De paringsdans tussen N-VA en PS gaat alle kanten uit
Zitten N-VA en PS binnenkort samen in een federale regering? De kans is enorm klein, maar volgens Jan Jambon (N-VA) niet onbestaande. PS-boegbeeld Paul Magnette doet dan weer de deur dicht, zelfs voor ‘honderd procent’. Toch schept zijn partijvoorzitter, Elio Di Rupo, amper klaarheid. En het is de oud-premier die de touwtjes in handen heeft.
Zet de ene de deur op een kier, dan gooit de andere die onmiddellijk dicht. Dat is, samengevat, de dynamiek tussen de (vooralsnog) twee grootste partijen van het land, N-VA en PS. Nu de verkiezingen dichterbij sluipen, klinken de vragen over toekomstige coalities steeds luider.
Daarbij weerklinkt steevast de vraag naar een mogelijke samenwerking tussen beide gezworen vijanden het luidst. Maar vreemd genoeg vertonen de antwoorden op die hypothetische vraag telkens andere klemtonen, die het voor de kiezers er allesbehalve makkelijker op maken.
Zo voegt Jan Jambon, kandidaat-premier voor N-VA, dinsdagochtend op RTBF een interessant element toe aan de discussie. Tot nu toe was het antwoord op een mogelijke samenwerking met de Franstalige socialisten telkens opnieuw het confederalisme. Is de PS niet incontournable, dan mag volgens N-VA het communautaire nog even in de diepvries ten dienste van een ‘Vlaams’ beleid op socio-economisch vlak.
Maar Jambon stelde zich bij de Franstalige openbare omroep iets gewilliger op. ‘Als ze veel van hun eisen laten vallen, dan kunnen we praten’, zei de gewezen vicepremier. Welke eisen de socialisten precies moeten laten varen is niet duidelijk, maar de boodschap is helder: zélfs zonder het confederalisme kan er een plaats zijn voor de PS.
Maar had zijn voorzitter Bart De Wever dan niet vooraf komaf gemaakt met dat scenario? In het debat dat De Tijd en L’Echo organiseerden tussen De Wever en Ecolo-voorzitter Jean-Marc Nollet beloofde hij dat hij ‘in geen duizend jaar’ met Ecolo en Di Rupo in een regering te treden.
Opvallend is evenwel dat N-VA nauwelijks nog spreekt over de PS op zich, maar meer en meer over het ‘Franstalig volksfront’, zoals De Tijd-commentator Rik Van Cauwelaert al analyseerde in Terzake. Daarmee doelen de Vlaams-nationalisten op een cluster tussen PS, Ecolo en PTB. ‘Als die partijen na de verkiezingen een volksfrontregering vormen in Wallonië, wat er volgens mij zit aan te komen, dan moeten we verstandig zijn en naar het confederalisme gaan’, zei De Wever voorafgaand aan het debat. Geïsoleerde uitspraken over de Franstalige socialisten worden schaarser. Dat N-VA in het Antwerpen van De Wever met de SP.A in zee ging, stelt de zaken op scherp.
Scherpe klauwen
Jambon voegt met zijn uitspraken in ieder geval een nieuw cachet toe aan de geruchtenmolen. Laat PS enkele van haar basisideeën varen, dan is ze welkom in de regering – al dan niet geleid door Jambon. In de N-VA-retoriek is Ecolo daarentegen fors geklommen op de ranking van te weren partijen. ‘De Franstalige groenen zijn nog erger dan de PS’, klinkt het.
Hoe dan ook lijken beide partijen in een soort haat-liefdeverhouding te zijn getreden. De fluwelen handschoen van de ene dag, verandert daags nadien in een scherpe klauw.
Maar zou PS dan echt bereid zijn om in zee te gaan met N-VA? Ook aan de overkant van de taalgrens zijn de signalen op z’n zachtst gezegd diffuus. Zo ligt op het moment dat Jambon de Franstalige kiezers te woord staat, een combattief Humo-interview met PS-boegbeeld Paul Magnette in de winkelrekken.
De boodschap van de Europese PS-lijsttrekker? ‘Wij stappen níét in een regering met N-VA. Ik sluit dat voor 100 procent uit.’ En zo is de deur al meteen gesloten. Het rest Magnette enkel nog om de sleutel weg te gooien.
Alhoewel. Ook hier is het signaal niet eenduidig. Natuurlijk is er sowieso een groot verschil tussen wat wordt gezegd tijdens de campagneperiode en wat volgt na verkiezingsdag. Ook de MR van Charles Michel zei niet te willen regeren met de partij van De Wever in 2014.
Maar belangrijker is dat Magnette de touwtjes niet in handen zal hebben na 26 mei. In ons land zijn het nog altijd de partijvoorzitters die regeringen maken of kraken. En die voorzitter heet Elio Di Rupo.
Ook bij de Henegouwse lijsttrekker gaan de veto’s alle kanten uit. ‘Mijn wens is om geen regering te vormen met N-VA’, klonk het begin deze maand in Le Soir. Nog scherper: ‘De volgende federale regering zal met N-VA zijn en zonder PS. Of met de PS en zonder N-VA.’
Maar die uitspraak verdient eveneens een korreltje zout. Zo hanteert Di Rupo al langer het discours dat hij N-VA niet op voorhand uitsluit. Eind vorig jaar zei hij in Terzake dat hij ‘een miljoen keer liever een regering ziet zonder N-VA’. Maar tegelijkertijd liet hij de deur open. ‘Ik zal nooit “nooit” zeggen, ik blijf voorzichtig.’ Twee maanden voordien zei bij de RTBF dat de PS ‘met iedereen spreekt’, van PVDA tot N-VA.
Di Rupo weet dan ook dat hij N-VA nodig zal hebben als hij zijn wens voor vers geld voor Wallonië wil waarmaken. In een interview met De Tijd begin deze maand legde hij zelfs de hervorming van de financieringswet op tafel. Die wet, die hij nota bene zelf mee opstelde, zorgt voor een gestage vermindering van de transfers van de federale inkomsten naar de regio’s.
Lees ook: Wil de PS wel zélf Wallonië uit de miserie helpen? p>
De PS-voorzitter liet zelfs een ballonnetje op om die geldverdeling mee afhankelijk te maken van de oppervlakte van de gewesten. Het idee werd snel afgeschoten, onder meer door CD&V-voorzitter Wouter Beke. Toch kan de piste van Di Rupo kan alleen maar bewaarheid worden met hulp van de grootste partij aan de overkant van de taalgrens. Die voorwaarde geldt trouwens ook voor het confederalisme van N-VA.
In ieder geval blijkt uit de uitspraken van de partijboegbeelden dat de rivalen op z’n zachtst gezegd in een opmerkelijke verhouding zitten – it’s complicated. Naarmate de campagne vordert, zullen de uitspraken met stijgende interesse onder de loep worden gehouden. Maar voorlopig blijkt uit alles dat de veto’s relatief zijn, de deur wel degelijk op een kier staat en dat de paringsdans alle kanten uit gaat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier