Anthony Godfroid
De bedenkelijke subsidiëring van pro deo-advocaten
In België hebben bepaalde personen recht op een gratis advocaat. Het minder goede nieuws is dat prestaties verricht door pro deo-advocaten op eerder bedenkelijke wijze gesubsidieerd worden.
Eerst het goede nieuws. In België hebben bepaalde categorieën van personen recht op een gratis advocaat. Door te voorzien in een zogenaamde pro deo-bijstand voldoet ons land aan verplichtingen die voorzien zijn bij internationale verdragen. Het minder goede nieuws is dat prestaties verricht door pro deo-advocaten op eerder bedenkelijke wijze gesubsidieerd worden. De vraag stelt zich overigens of er nog sprake kan zijn van pro deo-rechtsbijstand nu deze term onterecht suggereert dat pro deo-advocaten niet vergoed worden voor hun prestaties.
De kern van het probleem is de zogenaamde “nomenclatuur”. In een ministerieel van 5 juni 2008, in 2012 aangevuld voor prestaties gebeurd onder de zogenaamde Salduz-wet, is een lijst van punten voorzien die worden toegekend aan bepaalde prestaties. Opvallend kenmerk van de lijst is dat bepaalde prestaties per punt veel minder werk vereisen dan andere. Als aangenomen mag worden dat één punt ongeveer 25 euro oplevert, valt het op dat met name het jeugd-, straf- en vreemdelingenrecht royaal met punten bedeeld worden. Een vergelijking: alle geschillen met betrekking tot de arbeidsovereenkomst leveren 15 punten op. Dit maakt een totaal van 375 euro. Voor deze som moet de advocaat in de meeste gevallen conclusies opstellen, uitwisselen en neerleggen om tenslotte de zaak te gaan pleiten. Dit is een deficitaire onderneming. Het andere uiterste is het puntenaantal dat wordt toegekend voor een interview, in aanwezigheid van een asielzoeker, bij het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen. Ook hier bedraagt de vergoeding 15 punten. Een dergelijk interview duurt gemiddeld drie uur (soms ook veel korter). De bijstand van de advocaat tijdens het interview is ook verwaarloosbaar aangezien tijdens het vragenstellen geen tussenkomst is toegelaten. Waar een procedure voor de arbeidsrechtbank maanden in beslag neemt, levert één interview in de voormiddag dezelfde som op.
Regularisatie-aanvragen die niet zelden op modeldocumenten uiteengezet worden, leveren dan weer 10 punten op, ook wanneer ze voor de zoveelste keer worden ingediend…
Advocaten zijn zelfstandige ondernemers en moeten zich hier allerminst voor schamen. Voor ondernemers moet de rekening op het einde van de maand kloppen. De overconsumptie in het vreemdelingenrecht hangt daardoor samen met de punten die prestaties in deze rechtstak opleveren.
In het vreemdelingenrecht stelt er zich echter een bijkomend ethisch probleem. Door voor vreemdelingen die het bevel hebben ontvangen om het grondgebied te verlaten de hoop levende te houden op regularisatie, komt het voeren van repetitieve prestaties soms neer op een handel in valse hoop. Het is een harde boodschap maar menig afgewezen kandidaat-vluchteling zou erbij gebaat zijn om onmiddellijk na een definitieve negatieve beslissing ondersteund te worden in zijn terugkeer. Door wettig tot stand gekomen beslissingen te negeren, bewijst men noch de asielzoeker, noch de rechtsstaat een dienst.
De Balie zal het niet graag toegeven maar misschien hadden procureur-generaal Liégeois en advocaat-generaal Van den Bon een punt toen ze in 2011 aangaande advocaten die (sporadisch) actief zijn in het vreemdelingenrecht stelden: “Ook de balie heeft haar verantwoordelijkheid. Elke advocaat die met dit soort zaken te maken heeft zou zich moeten afvragen of hij of zij zich niet medeplichtig maakt aan het asieltoerisme door voor elke cliënt die zich voordoet als “politiek vluchteling” een procedure op te starten. Moet eraan herinnerd worden dat elke advocaat een eed heeft afgelegd bij het toetreden tot dat edel beroep?“
Anthony Godfroid, advocaat
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier