‘Politici zijn er na bijna twee jaar in geslaagd om van iets dat vrij rechtlijnig en logisch is, iets gigantisch complex en polariserends te maken’, schrijft psychiater Athena Beckers over het politieke compromis van de coronabarometer.
Twee jaar en vijf golven later: de geboorte van de coronabarometer. Een kleurrijk vormgegeven instrument dat dynamisch zou mee evolueren met “de cijfers”. Een rechtlijnig denkend persoon zou zich hier bijna iets concreets en duidelijks bij kunnen voorstellen. Slechte cijfers code rood, verstrengingen. Goede cijfers code geel, versoepelingen. Eindelijk voorspelbaarheid.
De gloednieuwe coronabarometer is weer zo’n typisch Belgisch compromis.
Nu ja, in feite was het simpel. Er circuleert een erg besmettelijk virus. Wie zich ziek voelt blijft thuis. Wie in nauw contact geweest is met een zieke laat zich testen. Vermijd plaatsen waar veel mensen samentroepen.
Toch zijn politici er bijna twee jaar lang in geslaagd om van iets dat vrij rechtlijnig en logisch is, iets gigantisch complex en polariserends te maken. Zichzelf en hun partij netjes profilerend als dé belangenbehartiger van bij voorkeur de grootste of machtigste groep mensen. Zij met de grootste achterban of de luidst roepende lobbygroep.
Zoals nagenoeg alle coronamaatregelen de voorbije jaren zijn opgesteld, weer ingetrokken, opnieuw ingevoerd, aangepast met uitzonderingen, versoepeld, verstrengd,… zo schiep men nu voor ons ook ‘de coronabarometer’. Opnieuw vergezeld door een pleiade aan veronderstellende en voorwaardelijke voegwoorden: als, mits, tenzij, wanneer, indien,…
De kranten koppen: “De politiek heeft de eindbeslissing” en “de politiek wil het laatste woord hebben”. Dat noemt men het “politieke compromis”.
“Oui, mais non. Le compromis à la Belge. C’est l’art de trouver des solutions qui plaisent à tout le monde ou, du moins, qui donnent à chacun une petite satisfaction.”
Het politieke compromis lijkt vooral het behoud van het status quo voor ogen te hebben en wordt ook in andere politieke hangijzers toegepast. Denk bijvoorbeeld aan de klimaatverandering, de energiecrisis, de toenemende bodem- en luchtvervuiling, de jarenlange problemen binnen de geestelijke gezondheidszorg, de wachtlijsten binnen de sociale huisvesting. Op de een of andere manier lijken we deze problemen niet te wíllen oplossen. Of het staat niet in het lijstje met prioriteiten der lobbygroepen.
Er wordt wel geïnvesteerd, maar net niet voldoende om iets wezenlijks te kunnen veranderen. Alsof er met zoethoudertjes gestrooid wordt.
Als psychiater zie ik dagelijks mensen die lijden onder het gebrek aan daadkrachtig beleid in dit land. Met problemen die ik de laatste jaren vooral maatschappelijk zou noemen. De échte psychiatrie, dat zie je niet zoveel. Burnouts, decompensaties, gezinscrisissen, verslavingen. En iedereen moet wachten op hulp, als je pech hebt zelfs tot een jaar lang (!). Ons land telt bovendien zo’n 500.000 langdurig zieken, een aantal dat gestaag groeit met -niet verrassend- een aanzienlijk aandeel psychische problemen.
En dan gebeurt het zo maar even dat een arts, een psycholoog, een verpleegkundige,… zelf een burnout krijgt. Van ultieme frustratie weliswaar. Door jarenlang aan de kar van de vastgeroeste maatschappij te trekken en te zien dat deze gewoonweg niet in beweging komt.
De gloednieuwe coronabarometer is weer zo’n typisch Belgisch compromis en maakt me cynisch. Ik besluit hem niet te bekijken want hij zal vast volgende week alweer gewijzigd zijn. Bijzonder hoe de Belgische politiek er steeds opnieuw in slaagt om van iets simpels, iets complex te maken. Maandenlang over zoiets te vergaderen en echte problemen negerend – waardoor uiteindelijk niemand nog luistert.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier