Bruno De Lille
‘De “Brusselkeuze” van N-VA is een keuze tegen Brussel’
Volgens Brussels fractieleider van Groen Bruno De Lille ‘zijn het niet noodzakelijk de problemen die de N-VA ziet waar de Brusselaars van wakker liggen’.
Binnenkort viert Brussel het Irisfeest. Het Brussels Gewest bestaat intussen dertig jaar. We hebben inwoners van 182 nationaliteiten. Naast het Frans en het Nederlands worden er nog een honderdtal andere talen gesproken. Een volkslied hebben we niet, een wapenspreuk ook niet, maar wel een vlag met een hart. En het favoriete tijdverdrijf van de Brusselaars in de aanloop naar het Irisfeest is het discussiëren over de Brusselse structuren.
De ‘Brusselkeuze’ van N-VA is een keuze tegen Brussel.
Dat is dit jaar niet anders. De N-VA, die de luidste stem in dit debat heeft, ergert zich aan het grote aantal Brusselse politici en aan de te kleine invloed van Vlaanderen op zijn hoofdstad. Ze hebben twee oplossingen. Fuseer de gemeenten en het gewest (waarbij de partij niet helemaal duidelijk is over het statuut van dat stadsgewest: is het nog gewest of is het maar een stad?) én verplicht de inwoners tot de zogenaamde ‘Brusselkeuze’, laat ze met andere woorden een subnationaliteit kiezen.
Nu vertoont Brussel inderdaad structuurfouten die de ergernis wekken van veel inwoners, of ze hier geboren zijn of niet, over de partijpolitieke en taalgrenzen heen. Alleen zijn het niet noodzakelijk de problemen die de N-VA ziet waar de Brusselaars van wakker liggen.
Onze inwoners zijn vooral boos omdat ze niet allemaal gelijk behandeld worden. Ze begrijpen niet waarom dat zo is, of ze aanvaarden het in elk geval niet meer. Omdat de Brusselse gemeenten intens met elkaar verweven zijn, gebeurt het soms dat je in één straat door drie gemeenten wandelt die er qua huizen, straten, structuur allemaal hetzelfde uitzien. Toch hebben ze allemaal een verschillende dienstverlening, vragen ze meer of minder belastingen, hebben ze andere tarieven voor parkeren of het gebruik van het zwembad… In je hoofd woon je dan wel in hetzelfde Brussel als je buurman, in de praktijk is het ene Brussel het andere niet.
Dàt willen de Brusselaars zien verdwijnen.
De gemeenten fuseren kan daar een antwoord op zijn, het invoeren van een subnationaliteit niet. Je vervangt dan namelijk de ene ongelijkheid door een andere. Je wordt niet meer op basis van je woonplaats ongelijk behandeld, maar op basis van je taal. De geschiedenis leert ons dat dit nooit een goed idee is. Het zorgt er zeker niet voor dat mensen zich als één groep verantwoordelijk voelen voor de plek waar ze wonen. Onderlinge verschillen cultiveren, is dan ook niet juiste weg om te volgen. De ‘Brusselkeuze’ van de N-VA lijkt dus in geen geval een keuze voor Brussel.
We moeten evolueren naar een echte Brusselse Gemeenschap waarin elke Brusselaar, welke taal hij of zij ook spreekt of waar zij of hij ook vandaan mag komen, dezelfde rechten en plichten heeft.
Dat het niet vol te houden is dat negentien besturen elk eigen accenten leggen en elkaar beconcurreren, spreekt voor zich. Laten we dus alle bevoegdheden weghalen bij de gemeenten en ze aan het Gewest geven. Zo krijg je één beleid op het vlak van mobiliteit, stedenbouw, netheid maar ook op het vlak van fiscaliteit, politie en OCMW. Het Gewest is ook het enige niveau dat regelgeving kan uitwerken.
Het vroegere gemeentelijk niveau bestaat alleen nog op dienstverlenend vlak. Heb je een document nodig, wil je trouwen… dan kan dat hier. De backoffice is centraal, het loket lokaal. Dat wil ook zeggen dat je aan elk loket, waar ook in het Gewest, je hele persoonlijke dossier kan beheren. Dan is het afgelopen met commissariaten waar je geen klacht kan indienen omdat het je eigen wijk niet is en kan je aan elk loket een kopie van je geboorteakte opvragen en ga zo maar door.
Het wijkniveau wordt bevoegd voor het praktische beheer van de wijk. Een representatieve en gelote wijkraad neemt de beslissingen die de wijk leefbaar maken. Elk van die raden krijgt een budget dat besteed moet worden aan het onderhoud en de verfraaiing van de eigen buurt. Zo leggen de bewoners zelf de prioriteiten vast, wat de betrokkenheid en het zich verantwoordelijk voelen voor de eigen leefomgeving erg zal vergroten.
Ik weet het, dit voorstel zal niet op applaus onthaald worden bij hen die Brussel willen verzwakken of die Nederlandstaligen en Franstaligen tegen elkaar willen opzetten.
Zo’n Brusselbeleid betekent trouwens niet dat de Nederlandstalige minderheid zijn bescherming zal verliezen. Officiële diensten zijn verplicht tweetalig – en bieden liefst hun diensten ook in het Engels aan-, de regering en het parlement moeten beide taalgroepen bevatten (in dezelfde verhouding als vandaag) en door een extra tweetalig scholennet op te richten naast de bestaande Nederlandstalige en Franstalige scholen, kunnen we veel meer Brusselaars goed tweetalig maken.
Ik weet het, dit voorstel zal niet op applaus onthaald worden bij hen die Brussel willen verzwakken of die Nederlandstaligen en Franstaligen tegen elkaar willen opzetten. Het is een voorstel dat vertrekt van wat we gemeen hebben en waar we samen naartoe willen. Eendracht maakt macht, misschien moeten we daar onze wapenspreuk van maken. Ons volkslied houden we dan bij ‘lalala’, dat klinkt in elk van die honderd talen goed.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier