters zijn probleemoplossers’, zei hij in Knack. ‘De opdracht van een burgemeester is niet een ideologie te vertegenwoordigen of een natie en etniciteit te dienen.’ Twee weken terug kondigde burgemeester Rahm Emanuel van Chicago aan dat hij een boek aan het schrijven is – titel: The Nation City: Why Mayors Run the World– met een gelijklopende pragmatische boodschap: vandaag is het niet het federale niveau dat de verandering stuurt, maar zijn de steden de plekken waar concrete vooruitgang geboekt wordt. In dat licht is het een zegen dat de gemeenteraadsverkiezingen niet gekaapt zijn door één dominant federaal thema. De toekomst is aan de burgemeesters die zorgen voor hun burgers in plaats van voor hun eigen profilering.
Verkiezingen 2018
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier