Bruno De Lille
‘De Franse en Vlaamse Gemeenschap moeten samenwerken aan één Brussels onderwijs’
‘Stel dat we het onderwijs in Brussel van scratch af mochten hertekenen, zouden we dan echt kiezen voor twee aparte taalnetten die amper contact hebben’, vraagt Bruno De Lille van Groen zich af.
Meer dan de helft van de Brusselse leerlingen van vijftien jaar oud, is minstens al één keer blijven zitten. En één op zeven Brusselse jongeren verlaat de schoolbanken zelfs zonder diploma secundair onderwijs. We slagen er bovendien niet in om de taalkennis van heel veel kinderen en jongeren op het niveau te krijgen dat door de arbeidsmarkt in Brussel wordt gevraagd.
Nochtans zijn die kinderen en jongeren even slim en handig als hun leeftijdsgenoten in de andere gewesten. Meer zelfs: op jonge leeftijd spreken ze vaak al meerdere talen. Het aantal Brusselse ketjes dat op 7-jarige leeftijd én een beetje Frans én een beetje Nederlands én een beetje van een andere taal spreekt, is erg groot. Mocht ik op die leeftijd in mijn geboortegemeente in West-Vlaanderen hetzelfde hebben gedaan, dan hadden mijn ouders me behandeld als een wonderkindje. Maar in Brussel slagen we er zelfs niet in om die kinderen als adolescenten goed meertalig te laten afstuderen.
‘De Franse en Vlaamse Gemeenschap moeten samenwerken aan één Brussels onderwijs’
Het ligt echter niet aan de kinderen. Het ligt aan ons onderwijssysteem dat niet is aangepast aan de Brusselse context. De lat moet hoog liggen, daar is iedereen het over eens. Niet alleen omdat je anders sowieso niet meekunt met onze hyper-competitieve arbeidsmarkt, maar vooral omdat we onze jongeren tot vrije, zelfstandige en sterke burgers willen zien opgroeien. De manier waarop we onze leerlingen over de lat krijgen, hoeft echter niet voor iedereen dezelfde te zijn. Er zijn vele wegen om Rome te bereiken.
En toch is het dat wat we doen. We behandelen al onze leerlingen als waren het eentalige, witte middenklasse-kindjes uit Bommerskonten of Houtsiplou.
Alleen groeit, volgens de laatste taalbarometer, intussen 53% van de jonge Brusselaars op in een twee – of meertalig gezin. In slechts 38% van de Brusselse families wordt alleen Frans gesproken en amper 5,2% leeft in een eentalig Nederlandstalig gezin. Bovendien zijn er Nederlandstalige Brusselaars die hun kinderen naar Franstalige scholen sturen, Franstalige gezinnen die hun kinderen naar Nederlandstalige scholen sturen en steeds meer families waar één kind naar een Nederlandstalige en een ander kind naar een Franstalige school gaat.
Waarom blijven wij ons onderwijs dan organiseren alsof er in de Nederlandstalige scholen alleen kinderen zitten met Nederlands als thuistaal en in de Franstalige scholen enkel kinderen met Frans als thuistaal?
‘We weten goed dat we niet van nul af aan kunnen herbeginnen. Maar we hoeven ons ook niet neer te leggen bij de huidige situatie.’
Administratief misschien makkelijk maar verschrikkelijk inefficiënt: de pedagogische methodes zijn niet afgestemd op de leerlingen, de leraren moeten zelf het warm water uitvinden, de resultaten blijven uit en de leerlingen geraken gefrustreerd omdat ze hun talenten niet ten volle kunnen ontwikkelen.
Stel dat we het onderwijs in Brussel van scratch af mochten hertekenen, zouden we dan echt kiezen voor twee aparte taalnetten die amper contact hebben? Zouden we dan echt de pedagogie van ons lesgeven afstemmen op die van het Vlaamse of Waalse platteland?
We weten goed dat we niet van nul af aan kunnen herbeginnen. Maar we hoeven ons ook niet neer te leggen bij de huidige situatie.
Daarom vragen wij dat de Vlaamse en de Franse gemeenschap intens gaan samenwerken in Brussel. Vandaag gebeurt dat alleen om te bekijken waar we extra scholen gaan bouwen en zelfs dat gaat moeizaam en veel te traag. Maar het is vooral ruimschoots onvoldoende.
Superdiverse Brusselse leerlingen
Wij willen dat het hele onderwijs in Brussel eindelijk afgestemd wordt op die superdiverse Brusselse leerling. Hou rekening met de grote mix, de alomtegenwoordige kansarmoede en de immense vraag naar meertaligheid en stoel je pedagogische methodes op deze Brusselse noden. En laat scholen, leerkrachten en leerlingen elkaar ontmoeten, uit hun (taal)hokjes breken en samen bouwen aan een toekomst in en voor onze hoofdstad.
Zo zullen we ervoor zorgen dat er veel minder kinderen moeten blijven zitten en reduceren we de schooluitval op een drastische manier. We geven onze Brusselse jongeren dan een rugzak mee waar ze een leven lang van zullen profiteren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier