De jonge gezichten van de hongerstaking in de Begijnhofkerk: ‘Mijn droom is om mijn dromen te bevrijden’
Eind mei gingen gingen 430 mensen zonder papieren in de Brusselse Begijnhofkerk, de ULB en de VUB in hongerstaking. Hoeveel mensen jonger dan 26 daar tussen zitten, kan en wil de Unie van Mensen Zonder Papieren voor Regularisatie (USPR) niet meedelen omwille van de precaire situatie waarin ze zich bevinden. Journaliste Luka Van Royen slaagde erin een vertrouwensrelatie met enkele van hen uit te bouwen en geeft een gezicht en een stem aan het jonge verzet.
Op 31 januari van dit jaar besloot de USPR de Brusselse Begijnhofkerk te bezetten, nadat arbeiders zonder papieren hun werk en dus inkomen waren verloren als gevolg van de coronapandemie. Eind mei gingen 430 actievoerders uiteindelijk over tot een hongerstaking. Hoeveel jongeren er vandaag precies aanwezig zijn onder de hongerstakers blijft onduidelijk, maar dat het er heel wat zijn, is zeker.
Even terug naar de ochtend van 7 mei: Brussel ontwaakt na het opheffen van de avondklok. Het contrast tussen de toestand van de jongeren in de Begijnhofkerk en de situatie buiten is groot. In de kerk weten ze geen blijf met hun kopzorgen, die al maanden en jaren dezelfde zijn. Allen verlangen ze naar een leven zonder angst, waarin ze vrij kunnen werken en geld kunnen verdienen. Aan de andere kant van de deur viert de jeugd feest in de straten van Brussel. De sfeer is uitgelaten, de jongeren juichen om hun herwonnen vrijheid.
Intussen zijn we meer dan 50 dagen verder. In de media circuleren beelden van uitgemergelde actievoerders met dichtgenaaide monden. Sommigen van hen kwamen als minderjarige naar België en zijn hier nu vijf, tien of twintig jaar later, nog steeds. Ze proberen te overleven door informeel te werken in de horeca, bouw of schoonmaaksector, waar ze blootgesteld worden aan de risico’s op economische en psychische uitbuiting en de schending van hun mensenrechten. De jongeren onder hen zijn het meest kwetsbaar.
Er zijn al meer dan zes zelfmoordpogingen geweest.
Muriel Goncalves van Dokters van De Wereld.
Muriel Goncalves, woordvoerster van Dokters van De Wereld, bevestigt de kwetsbaarheid van de hongerstakers: ‘Ze zijn hopeloos. De organisaties die de hongerstakers ondersteunen zijn onderbemand en de regering blijft stil. We kunnen de mensen niet genoeg helpen op het vlak van hun mentale gezondheid. Meerdere keren per dag moeten er ambulances komen om de mensen te helpen met fysieke ongemakken en de gevolgen van de hongerstaking, maar velen zijn ondertussen te zwak om aan te geven dat ze ook nood hebben aan psychologische begeleiding. Er zijn al meer dan zes zelfmoordpogingen geweest. De stilte en uitzichtloosheid zetten mensen steeds vaker aan om van suïcidale gedachten effectief over te gaan tot de daad.’
Intussen hebben de actievoerders voor het grootste deel van de hulpverlening de deuren gesloten, tot er politieke beslissingen worden genomen over hun toekomst. De situatie wordt elke dag ondraaglijker, vertellen de hongerstakers me aan de telefoon. Vrijdag 16 juli gingen ze nog een stap verder: ze hebben al het flessenwater dat voor hen voorzien was, uit de kerk gezet en de deur weer dichtgetrokken. De dorststaking gaat door tot de overheid haar stilte doorbreekt.
Yassin (23), Marokko
Een aantal weken geleden bezoek ik de universiteitscampus van de ULB. Op de middag is het hier nog vrij stil. Aan de glazen wand van het gebouw hangen spandoeken: ‘Ici des travailleurs sans papiers en grève de la faim depuis 23 mai‘ en ‘Liberté, égalité, dignité‘ . De vloer ligt bezaaid met rijen en rijen matrassen. ‘De meeste jongeren zijn nog niet wakker,’ vertelt een van de actievoerders me. ”s Nachts kunnen ze niet slapen, ze liggen wakker van de zorgen.’
Yassine is pas om acht uur deze morgen in slaap gevallen. Hij werd al drie keer opgenomen in het ziekenhuis omdat hij gestopt is met eten. ‘Het is mijn enige middel om mijn stem te laten horen aan een dove regering,’ zegt hij. ‘Ik ben al vijftien kilogram vermagerd, maar dat is niet het ergste. Ik ben ook mijn moreel kompas kwijt.’
In tegenstelling tot veel andere hongerstakers heeft Yassine geen familie in België. ‘Deze bezetting kan zonder papieren eindigen. Dat zou een ramp zijn, want hier hebben we niet zes maanden voor afgezien. Ik heb geen werk meer, geen huis meer, geen familie. Als er geen oplossing komt, slaap ik straks op straat aan het station van Brussel-Zuid. Het zou niet de eerste keer zijn dat ik in de kou slaap. Met officiële papieren kan ik tenminste met zekerheid een kamer huren en mijn huur betalen.’
Charaf (25), Marokko
Ook Charaf heeft last van slaapproblemen. ‘Overdag zorg ik voor de anderen. Ik vertaal de gesprekken tussen de hongerstakers en de dokters, ga medicatie halen en begeleid mensen naar de dokter. Maar ’s nachts valt het me zwaar, dan kan ik niet slapen. Ik ben echt verdrietig. Het wachten op nieuws duurt nu wel heel lang.’
Het is zwaar voor hem om dag na dag de mentale en fysieke toestand van iedereen in de hongerstaking te zien. ‘Gisteren nog kreeg een hongerstaker te horen dat zijn vader is gestorven in Algerije. Hij stortte in want hij heeft geen papieren om naar de begrafenis te gaan.’
Charaf is ondertussen drie jaar in België. Hij kwam hier in de eerste plaats om zijn moeder bij te staan tijdens haar behandeling tegen kanker. ‘Ik kreeg een visum voor tien dagen. Ik besliste om toch langer bij haar te blijven omdat ze bleef aftakelen, maar kort daarna overleed ze. En nu heb ik de kracht niet om terug te keren naar haar leeg huis in Marokko.’
Charaf wil ook niet meer in Marokko leven, waar het gezondheidssysteem ontoereikend is. ‘De dokters daar hadden gezegd dat mijn moeder drie keer een kuur moest volgen voor ze een scan kreeg. Maar dat hielp niet. Toen we dat in België tegen de dokters vertelden zeiden die dat ze minstens zeven keer die medicatie had moeten nemen.’
Ondanks dat hij niet legaal kan werken, is hij toch dankbaar voor de ervaringen en kansen die hij hier al gekregen heeft. ‘Ik werkte onder andere in een restaurant. Daar verdiende ik maar 60 euro voor een shift van dertien uur. Het waren lange dagen waarin je enkel werkt, eet en slaapt.’ Ondertussen heeft Charaf een een gelijkwaardigheidserkenning gekregen voor zijn opleiding als elektrotechnicus. Hij hoopt met zijn vaardigheden aan de slag te kunnen gaan en bij te dragen aan de maatschappij.
Ahmed* (24), Marokko
Ahmed* viert deze week zijn 24ste verjaardag. Dat doet hij middenin de hongerstaking. ‘Ik heb familie in België, maar die wil me niet helpen. Daarom wil ik anoniem blijven. Het is een kwestie van mijn waardigheid behouden.’
In Marokko wilde Ahmed studeren, maar dat werd hem onmogelijk gemaakt. ‘Er was altijd wel iets. De examens werden zomaar afgelast of zonder mededeling op een andere campus georganiseerd. Het openbaar vervoer naar de campus reed onregelmatig en was duur. Een keer duwde de politie iemand uit het raam van een studentenhotel op de campus en werd het vermomd als zelfmoord. Als je in Marokko geen banden hebt met belangrijke mensen, geraak je nergens. Het is allemaal corruptie en vriendjespolitiek.’
Hij besloot om hier een nieuw leven op te bouwen, maar tot nu toe zonder succes. ‘Ik ben moe van deze hongerstaking,’ zegt hij. Na vijf jaar in België heeft hij geen geldige verblijfspapieren en het gebrek aan toekomstperspectief in combinatie met de stress en hongerstaking eisen hun tol. Dat geldt trouwens niet alleen voor Ahmed. De meeste hongerstakers zijn uitgeput. De organisatie Dokters van de Wereld, die actief is in de bezetting, deed al een oproep aan verpleegkundigen, kinesisten, psychologen en artsen om de bestaande ploegen op de drie sites te versterken.
Mohamed (23), Marokko
Later op de dag zijn ook de jongeren in de Begijnhofkerk wakker. Telkens belanden onze gesprekken weer op hun verlangen naar ware vrijheid en waardigheid, iets wat ze zowel in hun land van herkomst als hier niet lijken te vinden. ‘Marokko is een geweldig land,’ zegt Mohamed. ‘Prachtige natuur, prachtige mensen. We zijn in alles het beste, behalve in het respecteren van mensenrechten. We hebben geen vrijheid, er nauwelijks gelijkheid, de gezondheidszorg is erbarmelijk en het onderwijs is van laag niveau.’
Mohamed strijdt al bijna vijf jaar tegen lymfenklierkanker. In Marokko kon hij geen behandeling krijgen en dus kwam hij naar Europa omdat hij hoopte hier meer kans te maken op herstel. ‘Ik kreeg telkens een visum voor kort verblijf, voor de duur van mijn behandeling,’ zegt hij. ‘In de tussenperiodes werd ik verzocht terug te keren naar Marokko. Maar dat kon niet. Ik strijd vandaag mee voor een duurzaam verblijfsstatuut, niet een waarbij ik elke keer bang moet zijn om teruggestuurd te worden.’
Aymen (21), Algerije
Wanneer ik een week later arriveer aan de Begijnhofkerk zijn de deuren al een week gesloten. De hongerstakers besloten tijdelijk niemand binnen te laten. ‘De overheid sloot de deur voor onderhandelingen en komt maar niet met een oplossing. Dus wij sluiten de deur ook’, legde een woordvoerder van de USPR uit.
Aymen zit toevallig als enige op een bankje voor de kerk. Omdat hij astma heeft komt hij af en toe buiten een luchtje scheppen. Twee jaar geleden betaalde hij 3.000 euro aan een mensensmokkelaar om samen met tientallen mensen die hij niet kende, in rubberbootje vanuit Ghazaouet in het noorden van Algerije naar Europa te varen. Kletsnat spoelde hij aan op het strand van Almeria in Spanje, zonder geld of opvangnet.
Van daaruit liftte hij mee met drugssmokkelaars naar Marseille. Die zagen in hem vooral een makkelijke prooi: ze wilden hem inzetten als koerier, maar dat zag Aymen totaal niet zitten. ‘Ik heb veel gezien, en ik wil geen drugsgeld. Ik bleef even in Marseille, maar in die stad gelden maar twee mogelijkheden voor iemand zoals ik: in de drugshandel werken of honger lijden.’
In België wilde Aymen werk vinden. Het liefst op een legale manier, maar als het moest ook in de informele economie. Ik leg hem een paar cijfers voor. Onder andere dat van recent onderzoek van de Nationale Bank, dat aantoont aan dat niet-EU migratie voor een groei van 1,5 procent van het Belgische BBP zorgt. ‘Als wij legaal zouden kunnen werken, zou deze groei nog meer zijn,’ merkt Aymen droog op.
‘Natuurlijk was ik liever met een legaal visum naar hier gekomen, maar dat was onmogelijk. Enkel de elite kan dat. Je moet een huis op je naam moet hebben staan, 5.000 euro op je bankrekening hebben en hier een domicilie adres kunnen opgeven. Dat zijn criteria waar jongeren zoals ik, die zichzelf uit armoede willen halen door te werken, niet aan kunnen voldoen.’
Als mensen zeggen dat het absurd is om te willen sterven voor papieren, dan zeg ik: een deel van mij is toch al dood.
Aymen
Na zes maanden politieke bezetting weten de jongeren nog steeds niet wat er morgen zal gebeuren. ‘Mijn leven staat al te lang op pauze,’ zegt Aymen. ‘Het is mijn droom om mijn dromen te bevrijden. Vandaag ben ik niet eens meer vrij om te dromen over de toekomst. Eerlijk gezegd denk ik er nu zelfs al aan om terug te keren naar Algerije, al weet ik dat ik daar ook geen kansen zal krijgen.’
In Algerije wacht Aymen geen toekomst. ‘De buurt waar ik woonde was onleefbaar. Het geweld, de voortdurende dreiging: telkens als ik mijn appartement verliet, moest ik me bewapenen met een mes. Ik was bang voor mijn eigen leven.’
Zijn ouders konden hem niet beschermen. ‘Zij werken dag en nacht in het ziekenhuis. Met het loon dat ze verdienen kunnen we net het hoofd boven water houden.’
De laatste twee jaar heeft Aymen alles gezien en meegemaakt in Europa. ‘Ik heb niets meer te verliezen. Alles zou ik doen voor een eenvoudig leven hier. Een zoals dat van andere jongeren. Als ik geen papieren krijg, wordt het moeilijk, want iedereen hier zal tegelijk werk en een huis moeten zoeken…’
Aymen heeft hier geen familie die hij om hulp kan vragen. Aan vrienden vraagt hij dat liever ook niet. ‘Het is gewoon hoe ik ben, als persoon. Enkel mijn ouders zal ik om iets vragen, maar zij zijn hier niet. Zelfs al moet ik buiten op de grond slapen, ik zet mijn hongerstaking voort, tot ik iets in mijn handen heb. En als mensen zeggen dat het absurd is om te willen sterven voor papieren, dan zeg ik: een deel van mij is toch al dood.’
Ilyas (24), Marokko
Ilyas is naast hongerstaker ook verpleger in de Begijnhofkerk. Sinds het begin van de bezetting zet hij zich dag en nacht in voor de anderen. Hij kwam naar België om zijn studies af te ronden en zijn gezondheid op te volgen. ‘Ik heb diabetes type 1. De ziekte onder controle houden is onmogelijk voor mij in Marokko.’
Toen hij een medische regularisatie aanvroeg in België, werd hij geweigerd. ‘Ik voel me heel ongemakkelijk zonder papieren. Ik ben bang voor de politie. Waarom mag ik hier niet komen werken en doen waarvoor ik gestudeerd heb?’
Dienst Vreemdelingenzaken weigerde zijn aanvraag voor regularisatie omdat de nodige medicatie voor diabetes type 1 beschikbaar is in Marokko. ‘Ik zou elke maand een bloedtest moeten doen en dure medicatie kopen. De sociale zekerheid in Marokko is niet zoals hier. Ik kan dat niet maandelijks betalen.’
Zijn vader overleed lang geleden, waardoor hij op jonge leeftijd al een veel verantwoordelijkheid kreeg. De hongerstaking heeft grote gevolgen voor hem. ‘Ik werd een week lang opgenomen in het ziekenhuis. Ook psychisch zijn er ondraaglijke dagen. Mijn suikerspiegel steeg soms tot 550 mg/dl (een suikerspiegel is te hoog vanaf 200 mg/dl, nvdr.), mijn arts in het ziekenhuis heeft mij contact gebracht met een psycholoog.’
Ondanks zijn situatie zit hij niet stil. ‘Ik volgde een opleiding informatica, een basiscursus Nederlands en behaalde een reddersopleiding bij de Rode Halve Maan.’ Al die vaardigheden kan hij hier niet gebruiken zolang hij geen verblijfsvergunning heeft. ‘Ik geef niet op. Ik blijf écht in de kerk tot de regering met een oplossing komt.’
Mohamed (21), Rif-Republiek
Mohamed voert mee actie in de kerk, maar besliste na een maand om zijn hongerstaking te stoppen. Hij kon de uitzichtloosheid van de situatie niet meer aan. ‘Na een bezetting van 150 dagen was er nog steeds geen duidelijk antwoord of oplossing. Elke dag word je wakker met stress in diezelfde kerk. Het enige wat je kunt doen is wachten. Het is moordend voor je mentale gezondheid. De drang om terug te werken en betekenis te geven aan mijn leven werd ondraaglijk. Ik ben dan maar opnieuw op zoek gegaan naar werk zonder vergunning.’
Anderhalf jaar verblijft Mohamed nu in België en hij wil niet langer als onbestaand beschouwd worden. ‘Ik kan geen goed appartement huren, geen auto kopen, zelfs niet vrij rondwandelen zonder zorgen. Ik kwam naar Europa om mijn familie te helpen. In Marokko was dat onmogelijk. Als je maar om de twee maanden een week kunt werken kun je niet genoeg verdienen om te overleven. Waar ik woonde zijn er geen kansen voor jonge mensen.’
Na vijf maanden bezetting zakt de moed hem in de schoenen. ‘Sammy Mahdi kan misschien wel vragen om te stoppen met de hongerstaking, maar daar verandert mijn situatie niet door. Hij biedt geen oplossing aan en ik blijf gewoon vastzitten in deze situatie waar ik al vijf maanden tegen strijd. Elke dag ga ik slapen met dezelfde zorgen waar ik mee wakker ben geworden.’
Mohamed* (19), Marokko
Mohamed* kwam naar België toen hij nog maar 15 jaar oud was. ‘Na meer dan 50 dagen is de situatie zowel fysiek als mentaal uitputtend, maar ook gewoon gevaarlijk,’ zegt hij. ‘Ik heb zeer weinig energie. Het is moeilijk om te praten. Maar ik kan wel zeggen dat ik trots ben om hier te zijn en samen te vechten voor mensenrechten. Ik wil ook positief blijven, ook al kan ik momenteel mijn studies niet afmaken en heb ik maar heel weinig toegang tot informatie. Zoals iedereen hier heb ik maar een droom, een wens: een leven leiden zoals iedereen.’
Mohammed Amine (16), Marokko
Mohammed Amine is een van de jongsten in de kerk. Hij doet niet mee aan de hongerstaking en verblijft momenteel alleen thuis omdat zijn moeder, Nadya, wel meedoet. Beiden maken zich zorgen om elkaar. Dankzij de bezetting durft Mohammed voor het eerst in zijn leven te dromen over zijn toekomst. ‘Ik leerde nieuwe mensen kennen in de kerk en ik ontdekte de fotografie. Nu is het zomervakantie, en verveel ik me wel. Mijn vrienden gaan bijna allemaal op reis, maar dat kan ik niet.’
Toch blijft hij positief. ‘Ik heb het gevoel dat het bijna gedaan is. We zijn nu voorbij de 50 dagen. Ik heb zoveel geleerd hier. Voor de bezetting voelde ik me verloren. Ik zag mijn moeder amper, omdat ze twee jobs combineert om rond te komen.’
Vier jaar geleden vluchtte Mohamed Amine samen met zijn moeder weg uit Marokko na jaren van huiselijk geweld toegebracht door haar echtgenoot, die politieagent is in de stad waar ze vandaan komen. Telkens wanneer zijn moeder een klacht wilde indienen, dreigde haar intussen ex-man dat ze haar zoon nooit meer zou terugzien. Bij haar aankomst in Marokko, toen ze een humanitaire regularisatieprocedure wilde opstarten, werd haar bewijsmateriaal gevraagd. ‘Dat had ze niet,’ zegt Mohamed Amine. ‘Omdat ze in Marokko uit schrik om me kwijt te geraken, nooit naar het ziekenhuis of politiekantoor is gegaan. Het was een kwestie van sterven of vluchten. En we hebben voor het tweede gekozen.’
*Namen met een sterretje zijn schuilnamen om de anonimiteit van de jongeren te bewaren.
Door Luka Van Royen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier