Lieven De Cauter
De bandbreedte van de vrije meningsuiting: over Dyab Abou Jahjah
Dyab Abou Jahjah werd ontslagen als columnist bij De Standaard nadat hij een aanslag in Jeruzalem leek goed te praten. Maar ‘we moeten het recht op vrije meningsuiting – ook van een tegenstem als Abou Jahjah – verdedigen’, schrijft filosoof Lieven De Cauter.
Dyab Abou Jahjah is als columnist bij De Standaard ontslagen omdat hij de aanval op Israëlische soldaten in Oost-Jeruzalem verdedigde als een daad van verzet tegen een bezettingsleger. De Standaard doet dit natuurlijk niet omwille van principes, maar uit zelfbescherming. Want de pro-zionistische lobby staat ook in België heel sterk en kan de krant schade berokkenen.
Als opiniemakers in Vlaanderen de – illegale, catastrofale en op leugens gebaseerde – invasie in Irak verdedigde, waren ze intellectueel medeplichtig aan een misdaad tegen de menselijkheid , zo zou je kunnen zeggen. Maar natuurlijk ging het toen ook om vrije meningsuiting. Het recht op vrije meningsuiting is altijd en alleen maar het recht op de ‘verkeerde’ mening. Als alleen de ‘juiste’ mening – die geen controverse opwekt – is toegelaten, is er geen sprake van vrije meningsuiting meer. Dus de bandbreedte van de vrije meningsuiting is quasi ongelimiteerd: alleen directe oproepen tot geweld kunnen en moeten wellicht geweerd worden.
Over Israël blijkt de bandbreedte van die vrije meningsuiting heel smal
Maar over Israël blijkt de bandbreedte van die vrije meningsuiting heel smal. Dat is vreemd, omdat dat land al honderden keren is veroordeeld en al bijna 70 jaar bezig is met – let op mijn vrije meningsuiting – een etnische zuivering. ‘Een land zonder volk voor een volk zonder land’ is en blijft de basisformule van het zionisme: die Palestijnen leven op niemandsland, die zijn er eigenlijk niet, zoals ook de indianen er eigenlijk niet waren toen cowboys het wilde westen veroverden. Het is pas een eeuw later dat dit een genocide bleek te zijn geweest. Ook de Palestijnen leven eigenlijk al in reservaten. Maar dat mag je allemaal niet zeggen, niet over Israël – spreken over etnische zuivering, laat staan over een boycot is volgens sommigen vaak niet meer dan antisemitisme.
We moeten het recht op vrije meningsuiting – ook van een tegenstem als Abou Jahjah – verdedigen, ook al zou hij een totaal verwerpelijke mening formuleren. Ik vrees echter dat Abou Jahjah in strikt juridische termen gelijk heeft: een aanval op soldaten in bezet gebied is een daad van verzet die toegelaten is door het oorlogsrecht en de conventies van Genève. Maar juist of verkeerd doet er hier niet toe. De waarheid is altijd het eerste slachtoffer van de oorlog, zegt een befaamde boutade. Een variant zou kunnen luiden: de vrije meningsuiting is het eerste slachtoffer in de ‘oorlog tegen de terreur’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier