België blijft nalaten om de structuren uit te bouwen om dit soort van drama’s zo veel als mogelijk te voorkomen, schrijft Wies De Graeve van Amnesty International.
Hoe meer bekend wordt over de dood van Jozef Chovanec in een politiecel in Charleroi, hoe meer vragen er opduiken. De ‘politieke verantwoordelijkheid’ staat sinds de zitting van de commissies Justitie en Binnenlandse Zaken in de spotlights. Wie wist wat wanneer en wie zei wat waarover?
Vanzelfsprekend belangrijke vragen, maar de politieke verantwoordelijkheid in deze gaat verder. Veel verder. De naam van Jozef Chovanec komt in een langere rij slachtoffers. Het is een collectief falen van de Belgische politiek dat ons land dit soort drama’s niet kan voorkomen of beter aanpakken.
Een van de zaken waar de hele nachtmerrie die zich in Charleroi afspeelde pijnlijk aan herinnert, is de dood van Jonathan Jacob. Hij stierf in januari 2010 in een politiecel na een gewelddadige interventie door politieagenten. Ook toen leek er pas schot in het onderzoek te komen nadat camerabeelden in een televisiedocumentaire werden uitgezonden – drie jaar na de feiten.
Amnesty International en het VN-Comité tegen foltering uitten in 2013 ernstige bezorgdheden over hoe het overlijden van Jonathan Jacob werd onderzocht. We formuleerden ook heldere aanbevelingen om straffeloosheid voor onrechtmatig politieoptreden weg te werken, en om het toezicht op de politie en op plaatsen van detentie te versterken. De zeer beperkte vooruitgang rond die aanbevelingen is een grote politieke verantwoordelijkheid. België blijft nalaten om de structuren uit te bouwen om dit soort van drama’s zo veel als mogelijk te voorkomen.
De dood van Jozef Chovanec is mede het resultaat van jarenlang politiek falen.
Het is niet dat de beleidsverantwoordelijkheden het zich niet meer zouden herinneren. Al sinds 2005 beloven alle opeenvolgende regeringen dat het toezicht op plaatsen van detentie in lijn zal gebracht worden met internationale standaarden. Vijftien jaar geleden ondertekende België immers het facultatieve protocol bij het VN-antifolterverdrag. Daarbij engageerde ons land zich om een nationaal preventiemechanisme in te richten om misbruik, mishandeling en foltering te voorkomen en aan te pakken in alle plaatsen van detentie. Dat is een onafhankelijke instantie die toezicht houdt op hoe mensen behandeld worden die van hun vrijheid beroofd zijn. En die toezichthouders formuleren aanbevelingen om onmenselijke behandeling te voorkomen. Pijnlijk actueel dus, maar vandaag – vijftien jaar later – is er nog altijd geen zo’n toezicht.
Hierover woensdag ondervraagd in de Kamer, liet minister van Justitie Koen Geens weten dat ‘men niet alles kan in beweging brengen, zoals men dat wenst’ en dat ‘de uiteindelijke beslissing zal liggen bij de volgende regering.’
Nog maar eens uitstel? Dat is niet goed genoeg. Het antifolterverdrag en de bijhorende protocollen zijn meer dan een formaliteit. Het gaat om mensenlevens. Onze wereldwijde Amnesty-archieven spreken daar boekdelen over. Eerdere sterfgevallen in België hebben dat al tot onze scha en schande aangetoond. De dood van Jozef Chovanec laat er ook vandaag geen twijfel over bestaan.
Dat er – na grondig onderzoek – volledige gerechtigheid moet komen voor Jozef Chovanec op strafrechtelijk, intern-disciplinair en politiek vlak staat buiten kijf. Maar er staat onze beleidsverantwoordelijken veel meer te doen. De politiek moet uitzoeken hoe het komt dat te veel mensen hun contact met de politie niet overleven.
Maar laat dat onderzoek geen rem zijn op wat al jaren geleden had moeten gebeuren: begin dus nu aan het uitwerken van een Belgisch preventiemechanisme om mishandeling van mensen in detentie te voorkomen. Zo kunnen we mensenlevens redden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier