De Block onder vuur binnen regering: ‘Gebrek aan solidariteit uit eigenbelang’

Maggie De Block op 1 maart 2020 © belga
Kamiel Vermeylen

Minister van Volksgezondheid Maggie De Block speelt een sleutelrol in twee belangrijke Europese dossiers. Maar de Belgische positie zit muurvast. Vermoedelijk spelen spanningen tussen de Open VLD en de MR een belangrijke rol.

Op vrijdagnamiddag 4 maart wandelen minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) en minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem (CD&V) het Europa-gebouw, de hoofdzetel van de Raad van de Europese Unie, binnen. Hoewel het nieuws over het SARS-CoV-2-virus de kranten stukje bij beetje begint te domineren, staat ook het asiel- en migratiethema hoog op de politieke agenda. De spanningen aan de Turks-Griekse grens lopen al enkele weken hoog op. Daarom komen de bevoegde ministers van de lidstaten die vrijdag bij elkaar in een uitzonderlijke Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken.

Tijdens de vergadering spreken de aanwezigen op initiatief van eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken Ylva Johansson verkennend over een vrijwillige hervestiging van minderjarige niet-begeleide migranten die in de Griekse vluchtelingenkampen vastzitten. De dag erop stelt de Europese Commissie een concreet actieplan voor om Griekenland uit de nood te helpen. Daarin ook een officiële oproep om ongeveer 1.500 niet-begeleide kinderen die momenteel op de eilanden vastzitten tussen de lidstaten te verdelen. Een week later bevestigen zeven lidstaten van de Unie hun deelname aan het nieuwe mechanisme. België geeft bij monde van permanent vertegenwoordiger bij de Europese Unie Willem Van De Voorde aan de kwestie te zullen bekijken.

Op 27 maart geeft ons land op technisch niveau te kennen dat het zich bij de zeven andere lidstaten wil aansluiten. Weliswaar zonder concrete cijfers én met de boodschap dat er op dat moment geen transfers mogelijk zijn vanuit Griekenland. Sindsdien heeft de Commissie van België geen concrete nieuwigheden vernomen. Andere lidstaten gingen ondanks de coronacrisis wel door met het plan. Zo ontving Luxemburg afgelopen week twaalf niet-begeleide minderjarige migranten op hun grondgebied. Twee weken eerder nam Duitsland 50 kinderen vanuit Griekenland op. ‘We willen niet langer wachten op andere lidstaten en beginnen meteen met de uitvoering van het plan’, aldus Duits minister van Buitenlandse Zaken Heiko Maas (SPD).

We hebben momenteel voldoende plaats en handen om veertienjarigen op te vangen. Waar wachten we eigenlijk op?

David Lowyck, directeur van opvanghuis Minor-Ndako

Het Belgische stilzwijgen zorgt binnen de schoot van de federale regering voor de nodige wrevel omdat België aan zijn beloftes verzaakt. Ook de Europese Commissie vraagt al een tijdlang aan de lidstaten om gehoor te geven aan de oproep. Tenslotte geven hulporganisaties aan dat ze tot actie kunnen overgaan. ‘We hebben momenteel voldoende plaats en handen om veertienjarigen op te vangen. Daarvoor hebben we zelfs geen extra subsidies nodig. Waar wachten we eigenlijk op?’, vertelt David Lowyck, directeur van opvanghuis Minor-Ndako. Ook Stad Gent liet gisteren in een open brief met negen andere Europese steden optekenen dat het klaar is om de opvang te verzorgen.

Tevergeefs.

Beperkte capaciteit

Wanneer de coronacrisis in enkele lidstaten in alle hevigheid om zich heen grijpt, loopt het aantal ziekenhuisopnames in Zuid- en West-Europa in sneltempo op. Sommige regio’s hebben onvoldoende bedden en medisch materieel ter beschikking om iedereen de gepaste behandeling te verlenen. Daardoor dreigt de menselijke tol in de meest getroffen landen nog hoger op te lopen. Midden maart schieten enkele Duitse deelstaten Frankrijk en Italië te hulp en vangen ze covid-19-patiënten op in hun ziekenhuizen. Ook Luxemburg en Zwitserland sluiten zich bij het initiatief aan.

Op vrijdag 20 maart besluit de federale regering om de Belgische grenzen te sluiten voor niet-essentiële verplaatsingen om de in- en uitstroom van het coronavirus te beperken. De Belgische ziekenhuizen die in een grensgebied opereren – en via de zogenaamde tertiaire protocollen buitenlandse patiënten kunnen opvangen – krijgen de boodschap van het Nationaal Crisiscentrum dat Nederlandse patiënten niet langer naar België mogen komen en omgekeerd.

Die beslissing wordt ook aan Nederlands premier Mark Rutte (VVD) meegedeeld, die vol vertrouwen reageert dat Nederland voldoende ziekenhuiscapaciteit heeft om de pandemie te doorstaan. Enkele Belgische ziekenhuizen – die de inschatting van Rutte in twijfel trekken – reageren misnoegd op de beslissing van de Belgische regering. Ze vragen daarom een uitzondering voor het geval dat buitenlandse patiënten die niét aan covid-19 lijden op te vangen wanneer die kunnen overlijden als er binnen de twee uur geen medische interventie wordt ingesteld. Met succes. Voor buitenlandse covid-19-patiënten wordt er echter geen afwijking toegestaan.

In tegenstelling tot wat Rutte eerder beweerde, dreigen er eind maart enkele Nederlandse hospitalen tegen hun limieten aan te botsen. Daarop krijgen sommige ziekenhuizen de vraag van onze noorderburen of er toch geen patiënten kunnen worden overgebracht. Ook vanuit Italië lopen er gelijkaardige verzoeken binnen. De Belgische ziekenhuizen moeten door het regeringsbesluit echter weigeren. Nochtans hielden die 25 procent van hun capaciteit vrij, onder meer om een buffer voor een plotse toename aan patiënten te kunnen opvangen.

De discussie over de opvang van buitenlandse patiënten zorgde inderdaad voor een stevig debat. Maar de ziekenhuizen en administraties schoten het plan meteen af.

Maggie De Block, Open VLD

Intussen zijn de maatregelen over de opvang van buitenlandse patiënten versoepeld, maar vooral omdat het aantal mensen op intensieve corona-afdelingen zowel in België als in onze buurlanden gestaag aan het dalen is. Maar tijdens het hoogtepunt van de crisis ontvangt België vanuit Nederland de vraag om enkele covid-19-patiënten over te nemen. De kwestie wordt binnen de schoot van de regering voorgelegd waarbij er tussen de partijen een stevige discussie ontstaat over de Europese rol die België (niet) opneemt. Ook ditmaal werd de vraag opgeworpen of België zich niet meer solidair moet opstellen.

Wederom, tevergeefs.

Mondmaskers

Wat is er precies aan de hand? Waarom heerst er zoveel Belgische inertie in twee dossiers waar Maggie De Block als minister van Volksgezondheid, bevoegd voor Asiel en Migratie verantwoordelijk voor is? Binnen regeringskringen valt te horen dat de twee dossiers voor de nodige wrevel zorgen tussen de MR en de Open VLD. Vooral minister van Buitenlandse Zaken Philippe Goffin (MR) heeft bij beide dossiers gepleit voor een actievere Europese rol van België. Maar die vraag valt steeds op een koude steen bij hun Nederlandstalige zusterpartij, luidt het.

Hier en daar valt te horen dat De Block de beide dossiers bewust laat heeft liggen omdat ze midden vorige maand onder vuur kwam te liggen na de saga rond de mondmaskers. Aan Franstalige kant werd toen openlijk om haar ontslag gevraagd. Bij waarnemers klonk het dat de Block door haar partij uit de wind werd gezet nadat de verantwoordelijkheden over de mondmaskers werden doorgeschoven Philippe De Backer (Open VLD) en Koen Geens (CD&V).

Een particratische reflex uit eigenbehoud die ingaat tegen onze Europese belangen. België verliest hierdoor een portie geloofwaardigheid.

Om verdere polemiek te voorkomen zou De Block de dossiers in de wachtkamer hebben geplaatst, klinkt het binnen de regering. ‘Dit is een gebrek aan solidariteit uit eigenbelang’, aldus een minister. Ook binnen de diplomatie stemt het niet iedereen tevreden. ‘Het is een particratische reflex uit eigenbehoud die ingaat tegen onze Europese belangen. België verliest hierdoor een portie geloofwaardigheid.’

Of De Block werkelijk de dossiers tegenhield omwille van haar wankele positie, is moeilijk in te schatten. In september vorig jaar verzette de Open VLD zich ook al tegen een spreidingsplan, terwijl de MR en de CD&V in het federaal parlement wel voor zo een mechanisme stemden. Al ging het in dat geval over bootmigranten, niet om minderjarigen zonder begeleiding.

‘Onterechte kritiek’

Volgens De Block is de kritiek over de twee dossiers onterecht. Over de spreiding van de minderjarige migranten zegt De Block dat ze als minister van Volksgezondheid in de eerste weken van de coronacrisis alle aandacht ging naar de aanpak van het virus. ‘Bovendien is de opvang van twaalfjarigen bevoegdheid van de gemeenschappen, waardoor er nog meer overleg nodig was. De onderhandelingen binnen de regering over de opvang van minderjarige niet-begeleide migranten zijn intussen opnieuw opgestart. Maar zo’n occasioneel spreidingsplan biedt geen structurele oplossing voor de vluchtelingencrisis in Griekenland’, aldus De Block.

Ook over de opvang van buitenlandse patiënten vindt minister dat ze recht in haar schoenen staat. ‘Er is overlegd met de bevoegde administraties en de ziekenhuizen, en die schoten het plan meteen af. De ziekenhuizen zaten al in overdrive wat werkcapaciteit betrof. Bijkomende patienten uit het buitenland zou tot een overdruk en mogelijk falen van het systeem geleid hebben’, valt te horen. ‘De terechte consternatie over de situatie in de woonzorgcentra leert dat je maar beter luistert naar de betrokken sector’, klinkt het.

Partner Content