B Plus
‘De mobiliteitsknoop is een Belgisch probleem: tijd voor logische oplossingen’
Volgens Ludwig Vandenhove, voorzitter van B Plus is het hoog tijd voor een aantal logische oplossingen om de mobiliteitsknoop in België te ontwarren.
Wie durft nog ontkennen dat we met een echt mobiliteitsprobleem zitten? Er zijn de ellenlange files, er zijn de verkeersknopen rond de grote steden (zie onder andere Brussel en Antwerpen), er is de problematiek van de vliegroutes en de lawaaioverlast boven Zaventem, er is het openbaar vervoer, er zijn de nieuwe tendensen, zoals Uber en andere deelformules, milieuvriendelijke en zelfrijdende auto’s, er is de vergroening van de mobiliteit en er zijn de mogelijkheden van het vervoer over het water.
Mobiliteit is een maatschappelijk gegeven dat diverse beleidsdomeinen raakt zoals de negatieve macro-economische gevolgen met de te hoge kostprijs, de fiscaliteit, de klimaat- en leefmilieuproblematiek, de (verkeers)veiligheid, de levenskwaliteit en de volksgezondheid.
Het mobiliteitsprobleem doet zich voor in alle gemeenschappen en gewesten van België en is bijgevolg een nationaal probleem. Nog meer, het is zelfs voor een stuk een internationaal probleem.
Mobiliteit – opportuniteiten en problemen – eindigt niet aan de kunstmatige grenzen, die getrokken zijn door de opeenvolgende Belgische staatshervormingen. Het ligt dan ook voor de hand dat enkel een federale, nationale aanpak voor een voldoende oplossing kan zorgen.
De bedoeling zou moeten zijn om een globale visie uit te werken, waarbij de diverse overheden en stakeholders betrokken zijn. Er zou hierbij tot een werkbare formule moeten kunnen gekomen worden, waarin alle ideeën en suggesties aan bod kunnen komen.
Best kan er gestart worden met een regelmatig overleg tussen alle bevoegde Ministers op een permanente basis. Zij kunnen vervolgens bekijken hoe er best verder gewerkt worden om tot concrete resultaten te komen.
Moet dit snel gaan? Liefst wel, maar het moet vooral geïntegreerd gebeuren. Beter iets langer duren en concrete resultaten opleveren dan weer de één of de andere hoogmis met veel media-aandacht.
Moet er nog veel gestudeerd worden? Misschien wel, maar er moet vooral begonnen worden met alle studies, die inmiddels al gebeurd zijn door diverse instanties en organisaties langs elkaar te leggen en er de gemeenschappelijke punten uit te halen. Ook moet bekeken worden welk budget alle overheidsniveaus samen besteden aan mobiliteit en zou de oefening moeten gemaakt worden of dat geld niet efficiënter besteed kan worden.
We gaan niets wijzigen aan de bestaande staatsstructuur of aan de bestaande bevoegdheden, alles moet binnen het huidige kader gebeuren. Met voldoende gezond verstand en logisch denken, kan dat. Maar misschien hebben we dat verleerd in onze Belgische context, waar er telkens een nieuwe staatshervorming om de hoek loert. Elk overheidsniveau kan concrete acties blijven uitvoeren, die liefst zoveel mogelijk of volledig passen binnen die globaal uitgewerkte visie.
Mobiliteit heeft een enorme impact op het dagelijks leven. De burger heeft dan ook maar één bekommernis: alles zo efficiënt mogelijk laten verlopen, niet of België, Brussel, Ostbelgien, Wallonië of Vlaanderen dat organiseert.
Enkele cijfers: de files op de weg en de vertraging op het spoorwegennet leiden volgens de Organisatie van Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) tot een verlies van 2% van het bruto binnenlands product (BBP) in België.
Het vervoer is verantwoordelijk voor 22% van de uitstoot van broeikasgassen, alsook van plaatselijke verontreinigde emissies, die de luchtkwaliteit verslechteren.
Tegen 2030 verwacht het Federaal Planbureau een stijging van de vervoersvraag met 11% voor reizigers en met 44% voor de goederen.
Elke dag komen er nog meer auto’s in het verkeer. Dat wil dus zeggen dat alles nog meer gaat dichtslibben.
Misschien moeten we gaan kijken naar buitenlandse voorbeelden hoe daar het verkeers- en mobiliteitsprobleem aangepakt wordt. Bovendien zullen wij ons allemaal moeten aanpassen wat ons verplaatsingsgedrag betreft als onderdeel van de noodzakelijke inspanningen om het hoofd te bieden aan de CO2-problematiek.
Logische beslissingen dringen zich op. Geen onlogische politieke beslissingen, die het probleem enkel vergroten. Dus geen regionalisering van de spoorwegen, zoals N-VA’er Marc Descheemaecker bepleit, waarbij de NMBS in Wallonië fusioneert met de TEC, en in Vlaanderen dezelfde operatie met De Lijn.
Dat betekent ook: geen ‘Unie voor de Noordzee’, zoals Vlaams minister-president Geert Bourgeois al enkele keren bepleit heeft om de gevolgen van de Brexit voor Vlaanderen te beperken.
Of verder nog: geen specifiek rijexamen voor elk van de drie gewesten, zoals dat nu het geval is.
Wel een stap in de goeie richting zou bijvoorbeeld zijn om één ticketbeleid aan te houden voor alle vervoersmaatschappijen en een duidelijk mobiliteitsbudget in plaats van salariswagens, niet een halfslachtige oplossing, zoals de federale regering nu beslist heeft.
Indien er iets zou kunnen gedaan worden aan het mobiliteitsprobleem, zou dit goed zijn voor de algemene geloofwaardigheid van de politiek en weer minder mensen aanzetten om te pleiten voor een verdere federalisering van België. Een te simpele oplossing? Neen, helemaal niet. Aanpakken dat probleem. Mensen zijn niet bezig met de staatsstructuur, wel met dagelijkse problemen, zoals het mobiliteitsvraagstuk.
Ludwig Vandenhove isVoorzitter B Plus
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier