Guido Lauwaert

De kaasschaaf van Antwerpen

Guido Lauwaert Opiniemaker

Het snoeien in de subsidiëring in de sociale sector zoals Bart De Wever wil in Antwerpen, is al even zinloos dan een driehoekige cirkel trachten te verklaren. En een voorbode van wat heel Vlaanderen te wachten staat.

Het was te verwachten en te voorzien dat de nieuwe Antwerpse burgemeester de sector zou aanpakken waarvan hij het minste weerstand verwacht. Ouderen, vluchtelingen, marginalen zijn sociaal belangrijk maar maatschappelijk asociaal. De pers en een handvol gewetensvolle politici mogen dan alle geschut uit de protestmolen halen, zolang De Wever niet raakt aan de stand van de gegoede burger zal hij er geen stem door verliezen, integendeel. Daarom dat hij zijn verklaring over de komende besparingen laat eindigen met de belofte dat er geen belastingsverhoging komt. De burgerij mag op twee oren slapen.

De methode van het Antwerps college, onder aanvoering van de zelfverkozen Christus van Vlaanderen, is tegelijk bot en scherp. Bot omdat ze hondsbrutaal is en scherp omdat de brave behoeftige gestraft wordt om zijn armoede. Natuurlijk is er misbruik in de zorgsector, maar die is slechts minimaal. Dat minimale is echter zo opgeblazen dat de burger braaf in zijn fauteuil blijft zitten, en knikt bij het lezen of horen van wat de welgestelde gemeenschap, waarvan hij deel uitmaakt, te wachten staat. Dat hij echter op een andere manier zal moeten bijpassen, bijvoorbeeld in de zorg van zijn oudere verwanten, en dus toch, via een sluipweg, meer belastingen zal moeten betalen, heeft hij nog niet door, want dat detail is onder de mat geveegd. Waar het geen stof oplevert die irritatie aan de luchtwegen veroorzaakt.

Wanneer gaat de welgestelde eens begrijpen dat de mat twee zijden heeft? Wie een mat gaat kopen kijkt niet alleen naar het prentje, maar ook naar het weefsel. En dat bevindt zich aan de onderzijde. Alfons De Ridder, alias Willem Elsschot, keek altijd onder de mat, want hij was niet alleen een groot tapijtverzamelaar, maar van nature achterdochtig. Altijd zocht hij naar de achterkant. Een mooi voorbeeld hiervan is te vinden in zijn roman Lijmen. Hij legt de grote oplichter Karel Boorman, namelijk in de mond hoe je je moet opstellen tegenover de burger en wat je over hem denkt: ‘Je praat er maar op los, zonder te luisteren naar wat zij zelf te vertellen hebben. Immers, hun confidenties hebben wij niet nodig, maar wel hun bestellingen. Zijn zij het met ons eens, des te beter. En zijn zij ’t niet met ons eens, dan kunnen wij het niet helpen.’

Hun ‘bestellingen’ slaat op alle punten van het maatschappelijk bestel en in dat opzicht ook op het zwakke punt van de vermeend welgestelde, zijn portemonnee. En de tactiek van de Verlosser en zijn discipelen is er een van de juiste wijze te vinden om te besparen. En die is gevonden. Door de makkelijkste weg te kiezen. Want wie naar de achterkant van de verklaring kijkt, vindt geen goedonderbouwde studie, maar de simpelste van de voordeligste. Simpelheid is de essentie van het populisme. Het huiswerk beperken tot het minimale. Wat minimaal is, is begrijpbaar voor 99% van de lagere burgerij. En uit dat genootschap put de NV-A zijn breed bakkes en scherpe tanden. Wat dat genootschap ook heeft, maar niet gebruikt, wegens gemakzucht.

De kleine burgerij wacht altijd op de grote leider, dat heeft de geschiedenis al ten overvloede aangetoond. Men hoeft niet verder te gaan dan 1933 om een bewijs van die stelling te vinden. Toen ook bleek de kaasschaaf na verloop van tijd een dunschiller te zijn. De burgerij begreep dat nog voor de Tweede Wereldoorlog goed en wel bezig was het laagje na laagje werd geschild, te beginnen met de hielen en dat gaandeweg het eigen mensenvlees werd opgeofferd aan de belangen van de partij die ze op de troon had gezet. De beschaving is er niet beschaafder op geworden, maar wel wijzer. Wel, dat staat de Antwerpse burgerij ook te wachten. In twee fasen. Tijdens de eerste legislatuur zal de zorgsector en de kunstwereld aangepakt worden, maar in de tweede is de bourgeoisie aan de beurt.

Weerwerk zal dan niet mogelijk zijn. Tijdens de eerste fase zal de kunstwereld niet alleen tot op het bot geschaafd worden maar ook geplunderd. De nieuwe beleidsmensen zullen uit de hogere klasse van de kunstwereld geplukt worden. Die met plezier de overstap zullen maken, ter bescherming van het eigen burgerlijk bestaan. Een pril begin is er al. Uit mijn Antwerpse vriendenkring zijn er al enkelen die de overstap hebben gemaakt. Het feit is er nu eenmaal dat er een natuurlijke wisselwerking is tussen het bedrijfsleven, de politieke wereld en de kunstsector, een natuurlijke wisselwerking die sterker is dan de logische. Wat zal resten in de kunstwereld is een middenlaag met een verzwakte en dus ongevaarlijke logica. In die hoek schuilt daarom geen gevaar van verdere plundering van de bevolking.

De aanpak van Bart De Wever is maar een proefperiode. Antwerpen is een testgebied. Legt de aanpak geen windeieren voor de NV-A, dan zal het prominent in beeld worden gebracht bij de volgende gemeenschapsverkiezingen. De peilingen gelovend, en ze zijn uit welke hoek ze ook komen haast eensluidend, met goed gevolg. Eenmaal Bart De Wever verkast van het Schoon Verdiep naar het Paleis op het plein van de Hemelse Martelaren, zal de kaasschaaf zich vermenigvuldigen tot er zoveel zijn als kiesgebieden. Maar allemaal zullen ze in de tweede legislatuur wederom een dunschiller blijken te zijn. En wie daartegen protesteert zal door Bart op de kiezer worden gewezen. ‘Het is niet onze schuld dat we bezuinigen,’zal hij zeggen, ‘maar van de mensen die ons hebben verkozen. Wij doen maar wat zij willen.’

Bart De Wever heeft een goede opvoeding gehad. Hij kent zijn klassieken. En weet dus dat hij de Romeinse weg moet volgen in plaats van de Griekse om zijn doel te bereiken. Zo bekeken is hij een cultuurbarbaar van het zuiverste soort. En een valse Verlosser. Want hij laat niet de kinderen – de zwakkeren in de maatschappij – tot zich komen, maar stoot ze af, en spoort iedere burger aan hetzelfde te doen. Dat de burger echter eenzelfde lot te wachten staat, heeft hij echter nog niet door. Want hij ziet niet dat het Bart De Wever en zijn entourage enkel om de pracht van de macht te doen is. Maar ooit krijgt hij het eigen deksel op de eigen neus. Wanneer de lagere burger inziet dat hij een slachtoffer is.

Het zal het begin zijn van de zinloosheid van het snoeien in de subsidiëring in de zorgsector. Helaas zal dat inzicht niet een uur duren, vrees ik, maar een generatie. Men moet eerst door de dunschiller ondervinden wat de andere door de kaasschaaf is aangedaan.

Guido Lauweart

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content