Willem-Frederik Schiltz (Open VLD)
‘De liberale democratie ligt niet op haar sterfbed, maar vervelt tot een nieuwe, verbeterde versie’
‘Het politiek bestel beleeft zijn ‘Uber’-moment’, vindt Vlaams parlementslid Willem-Frederik Schiltz (Open VLD). ‘De vrije keuzes en creativiteit waarmee burgers meerwaarde creëren in hun eigen en andere levens, willen ze ook gebruiken voor de publieke zaak.’
De perceptie leeft dat er iets fundamenteels mis is met hoe onze liberale democratie werkt. Het vertrouwen tussen burgers en politici brokkelt af. Zij, politici, luisteren niet naar ons, burgers. We hebben niets te zeggen. Ze begrijpen het niet. Hetzelfde gevoel leeft ook omgekeerd, van politici naar de burgers. Burgers kijken niet naar de feiten. Ze stemmen tegen hun belangen in. Ze begrijpen het niet. Alsof de politieke radio op de verkeerde frequentie staat.
De roep van onderuit om meer betrokkenheid en inspraak klinkt steeds luider. We moeten hiervoor ruimte creëren in ons politiek bestel. Open Vld trekt hier volop aan de kar. Burgerkabinet, burgerbegroting, en burgertop. Het behoort stilaan tot ons vast vocabularium. Steeds is het idee om zoveel mogelijk input van de burgers te verzamelen. Maar dit is slechts één kijk op burgerparticipatie. Het kan ook iets anders betekenen: burgers bepaalde publieke taken of diensten laten overnemen. Burgers écht in het bad trekken. Ze laten doen, in plaats van alleen maar praten.
‘De liberale democratie ligt niet op haar sterfbed, maar vervelt tot een nieuwe, verbeterde versie’
Een interessant experiment is ’the right to challenge’, ofwel het recht om uit te dagen. Het idee ontstond in 2011 in het Verenigd Koninkrijk onder de ‘Localism Act’ van toenmalig premier David Cameron. ‘Big Government’ kon niet langer alles zelf doen, en moest plaats ruimen voor de ‘Big Society’. Het recht om uit te dagen is één van de zogenaamde buurtrechten. Het is het recht van buurtgebonden (sociale) ondernemers en bewonersgroepen om lokale voorzieningen en taken van de gemeente over te nemen, wanneer zij denken dat het beter, anders of goedkoper kan. Burgers nemen zelf verantwoordelijkheid voor hun eigen leven en omgeving.
Het idee is ook overgewaaid naar Nederland, de ‘participatiesamenleving’ weet je wel. Vandaag experimenteren verschillende Nederlandse steden zoals Utrecht, Rotterdam, Tilburg en Waalwijk met het idee. Alles vertrekt vanuit het initiatief van burgers. ‘Bottom up’, van onderuit, vanuit hun betrokkenheid. De omwonenden zijn ontevreden over de werking van hun buurthuis of sporthal? Wel, de buurt daagt de gemeente uit en neemt zelf het beheer over. Ook groenonderhoud, in combinatie met moestuinen, zijn uitermate geschikt om de buurt in actie te brengen. Of dagbesteding of voedselvoorziening van ouderen, waarom niet? Maar ook: de gemeente wil een plaatselijke bibliotheek sluiten? Gemotiveerde lezers vragen om die zelf verder open te mogen houden.
Goedkoper, en beter?
De drijfveren zijn tweeledig. Ten eerste kostenefficiëntie. Dezelfde dienstverlening aanbieden, maar met minder geld. Iedere euro belastinggeld moet goed besteed worden. De overheid kan zelf minder gaan doen, of minder subsidies betalen aan het formele middenveld. Want vergis je niet, ook die ‘schaduwoverheid’ wordt uitgedaagd. Een lokaal kerntakendebat dus. Wat moet de overheid in handen houden, en wat niet? Ten tweede meer kwaliteit. Binnen hetzelfde budget een betere dienstverlening, met meer aandacht voor de lokale noden en wensen. Zelfredzaamheid wordt samenredzaamheid, met een sterke maatschappelijke meerwaarde. Geëngageerde burgers gaan samen aan de slag in hun buurt en gemeente.
‘Er zijn grenzen aan wat je aan vrijwilligers kan overlaten.’
Hoewel het idee eenvoudig lijkt, is de praktische uitwerking natuurlijk een hele uitdaging. Zo’n ‘challenge’ vergt niet alleen een draagvlak in de buurt, maar ook een stevige voorbereiding en ‘business plan’. De kwaliteit en continuïteit van de dienstverlening moeten immers gegarandeerd kunnen worden. Aanbestedingsregels blijven bestaan, ook voor gemotiveerde buurtbewoners. Hetzelfde geldt voor de verantwoording. Er zijn grenzen aan wat je aan vrijwilligers kan overlaten. De lokale overheid moet hier haar rol spelen door een duidelijk kader te scheppen waarbinnen burgers initiatieven kunnen nemen.
Meer dan alleen besparen
De experimenten uit het buitenland maken duidelijk dat het recht om uit te dagen alleen kan werken én motiveren als het meer is dan een botte besparingsoefening opgelegd door de overheid. Het moet om meer gaan dan de publieke dienstverlening afbouwen en afstoten, en burgers aan hun lot overlaten. De besparingen zijn een realiteit, maar het recht op uit te dagen dwingt vooral tot een grondige reflectie over de rol van de overheid en haar burgers. De tijd van de allesoverheersende Leviathan, die meent alles te weten en alles zelf te moeten doen, is definitief voorbij. De overheid als slimme regisseur faciliteert vooral een proces zodat de samenleving – burgers én ondernemers – zelf aan de slag kunnen.
Het recht om uit te dagen kan een aanzet zijn op lokaal niveau om af te stappen van de vele formalistische instellingen, regels en procedures. Een aanzet om af te kicken van de hardnekkige subsidieverslaving van het middenveld. Het geeft burgers regel- en ademruimte om zelf initiatieven te nemen. De overheid op haar beurt moet dit vooral mogelijk maken door meer los te laten. Haar burgers vertrouwen, en verantwoordelijkheid durven geven.
Burgerdemocratie 2.0
De onvrede bij burgers is niet zozeer toe te schrijven aan een falende liberale democratie, maar aan de ervaring dat bestaande instrumenten ontoereikend zijn geworden. Het politiek bestel beleeft zijn ‘Uber’-moment. De vrije keuzes en creativiteit waarmee burgers meerwaarde creëren in hun eigen en andere levens, willen ze ook gebruiken voor de publieke zaak. Ze kloppen op de deur van de politiek om meer te mogen participeren. Ze willen niet alleen mee praten, maar ook doen. Het is nu aan de overheid en de politieke partijen om die deur van binnenuit te openen. De tijd van experimenteren is volop aangebroken. Meer ruimte scheppen voor burgers en bedrijven. Ze willen hun toekomst mee vormgeven, in de plaats van te ondergaan. De liberale democratie ligt niet op haar sterfbed, maar vervelt tot een nieuwe, verbeterde versie dankzij de vele burgerinitiatieven. We moeten het alleen toelaten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier