De ruk naar links in Wallonië: PS en Ecolo zijn zegezeker

© ID
Han Renard

Franstalig België gaat op 26 mei linksom, zoveel is zeker. ‘De straat heeft de inhoud van de campagne bepaald.’

De kans lijkt klein dat er in Wallonië na 26 mei opnieuw een centrumrechtse regering met MR en CDH komt. De scheidende Waalse regering onder leiding van Willy Borsus (MR), die maar anderhalf jaar heeft kunnen besturen, beschikt niet meer over een meerderheid sinds een misnoegd MR-parlementslid naar de kleine scheurpartij Listes Destexhe is overgelopen. In de peilingen gaat zowel de MR, die een grote kater aan het federale avontuur met de N-VA dreigt over te houden, als het CDH (zwaar) in het rood.

Op verkiezingsavond zal in Wallonië uiteraard vooral worden uitgekeken naar welke partij de grootste wordt, want die partij komt het initiatief toe om een regering te vormen. In de peilingen ligt de PS, ondanks groot voorspeld verlies ten opzichte van 2014, nog steeds op kop. Maar dat Ecolo, met een voorspelde winst van 10 à 15 procentpunten, de grote winnaar van de verkiezingen aan Franstalige kant wordt, staat in de sterren geschreven. In 2014 nog behaalden de groenen een zo beroerd resultaat – 8,5 procent in Wallonië – dat de toenmalige voorzitters Emily Hoyos en Olivier Deleuze ontslag namen.

Ecolo is het referentiepunt waartegenover alle partijen hun positie bepalen. Een beetje zoals de N-VA in Vlaanderen.

Francis Van de Woestyne, La Libre

‘Ook daarom is Ecolo aan Franstalige kant, een beetje zoals de N-VA in Vlaanderen, de te kloppen partij, het referentiepunt waartegenover alle andere partijen positie moeten innemen’, zegt Francis Van de Woestyne, politiek commentator van de krant La Libre. ‘Zeker voor de MR, die bij de gemeenteraadsverkiezingen veel kiezers aan Ecolo heeft verloren, is Ecolo hét doelwit geworden. Al kun je je afvragen of het nog iets uitmaakt. Bij twee verkiezingen kort na elkaar, zoals nu het geval is, plegen de tweede verkiezingen de resultaten van de eerste nog te versterken, zei Gérard Deprez (liberaal politicus, nu Europees Parlementslid, nvdr) altijd. Hij zou weleens gelijk kunnen krijgen.’

Gele hesjes

Nu de federale en regionale verkiezingen samenvallen, krijgt het regionale niveau duidelijk minder aandacht in de campagne. Het is opvallend hoe weinig echt Waalse thema’s de Franstalige partijen aansnijden en hoe ze vooral campagne voeren rond sociale zekerheid, belastingen, justitie en het klimaat – allemaal grotendeels federale bevoegdheden. Zeker de PS legt haast exclusief de nadruk op haar federale kernthema’s, zoals het handhaven van een sterke sociale zekerheid, en hogere lonen, pensioenen en uitkeringen. Dat mag ook niet verbazen. Het fenomeen van de Franse gele hesjes heeft in Wallonië veel navolging gekregen en een gevoelige snaar geraakt. Veel Walen komen moeilijk rond of leven in armoede. Volgens het Iweps, het Waalse instituut voor statistiek, leeft 1 op de 4 Walen onder de armoederisicodrempel (tegenover 1 op de 10 Vlamingen) en groeit 16,2 procent van de kinderen op in een gezin waar niemand werkt (tegenover 7,3 procent in Vlaanderen).

‘Meestal zetten politici tijdens de campagne zelf prioriteiten op de agenda’, zegt Jean Faniel, directeur van het sociaal-politieke onderzoeksinstituut Crisp. ‘Ditmaal was het omgekeerd en heeft de straat, met name de gele hesjes en de klimaatbetogers, grotendeels de inhoud van de campagne bepaald.’

Met thema’s als koopkracht en klimaat kunnen de linkse Franstalige partijen sowieso beter aan de slag dan de liberalen van de MR, aldus Faniel. ‘De MR blijft voor nogal wat Walen nog altijd de partij van de rijken, de werkgevers en de renteniers. Ze heeft het lastig om zich een geloofwaardig sociaal imago aan te meten. Premier Michel kan dan wel beweren dat de taxshift de koopkracht van de mensen heeft verhoogd, veel Waalse kiezers merken daar niets van. En ook met het klimaat ligt de MR in de knoop.’

Wilde weldoeners

Over asiel en migratie – het thema waarover nota bene de federale regering viel en dat in Vlaanderen zo sterk de gemoederen beroert – en over het hele identitaire vraagstuk blijft het in Wallonië opvallend stil. Alleen kleine rechtse en extreemrechtse Franstalige partijtjes tappen uit dat vaatje, voorlopig zonder veel succes.

Wel ontpoppen de grote Franstalige partijen zich in deze campagne tot kwistige weldoeners. ‘De vrijgevigheid lijkt grenzeloos’, zegt politiek commentator Van de Woestyne. ‘Dat is natuurlijk klassiek in verkiezingscampagnes, maar het heeft er ditmaal ook mee te maken dat de extreemlinkse PTB – in de peilingen goed voor 10 à 15 procent – sterk aanwezig is in de Franstalige media en het publieke debat. Welnu, de PTB, die overigens allerminst van plan is mee te besturen, belooft ongeveer alles gratis te maken: openbaar vervoer, geneeskunde, kinderopvang, school… Zeker de PS wil daar niet voor onderdoen. En dus beloven de socialisten ook deels gratis openbaar vervoer en gratis schoolmaaltijden, een minimumpensioen van 1500 euro, een 32 urenweek zonder loonverlies, enzovoort.’

De luchthaven van Charleroi. Een zeldzaam Waals lichtpuntje.
De luchthaven van Charleroi. Een zeldzaam Waals lichtpuntje.© ID

De andere partijen lijden overigens aan hetzelfde euvel. ‘De MR belooft een belastinghervorming ten bedrage van 9 miljard euro, Ecolo belooft het groene paradijs door de verlaging van de btw op lokale en biologische producten en door mega-investeringen in woningisolatie en het openbaar vervoer. Maar niemand zegt waar het geld vandaan moet komen’, besluit Van de Woestyne.

Rad voor ogen

Het broodnodige sociaal-economische herstel van Wallonië lijkt dan weer meer een campagnethema in Vlaanderen dan in Wallonië. Of het nu gaat over de werkloosheidscijfers, de economische groei, de buitenlandse investeringen of de export, Wallonië blijft ver achterop bij Vlaanderen. Maar de Franstalige partijen doen er in de campagne het zwijgen toe. ‘Het is materie waarmee de traditionele Franstalige partijen worstelen’, legt Jean Faniel van het Crisp uit. ‘De Waalse regering van MR en CDH heeft te kort bestuurd om echt resultaat te boeken. De PS is dan weer, weliswaar met wisselende coalitiepartners, haast onafgebroken aan de macht geweest in Wallonië, en is dus mee verantwoordelijk voor de moeilijkheden. Maar de weinige politici die de economische situatie van Wallonië in deze campagne centraal stellen, zoals het Luikse PS-kopstuk Jean-Claude Marcourt, die de volgende Waalse minister-president wil worden, benadrukken wel dat er de komende vijf jaar echt schot in de zaak moet komen. Het worden immers de laatste vijf jaar waarin de nationale solidariteitsmechanismen voluit werken. Nadien, vanaf 2025, zal Wallonië het elk jaar met 60 miljoen euro minder moeten doen.’

Veel waarnemers zullen betogen dat Wallonië economisch aan de beterende hand is, maar dat het herstel moeizaam en traag verloopt. Of ze zullen, zoals Jean-Claude Marcourt, benadrukken dat Vlaanderen in Europees verband een absolute topregio is en daarom moeilijk bij te benen.

Maar het idee dat het glas op zijn minst halfvol is, deugt van geen kanten, vindt ondernemer en auteur Jean-Yves Huwart. Hij schreef verschillende boeken over Wallonië, waaronder het onlangs verschenen Pourquoi la Wallonie ne se redresse pas? Récit de quinze années de tentatives vaines. Daarin schetst hij een vernietigend beeld van de Waalse politieke klasse en het economische herstelbeleid van de afgelopen vijftien jaar.

‘Tot 2007 verkeerde Wallonië in een staat van totale ontkenning. Ik herinner me nog dat Waals minister-president Robert Collignon (PS) op televisie kwam verkondigen: “Wallonië doet het nu even goed als Vlaanderen!”‘ zegt Jean-Yves Huwart. ‘In het begin van de jaren 2000 zijn Waalse politici eindelijk beginnen toe te geven dat dat niet klopt. Er is toen een plan voor het economische herstel van Wallonië opgesteld. Eerst was er het Contrat d’Avenir, later is het Marshallplan gekomen. Vijftien jaar later blijven de resultaten uit en draait men zich nog altijd een rad voor de ogen. Het gaat beter met Wallonië, beweren politici, maar dat klopt niet. Het Marshallplan had als doel de werkgelegenheidsgraad naar 70 procent te brengen. Vandaag zitten we niet eens aan 64 procent, een toename met amper 1 procentpunt in twaalf jaar tijd. De economische groei lag in Wallonië tussen 2002 en 2015 bijna elk jaar lager dan in Vlaanderen.’

Ook op het vlak van de werkloosheid zijn de verschillen groot: die bedraagt 13,2 procent in Wallonië tegenover 6,1 procent in Vlaanderen.

Huwart hekelt een soort omerta bij de Waalse stakeholders, een wijdverspreide weigering om de problemen te benoemen. ‘Alle betrokkenen, niet alleen de politieke partijen maar ook bijvoorbeeld de Waalse werkgeversorganisaties, hebben er kennelijk belang bij om de fictie in stand te houden dat Wallonië herstellende is, al was het maar om het moreel van de Walen niet te kraken.’

De MR blijft voor nogal wat Walen nog altijd de partij van de rijken, de werkgevers en de renteniers.

Natuurlijk zijn er lichtpuntjes. Waals-Brabant is de rijkste provincie van België. De luchthavens van Charleroi en Luik en de industriezones eromheen zijn grote successen. Maar het is te weinig, vindt Huwart, en de balans is negatief. Een van de oorzaken is volgens Huwart het feit dat niemand in Wallonië het algemene belang voor ogen houdt. ‘Krijgt Charleroi een euro, dan moet Luik er ook één krijgen. Er is geen gecoördineerde economische strategie voor het grondgebied in zijn geheel. Ook de hardnekkige subsidiecultuur, met ministers die de eigen streek bevoordelen, is funest.’

Journalist Francis Van de Woestyne is genuanceerder in zijn oordeel. ‘Het gaat niet snel genoeg, dat klopt, maar de werkloosheid daalt in Wallonië bijvoorbeeld nu al twee jaar op rij. Of neem de Waalse biotechnologie: absolute wereldtop. Het beeld dat Jan Jambon schetst van luie Walen in een hangmat, klopt allang niet meer. Je merkt het ook aan steden zoals Luik, Namen en zelfs Charleroi. Die bloeien op en er is een nieuwe economische dynamiek.’

Olijfboom

Afgaande op de peilingen zal de ideologische afstand tussen een overwegend rechts stemmend Vlaanderen en een overwegend links stemmend Wallonië na 26 mei alleen maar groeien in vergelijking met 2014. De PS lijkt ook het Publifin-schandaal – het zoveelste in een lange reeks – te boven te komen en schommelt in de laatste peiling van La Libre rond de 25 procent; Ecolo zit aan 22 procent in de peilingen. Hoogstwaarschijnlijk zullen de PS en Ecolo dus de centrale as van de volgende Waalse regering vormen, eventueel aangevuld met het CDH (een zogenoemde Olijfboomcoalitie) of de MR (zeker als die formule ook federaal haalbaar zou blijken).

‘Het is moeilijk denkbaar dat Ecolo zonder de PS in een Waalse regering stapt’, zegt Van de Woestyne. ‘Met de PS en de PTB in de oppositie dreigt de partij dan constant uit linkse hoek onder vuur te worden genomen. Daarom lijkt een Jamaicaanse – of Naamse – coalitie van Ecolo, MR en CDH weinig waarschijnlijk.’

De Franse Gemeenschapsregering wordt doorgaans parallel met de Waalse regering gevormd, met dezelfde coalitiepartners. Daar wordt het vooral uitkijken of de nieuwe meerderheid het net goedgekeurde Pacte d’Excellence, een omvattend hervormingsplan vanaf 2020 voor het noodlijdende Franstalige onderwijs, zal handhaven. De MR is namelijk een uitgesproken tegenstander van een brede eerste graad tot vijftien jaar.

Binnen de PS zou alleen voorzitter Elio Di Rupo, die nog altijd droomt van een triomfantelijke terugkeer naar Wetstraat 16, geneigd zijn de regionale regeringsformaties te laten afhangen van de federale regeringsvorming. ‘Maar binnen de partij zal er grote druk worden uitgeoefend op Di Rupo om na 26 mei in de gewesten snel met Ecolo de zaak te beklinken, aangevuld met een derde coalitiepartner waar nodig, ongeacht wat er federaal gebeurt’, zegt Nicolas De Decker, politiek journalist bij Le Vif.

Bij de PS leeft de overtuiging dat de partij, door het verwachte verlies van de MR, er straks op federaal niveau opnieuw bij is, maar het algemene gevoel in Franstalig België is dat de samenstelling van de volgende federale regering in de eerste plaats door de uitslag in Vlaanderen zal worden bepaald. Met de N-VA, of kan die partij worden omzeild? En zo ja, zijn de andere Vlaamse partijen bereid toe te treden tot een federale regering die in Vlaanderen niet over een meerderheid zou beschikken?

Ook met een voortzetting van de Zweedse coalitie, eventueel aangevuld met het CDH, wordt in Franstalig België rekening gehouden. Maar dan zal het zieltogende CDH van kersvers partijvoorzitter Maxime Prévot, dat in deze campagne nauwelijks uit de verf komt, de schade moeten zien te beperken.

Wie na 26 mei in Wallonië aan het roer komt, staat voor een aartsmoeilijke opgave: Wallonië er eindelijk economisch blijvend bovenop helpen, door de ondernemerszin aan te wakkeren, de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, de publieke structuren te ontvetten en het Waalse zelfvertrouwen op te krikken. Niet alleen de toekomst van Wallonië hangt ervan af, maar mogelijk ook de toekomst van het land.

Brussel, cowboystad

De volgende Brusselse regering staat voor de zware taak de leefbaarheid op zowat alle vlakken aanzienlijk te verbeteren.

Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS): nul charisma, degelijk bestuurder.
Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS): nul charisma, degelijk bestuurder.© ID

Is Brussel nu, met de woorden van Donald Trump, een hellhole of is het het nieuwe Berlijn, zoals The New York Times schreef? De waarheid ligt allicht in het midden, maar er is werk aan de winkel. Of het nu gaat om onderwijs, huisvesting, mobiliteit, schone lucht, diversiteit, veiligheid, openbare netheid, armoede of werkloosheid, er is geen maatschappelijke uitdaging te bedenken of Brussel wordt er in verhevigde vorm mee geconfronteerd. En dat Brussel een notoir ingewikkeld bestuurlijk kluwen vormt, maakt het er niet makkelijker op.

Er waren dramatische gebeurtenissen en politieke moeilijkheden: de terreuraanslagen, de mislukte poging van toenmalig CDH-voorzitter Benoît Lutgen om de Brusselse regering te vloeren,… Toch is het algemene gevoel dat de vorige Brusselse regering van minister-president Rudi Vervoort (PS) behoorlijk werk heeft geleverd. De vraag is of dat voldoende is. Zo is de Brusselse jeugdwerkloosheid weliswaar sterk afgenomen, maar de algemene werkloosheidsgraad bedraagt toch nog altijd 15,7 procent. Een op de drie Brusselaars leeft onder de armoedegrens. Ondanks investeringen in het openbaar vervoer en nieuwe fietspaden is de mobiliteit een almaar grotere ramp: Brussel is één verkeersopstopping, waar het voor fietsers en voetgangers onaangenaam toeven is. Tal van burgerbewegingen hebben dan ook geprobeerd om de verkeersveiligheid op de politieke agenda te krijgen. Met verkeersveiligheid in Brussel is het namelijk zoals met openbare netheid en met veiligheid tout court: van een handhavingsbeleid is nauwelijks sprake. Brussel blijft in vele opzichten, in de woorden van Brussels minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A), ‘een cowboystad’.

Vervoort III

Aan Franstalige kant wordt de strijd om het politieke leiderschap, die gaat tussen de PS en Ecolo, dé inzet van de Brusselse gewestverkiezingen. Ecolo zorgde voor een groene stunt bij de gemeenteraadsverkiezingen. Verwacht wordt dat de groenen dat nummertje op 26 mei nog eens zullen overdoen. Maar het staat te bezien of de winst van de Franstalige groenen groot genoeg zal zijn om de Brusselse socialisten van de troon te stoten. Als de PS haar eerste plaats behoudt, wat waarnemers goed mogelijk achten, wordt Rudi Vervoort voor de derde keer op rij Brussels minister-president. Dat kan vreemd lijken, want Vervoort heeft nul charisma en communiceert dramatisch slecht. Maar de man geldt als een degelijk bestuurder die een regeringsploeg bij elkaar kan houden. Er wordt gefluisterd dat een akkoord tussen de PS, Ecolo en Défi zo goed als beklonken is. De MR dreigt er dus wederom niet aan te pas te komen in het ooit zo liberale Brussel.

Aan Nederlandstalige kant wordt het uitkijken naar de score van de N-VA, die het goed doet in de peilingen. Als de N-VA de grootste Vlaamse partij wordt, kan de Brusselse regeringsvorming nog spannend worden.

Partner Content