Mark Van de Voorde
De rauwe klank van het woord ‘zelfbeschikking’
Het woord zelfbeschikking dreigt een heel rauwe klank te krijgen.
België is heel even wereldnieuws geworden. Zo vaak komt dat niet voor. Het moet al van de zaak-Vangheluwe of misschien zelfs van de zaak-Dutroux geleden zijn dat de hele wereldpers de landnaam Belgium wist te spellen. Dat waren ten andere geen onderwerpen waar een land zijn blazoen mee oppoetst. Ook nu weer niet eigenlijk, alhoewel de Belgische media het nieuws met grote fierheid hadden gemeld: kijk hoe progressief we zijn, weer een sprong voorwaarts.
Behalve in Nederland, partner in crime op het vlak van de begeleide dood, werd de Belgische primeur over de hele wereld met afgrijnzen onthaald. Want die sprong voorwaarts die België had gezet, was een sprong “in de ravijn van de dood” (om psalm 23 te parafraseren). Het betrof de euthanasie op samenwonende tweelingbroers van in de veertig die doof geboren waren maar nu dreigden ook blind te worden.
Ze waren niet terminaal ziek, maar meenden niet langer te kunnen leven als ze elkaar niet meer zouden zien. Volgens de Belgische euthanasiewet voldeden ze niet aan de vereisten. De versregel van Willem Elsschot – “tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren” – geldt in België blijkbaar niet voor euthanasie. De broers hadden nog wel andere fysieke klachten en zonder euthanasie werd het zelfdoding, verdedigt de omgeving zich.
Zo komen we geen eind verder natuurlijk. Zoals elke keer dat de men uitpakt met een nieuw schrijnend verhaal om een uitbreiding van de wet te eisen. De pers jubelt, de goegemeente knikt begripvol en Vrouwe Justitia doet de blinddoek om.
Toen, inmiddels vele jaren geleden, België zijn euthanasiewet kreeg in navolging van Nederland dat als Gidsland België ertoe aanzette om ook Modelstaat te worden inzake nieuwe ethiek, wezen de tegenstanders van zo’n wet op het gevaar van het hellend vlak. Dat was larie, riposteerde de euthanasielobby. Strikte voorwaarden moesten het kader tekenen waarbinnen iemand zijn wil tot sterven kon beantwoord krijgen. Daar zou het dan bij blijven.
De drukinkt van de wet was nog niet droog, of de vraag om uitbreiding van de voorwaarden dwarrelde al tussen de drukregels van de kranten. Sindsdien hield het niet op: psychische patiënten, dementerenden, kinderen… Telkens voorafgegaan door de presentatie van een geval op de televisie. De graad van helling wordt steeds groter.
Die nieuwe gevallen werden nog niet legaal, maar worden door een stortvloed van woorden omkranst, zodat geen mens de bezwarende vinger durft op te steken. “Als je de verglijding onder de huidige wet vaststelt, is er geen nieuwe nodig”, schreef advocaat Fernand Keuleneer op Facebook.
Wie er toch probeert op te wijzen dat het niet wettelijk is en misschien ook niet helemaal ethisch correct, is meteen tegen de vooruitgang. Alsof de dood een handje helpen zonder meer vooruitgang is. In een vroeger opiniestuk heb ik mij al eens afgevraagd waar die hoerastemming over euthanasie vandaan komt.
Die verbeten ijver moet, schreef ik toen, een dieperliggende reden hebben dan het vermijden van lijden. Ik noemde het de obsessie met de dood, als irrationele reactie op de angst voor de dood en de onmacht om de eindigheid van het aardse bestaan te aanvaarden. Maar er is meer.
Als ik er dieper over nadenk, dan krijgt het begrip zelfbeschikking een heel rauwe klank. In onze samenleving beschikken de meeste mensen heel weinig over zichzelf. Ze hangen met duizenden draden vast aan de beslissingen van andere mensen en van instanties.
Bovendien laten de meesten hun zogenaamde eigen beslissingen vooral afhangen van de mode, de tijdsgeest en de waan van de dag (tot in het stemhokje toe). De onderstroom van de samenleving – door sommigen verkeerdelijk ‘grondstroom’ genoemd – wil nog al eens van koers veranderen.
Alle retoriek over ratio, verlichting en vrijheid ten spijt is de westerse mens nog nooit zo’n kuddedier geweest als vandaag. Maar in tegenstelling tot vroeger heeft hij – terecht – een mensbeeld van het eigenstandige, reflecterende individu. Maar dat krijgt hij niet voor mekaar in zijn leven. De mogelijkheid van euthanasie maakt hem wijs dat hij dat gebrek aan zelfstandigheid kan compenseren door bij de dood revanche te nemen. Eindelijk vrij! En dan de aftiteling: The End.
Misschien is het dus ook geen wonder dat kleine landen, zoals Nederland en België, pionieren in euthanasie. Ook zij zijn voor hun politieke en economische leven zo afhankelijk van de grote broers, dat ze dan maar wat de dood betreft het voortouw nemen. Maar hierdoor denkt de rest van de wereld misschien wel hetzelfde als wat eertijds Het Goede Doel zong: “Ik heb getwijfeld over België.” Van de weeromstuit vinden wij de rest van de wereld dan weer achterlijk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier