Michel Maus
‘De politiek moet terug naar de essentie van fiscale rechtvaardigheid’
Na het zomerakkoord laaien de debatten over fiscale rechtvaardigheid hoog op. Volgens Michel Maus, advocaat en professor Fiscaal Recht aan de Vrij Universiteit Brussel, moet de politiek zich terug richten op wat deze fiscale rechtvaardigheid werkelijk betekent.
Na weken vol spanning is de regering er in geslaagd om een akkoord te bereiken rond de begroting en socio-economische hervormingen. En op het eerste gezicht mag het akkoord worden gezien. Het minste wat men kan zeggen is dat de regering verdienstelijke pogingen heeft ondernomen om structurele maatregelen te nemen om de economie en de werkgelegenheid terug een boost te geven. Maar tussen de euforie van het akkoord door moeten we natuurlijk ook kritisch durven kijken naar de genomen maatregelen en de effecten ervan.
Aristoteles en distributieve rechtvaardigheid
In de politieke debatten die op het akkoord volgden, blijkt dat de klemtoon op de ‘fiscale rechtvaardigheid’ ligt. Daarbij verwijten de oppositiepartijen de regering dat de rijkentaks op effectenrekeningen slechts een schaamlapbelasting is, die van grote vermogens slechts een minieme bijdrage zal vragen, hetgeen door de regering uiteraard ten stelligste wordt ontkend. De debatten leveren mooi politiek vuurwerk op, maar het valt op dat niemand van onze politici de moeite doet om eens uit te leggen wat dat begrip nu eigenlijk omvat. Want ja, wat is dat nu ‘fiscale rechtvaardigheid’?
De politiek moet terug naar de essentie van fiscale rechtvaardigheid
Michel Maus, advocaat en professor Fiscaal Recht aan de VUB
In essentie is rechtvaardigheid een beginsel uit de Griekse filosofie dat stelt dat handelingen juist en eerlijk moeten zijn. In zijn Ethica Nicomachea omschrijft Aristoteles rechtvaardigheid als een deugd, die verschillende onderverdelingen kent. Eén daarvan is de distributieve rechtvaardigheid, dat betrekking heeft op het inzamelen en verdelen van alles wat er te verdelen valt over de leden van een bepaalde gemeenschap. Hierbij dient volgens Aristoteles het gelijke gelijk en het ongelijke ongelijk behandeld te worden. Voor een ongelijke inzameling en verdeling dient er een specifieke reden te zijn, zoals een proportionele beloning naar verdienste. Het is goed voor het debat om op deze klassieke visie terug te vallen.
De politieke discussie tussen links en rechts wordt nu quasi uitsluitend gevoerd rond de problematiek van de fiscale herverdeling tussen de ‘overbelaste werkenden’ en de ‘onderbelaste vermogenden’. En ja, de taxshift heeft reeds gezorgd voor een eerste bescheiden toenadering tussen het bekasten van arbeid en het belasten van vermogensinkomsten, maar er is op dat vlak nog verbetering mogelijk.
Onderlinge onrechtvaardigheid
Maar ook bij de ‘werkenden’ en bij de ‘vermogenden’ is er onderling heel veel fiscale onrechtvaardigheid merkbaar. Dat blijft merkwaardig genoeg buiten het politieke debat. Blijkbaar zorgt de link-rechtse politieke debatcultuur hier voor selectieve blindheid, terwijl net op dat vlak zeer veel fiscale verzuring aanwezig is.
De voorbeelden zijn legio. Wat is de rationele verantwoording om het toekennen van een bedrijfswagen bij de werknemers gunstig te belasten en het toekennen van extra loon aan het volle pond te belasten? Waarom worden dividenden op aandelen die na 1 juli 2013 zijn gecreëerd aan 15% roerende voorheffing onderworpen en dividenden op aandelen van voor deze datum aan 30%? Hoe verklaart men dat meerwaarde op aandelen niet belast worden en meerwaarde op gebouwen en gronden wel? En last but not least, waarom is de rijkentaks op effectenrekeningen wel van toepassing op beursgenoteerde aandelen en zijn niet-beurgenoteerde aandelen van de heffing vrijgesteld?
We kunnen zo wel nog een tijdje doorgaan, want ook buiten de inkomstenbelastingen zijn tal van voorbeelden te vinden. Waarom worden aandelen van een familiale vennootschap aan 3% erfbelasting belast en lopen de tarieven voor het erven van een woning op tot 27%? Hoe komt het dat de verkeersbelasting voor een leasewagen, anders wordt berekend dan voor een zelf aangekochte wagen?
Fiscale beloning naar verdienste
Onze fiscaliteit is werkelijk volledig doorspekt met dergelijke voorbeelden en het zijn net deze unfaire behandelingen die verantwoordelijk zijn voor het globale gevoel van fiscale onrechtvaardigheid. Gevolg is fiscale verzuring, en daar moeten we van af. Betekent dit dan dat we iedereen altijd en overal gelijk moeten belasten? Uiteraard niet. Fiscale gunstregimes hebben een noodzakelijke functie, maar – om bij Aristoteles te blijven – moet het dan wel gaan om een proportionele fiscale beloning naar verdienste. Wie bijvoorbeeld de economie of de ecologie stimuleert, mag zeker een fiscaal cadeau krijgen. Maar gratuite gunstregimes, die los van enige maatschappelijke verdienste aan een groep van belastingplichtigen wordt toegekend, hebben geen plaats in een moderne en rechtvaardige fiscaliteit.
De huidige regering vindt van zichzelf dat ze progressie heeft gemaakt op het vlak van fiscale rechtvaardigheid. En akkoord, de taxshift heeft wel wat belastingdruk verschoven en ook de minimumbelasting voor vennootschappen uit het zomerakkoord is op dat vlak verdienstelijk. Maar al bij al heeft de regering ook gezorgd voor tal van nieuwe fiscale regimes, zoals de karaattaks, de flexijobs, de inkomsten uit deeleconomie, de effectenrekeningentaks, etc. die het doel van de fiscale rechtvaardigheid niet dienen. De Amerikaanse politicus en moralist Benjamin Franklin zei 300 jaar geleden: ‘Honesty is the best policy’. Geef de man eens ongelijk …
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier