Bert Gabriëls
‘De doorsnee verkeersreporter heeft geen macht. En dat is zijn eigen stomme schuld’
Komiek en jurist Bert Gabriëls laat wekelijks zijn schertsende licht schijnen op de juridische actualiteit. ‘Verkeersreporters zijn nietig voetvolk, maar in tegenstelling tot hun opiniërende collega’s worden ze wél massaal gelezen.’
Enkele diep tragische ongevallen maakten de veiligheid van onze fietsers vorige week tot voorwerp van uitgebreide analyse en debat.
Er werd terecht opgemerkt dat de veiligheid van de fietser achteruit gaat in Vlaanderen. Het totale aantal lichtgewonden steeg tussen 1999 en 2016 met 35 procent, en het aandeel van de fietsers in alle verkeersslachtoffers steeg tot meer dan één vierde.
Er werd terecht opgemerkt dat het beleid achterop hinkt. De budgetverdeling lijkt er toch nog vooral op gericht dat na een dodelijk ongeval in ieder geval de andere auto’s zeker op tijd thuis geraken.
Het plan om in Vlaanderen functioneel fietsverkeer mogelijk te maken als alternatief voor de auto, werd op papier gezet in 1999. Toen het Rekenhof in 2012 de situatie moest evalueren, moesten ze met het dossier eerst een halfuurtje hardop lachen, en lieten ze vervolgens weten dat aan dit tempo de realisatie van het plan vijftig jaar zou duren. De minister belooft sindsdien zich aan die timing te houden.
En er werd ook terecht opgemerkt dat iedereen voorzichtiger zou moeten zijn. Een ongeval is doorgaans een menselijke fout. Met regelmatige dure campagnes wordt daar ook hard aan gewerkt.
Maar het is nog niemand opgevallen dat er zowel ten aanzien van het beleid als ten aanzien van de bestuurders dagelijks voorbijgegaan wordt aan een groot potentieel aan gratis campagne: de verslaggeving.
‘De doorsnee verkeersreporter heeft geen macht. En dat is zijn eigen stomme schuld.’
Verkeersongevallen halen dagelijks het nieuws, en regelmatig zelfs de voorpagina. De reporters die die ongelukken verslaan, zijn wandelende tegenstellingen. Ze zijn nietig voetvolk in vergelijking met hun opiniërende Wetstraatcollega’s, maar in tegenstelling tot die zwaargewichten, worden zij wél massaal gelezen.
Hoe ernstiger en tragischer het ongeval, hoe groter de belangstelling. De ramptoerist in elk van ons wordt genereus geïnformeerd over de leeftijd en geslacht van dader en slachtoffer, de aard en de impact van de klap en de precieze verwondingen. Het is een magisch moment van aandacht, dat door de reporter van dienst steevast professioneel de nek wordt omgedraaid.
Want net op het moment dat de reporter het drama ten top zou kunnen drijven door vast te stellen dat het ongeluk vermeden kon worden, laat hij het afweten. Een dode hoek ongeval kan vermeden worden met een fietsvak vóór het autoverkeer. Een ongeval waarbij de rechts afslaande autobestuurder een meerijdende fietser niet gezien had, kan vermeden worden door het fietspad ter hoogte van het kruispunt een metertje naar rechts op te schuiven. De kosten van beide operaties is beperkt tot een pot verf. Maar niets van dat in de ongevallenliteratuur.
‘Wie het verslag van een verkeersongeval leest, krijgt steevast een ervaring van machteloosheid, en geen morzel inzicht in de situatie, laat staan een hint tot mogelijke verbetering.’
Van de ruim 1700 krantenartikels over fietsongevallen die het afgelopen jaar verschenen, vermelden er hooguit 240 of er al dan niet een fietspad was. Het eventuele gebrek aan een afgescheiden fietspad, de toegelaten maximumsnelheid, de staat van de weg of van de wegmarkering… over al die zaken vond ik telkens maar een handvol artikels. Zonder die informatie kan een lezer natuurlijk nooit een verband leggen tussen die mogelijke oorzaken en de schade.
De infrastructuur is natuurlijk nooit de enige oorzaak van het ongeval. Maar zelfs uit de aangiftes van fietsongevallen bij de verzekeraars blijkt dat het in minstens 20 procent van de gevallen als eerste oorzaak wordt aangeduid. In de verslaggeving komen we echter meestal niet verder dan eventuele overdreven snelheid of dronkenschap.
Verkeersreporter worden is waarschijnlijk niet de grote droom van de gemiddelde student journalistiek. De doorsnee verslaggever van dit menselijk drama drukt niet echt een stempel op de samenleving en zit bij het typen waarschijnlijk niet te blinken van macht en invloed. Maar dat is zijn eigen stomme schuld.
‘De budgetverdeling lijkt er toch nog vooral op gericht dat na een dodelijk ongeval in ieder geval de andere auto’s zeker op tijd thuis geraken.’
De reporter verspilt de macht over zijn enorme lezerspubliek aan het in stand houden van een grote blinde vlek bij alle burgers, bestuurders, fietsers en ouders van fietsende kinderen. Wie zo’n artikel leest, krijgt steevast een ervaring van machteloosheid, en geen morzel inzicht in de situatie, laat staan een hint tot mogelijke verbetering.
De Fietsersbond heeft al een tijdje een simpel voorstel klaar om het aantal verkeersongevallen met fietsers terug te dringen. Stel een zone 30 in op plaatsen zonder fietspad, een zone 50 op plaatsen met een fietspad, en een zone 70 op plaatsen met een afgescheiden fietspad.
Mogelijk hebt u nog nooit gehoord van dit idee. De Fietsersbond roept het nochtans al jaren, maar blijkbaar vooral in de richting van de woestijn. Ze krijgen hun plan nauwelijks in de pers.
De vraag is nu waarom De Fietsersbond nog energie en geld stopt in onopgemerkte of inefficiënte campagnes om ons ervan te overtuigen dat verkeersongevallen simpele oorzaken hebben. Het zou volstaan om alle verkeersreporters samen te brengen en via spijs of steekpenningen te disciplineren tot het vermelden van deze oorzaken in elk massaal gelezen verslag van een verkeersongeval.
Voor de journalisten zelf zal het in ieder geval een onbetaalbaar geschenk zijn om op dat zolderkamertje met die laptop eindelijk ook eens te kunnen genieten van invloed en relevantie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier