Ignace Demaerel
De nieuwe paus: plaatsbekleder van Christus of hondenjob?
De wereld wacht opnieuw op witte rook.
115 kardinalen trekken zich terug in conclaaf en zullen een nieuwe paus kiezen. En zoals gewoonlijk heeft iedereen hier weer zijn mening over, en worden deze lustig heen en weer gespuid. Zelfs de ergste papenvreters hebben plots een opinie over het wenselijke profiel van de nieuwe man die het Vaticaan doorheen de orkanen van deze tijd moet leiden.
Een schier onmogelijke taak, want hij moet een toptheoloog zijn én een topcommunicator, een groot visionair én een lankmoedige herder, een wereldleider én een topdiplomaat, een man van God en een man van de wereld. Hij moet aanvaardbaar zijn voor Oost en West, Noord en Zuid, voor oerconservatief en ultraprogressief, de taal spreken van jong en oud en alles daartussenin, hij moet zuiver tot op de graat zijn en tegelijk vol van begrip voor de ergste zondaars, hij moet de lat zeer hoog leggen, maar mag niemand (ver)oordelen, hij moet de wijsheid van Salomo combineren met de profetische gaven van Elia, het geloof van Abraham met de leiderscapaciteiten van koning David, hij moet mee zijn met de tijd zoals een twintigjarige en tegelijk de levenservaring hebben van een tachtigjarige, hij moet een man zijn die vele uren in gebed doorbrengt en tegelijk alle moderne evoluties op de voet volgt, hij moet omkunnen met de groten der aarde en tegelijk dicht bij de verschoppelingen staan… Tja, stel je eens voor dat ze zulke vacature uitschrijven, hoeveel kandidaten zullen hieraan voldoen?
Waarschijnlijk is de paus de meest bekritiseerde mens van deze aardbodem: gewoon het feit dat hij paus is, is al voldoende voor velen om hem te bespuwen. Hij lokt schijnbaar alleen extreme reacties uit: ofwel blinde gehoorzaamheid en verering, ofwel blinde haat en minachting, maar genuanceerde meningen hoor je bijna niet. Waarom eigenlijk? Wat triggert hij bij een aantal mensen? Ik las een tijd geleden een zeer merkwaardige commentaar van een Amerikaans evangelisch predikant op de paus, waarin hij zei: ‘De paus vertolkt de helderste morele stem in deze wereld’. Dit is een bijzonder positieve analyse voor een protestant, of niet? Wat hij bedoelde was: protestantse kerken zijn verdeeld, hebben onderling verschillende meningen over morele kwesties en geen enkele is groot genoeg om een stem te verheffen die de hele wereld hoort. Hij waardeerde dat de paus onversneden zijn mening gaf over ethische kwesties en hierin de christelijke basiswaarden bleef verkondigen zonder aan de druk van de tijdgeest toe te geven. En die druk van onze humanistische tijdgeest is bijzonder zwaar, zeker in de media. De paus is een geliefde schietschijf: de kleinste uitschuiver wordt genadeloos afgestraft en in de media breed uitgesmeerd. Zijn uitspraken worden uit de context gerukt, in een ander daglicht gesteld en dan tégen hem gehouden. Wat je persoonlijk ook over hem mag denken, de man verdient een eerlijk proces, en moet op zijn woorden en daden beoordeeld worden.
Natuurlijk zijn ook de ogen van de hele wereld op hem gericht, omdat hij zich opwerpt als dé vertegenwoordiger van het christendom (hoewel er ook vele andere christelijke kerken zijn). Titels zoals ‘plaatsbekleder van Christus op aarde’ en ‘onfeilbaar’, het zijn zeer hoge pretenties die hem ook tot schietschijf maken voor iedereen, wapenvergunning of niet. Wie zichzelf op een verhoog plaatst, mag tegenwind verwachten. Iemand mag een hoge pretentie hebben, maar moet ze dan ook kunnen waarmaken; de recente pedofilieschandalen maken pijnlijk duidelijk dat dit niet altijd de realiteit is. Ook vele katholieken vandaag zijn zeer ongelukkig met het dogma van de onfeilbaarheid (dat slechts in 1870 in de context van de katholieke restauratie werd gestemd), en vinden dat de Kerk zichzelf hiermee in de voet geschoten heeft. Laten we eerlijk zijn: hoeveel katholieken geloven dit nog écht, en nog sterker, léven hiernaar?
‘De paus is oerconservatief’, zegt men verder als algemene kritiek. OK, maar wat betekent dat? Zijn voorganger was even conservatief en toch vond iedereen hem veel sympathieker. De vraag is natuurlijk: ‘Wat is conservatief?’ Als je bent voor het behoud van de zeehondjes ben je progressief, als je bent voor het behoud van het ongeboren leven, ben je conservatief. Tja, ’t is maar hoe je het definieert. Sommigen geven blijkbaar meer om de dieren dan om de mensen. We leven in een tijd waarin ‘conservatief’ per definitie slecht is en ‘progressief’ per definitie goed. Hoe bizar is dat? ‘Change’ en ‘verandering’ zijn dé slogans die het goed doen in politieke campagnes, maar vraagt iemand zich af wát men gaat veranderen en in welke richting? En of verandering verbétering zal zijn? We kunnen in de wereldpolitiek en op lokaal vlak legio voorbeelden aanhalen van dingen die men beter nooit veranderd had, omdat ze alleen maar slechter werden. De wijsheid, voor iedereen en dus zeker voor de paus, is te weten wat men moet behouden en wat men moet veranderen.
Vele ‘moderne’ mensen zouden blij zijn met een paus die helemaal met de stroom van de tijd meegaat, abortus, euthanasie en het homohuwelijk goedkeurt… Kortom, iedereen zou wel een paus willen ‘naar zijn beeld en gelijkenis’: iemand die zegt wat wij graag willen horen, die onze oren kietelt en over ons bolletje aait. Dit is het verschil tussen een paus en een politicus: een paus moet geen populist zijn, omdat hij niet herverkozen moet worden. Hij hoeft niet te paaien en te vleien, niet mee te gaan met de neerwaartse spiraal en vercommercialisering die de politiek overal ter wereld kenmerkt.
Het zou absurd zijn om van de nieuwe paus te verwachten dat hij de basisfundamenten zal veranderen: de heiligheid van het leven, van het huwelijk… Als de paus dit zou aanpassen zou hij zichzelf tot een ketter maken, en het Woord van God verloochenen. Voor mij mag de paus geen millimeter toegeven in het verkondigen van de hoogste morele waarden die Jezus ons voorhoudt: we weten allemaal dat ze oneindig hoog zijn, menselijk gezien onbereikbaar, maar deze afschaffen is knibbelen aan het fundament zelf. Als hier water in de wijn wordt gedaan, is er op den duur geen wijn meer, alleen maar slappe aftreksels. Dan heeft het christendom het zuiverste wat ze heeft, verkwanseld, en verliest ze haar bestaansreden. Maar, wat minstens even cruciaal is, is dat de vertolking van deze absolute normen en de toepassing ervan wel zéér pastoraal moeten zijn, net zoals ook Jezus dat was: tegen de overspelige vrouw zei Hij eerst: ‘Ook Ik veroordeel u niet’, en daarna ‘Ga heen en zondig niet meer’. De zuivere combinatie van waarheid en liefde, van gerechtigheid en genade, het is een evenwichtsoefening op een dunne koord, echt acrobatenwerk. De hoogste normen voorhouden zonder oordelend vingertje of moreel superioriteitsgevoel, gecombineerd met de diepste nederigheid en eerlijkste vermogen tot zelfonderzoek, dat is de kunst!
En de kunst om onderscheid te maken tussen hoofdzaken en bijzaken is essentieel. In deze context kan je je afvragen of de plaats van de vrouw, het celibaat en het gebruik van voorbehoedsmiddelen werkelijk tot de kern van het geloof horen of latere, cultureel bepaalde, tradities zijn. Het boek van de huidige paus over Jezus was zeker een stap in de goede richting. Dit boek werd door vele protestanten ook erg gewaardeerd. Een paus die zich op de kern van het geloof richt, zal vele obstakels wegnemen in de toenadering met de andere christelijke kerken. Ook vele andere zaken mogen best wel veranderd en aangepast worden: zei Jezus zelf niet dat nieuwe wijn in nieuwe zakken moet? De uiterlijke vormen van eeuwen geleden zijn niet ‘heilig’, en niet alles wat oud is, is daarom goed. Er is al veel veranderd sinds Vaticaan II, maar dat dateert ook alweer van de jaren ’60, of niet?
Kortom, paus zijn in deze tijd is een onmogelijke taak, maar een troost voor de nieuwe man in Rome moge alvast de woorden van zijn Grote Baas in de hemel zijn: ‘Alles is mogelijk voor wie gelooft’ (Markus 9:23).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier