Peter Mertens (PVDA)
‘De asielcrisis kost de sociale zekerheid heel wat minder dan de eigen besparingen van de regering’
‘Het is onthutsend hoe mensen als Gwendolyn Rutten en Bart De Wever nu over onze sociale rechten en onze sociale zekerheid praten, terwijl ze zelf de ontmanteling hebben ingezet’, schrijft Peter Mertens. Hij hekelt ook de militaire interventies in Syrië en Libië van de afgelopen jaren.
Honderd jaar geleden was Antwerpen even de hoofdstad van het land. Het Ministerie van Oorlog vergaderde in de Stadsfeestzaal op de Meir, en het parlement kwam bijeen in De Opera. Maar lang duurde dat niet. Er vielen veel bommen boven Antwerpen in die zomer van 1914. Heel veel. Over de Schelde werd een brug aangelegd, die de mensen toeliet naar linkeroever, naar Oostende of naar Calais te vluchten voor de oprukkende Duitse troepen. Want behalve Gwendolyn Rutten wist toen niemand hoe lang de oorlog nog zou duren.
Honderd jaar nadien liepen honderdduizend mensen opnieuw over die ponton-brug. “Om de vluchtelingen van toen te herdenken”, zo klonk het vorig jaar in de brochures van de koekenstad. Herdenken en tegelijkertijd vergeten. Vergeten dat uit de miljoenen kapotgeslagen dromen van de eerste wereldoorlog de Volkenbond ontstond. Met de plicht om minderheden rechtvaardig te behandelen. Met het engagement om conflicten niet langer met oorlog op te lossen. Vergeten ook, hoe nadien iemand in Duitsland de afspraken van de Volkenbond tot een vodje papier herleidde.
‘De asielcrisis kost de sociale zekerheid heel wat minder dan de eigen besparingen van de regering’
En opnieuw begon te spreken over twee rangen van mensen, en dus twee rangen van wettelijkheid. Vergeten hoe dit tot de barbarij van de tweede wereldbrand leidde. Vergeten hoe nadien ‘nooit meer’ klonk, in de Verenigde Naties. Nooit meer twee verschillende soorten mensen, met twee verschillende statuten. Nooit meer stigmatiseren van bevolkingsgroepen. Nooit meer de deuren dicht voor slachtoffers van oorlog en onrecht. Dat hebben we vastgelegd in de Conventie van Genève.
Opgepast voor de twee-soorten-mensen-twee-statuten-oplossingen
Vandaag pleit de Antwerpse burgemeester voor een apart sociaal statuut voor vluchtelingen. Een aparte klasse van mensen. Met een apart statuut. Dat klinkt erg sterk. En stevig. De burgemeester-die-van-aanpakken-weet. Maar het gaat wel in tegen alles wat we de voorbije eeuw hebben geleerd. Een vluchteling is een mens. Een mens zoals een ander. Of het nu Antoon en Maria zijn die honderd jaar geleden de bommen uit de Duitse Zeppelins ontvluchtten in Antwerpen, en naar Calais trokken. Of het nu Marwan en Rayan zijn uit Syrië, die de bommen van de fascistische milities van IS en de rivaliserende milities van Al Nusra ontvluchten. Ze zijn op zoek naar een leven zonder bommen. Zonder verbrandde velden. Een plaats om veilig te leven, een school voor hun kinderen. De Conventie van Genève garandeert hen die basisrechten, en waarschuwt streng voor de twee-soorten-mensen-twee-statuten-oplossingen.
Mensen vluchten niet voor niets. Zij zijn in gevaar en verlaten hun land, teneinde raad. Asim komt uit Aleppo. Die Syrische stad werd onlangs ingenomen door de fanatici van IS. Asim had een eigen zaak in Aleppo, maar moest op de loop voor IS. Zijn zoon studeerde rechten, maar zit nu geblokkeerd aan de grens van Turkije. Zijn dochter vluchtte naar Algerije. De familie is uit elkaar gerukt door de oorlog. Asim wil werken. Hij wil bijdragen, hier in België, nu. Maar dat gaat voorlopig niet. Kandidaat vluchtelingen mogen de eerste zes maanden van hun verblijf in België niet werken? En dat vroeger veel meer aandacht ging naar het echt laten integreren van vluchtelingen in lokale gemeenschappen in plaats van in grote centra?
Drie jaar, en nooit iets anders gekend dan oorlog
In Het Laatste Nieuws kwam N-VA-voorzitter Bart De Wever dit weekend tot een heel eigen definitie van oorlogsvluchtelingen: “Oorlogsvluchteling ben je tot je een grens bent overgestoken waar je niet meer voor je leven hoeft te vrezen.”, vertelde Bart De Wever. “Voor een Syriër is dat de Turkse grens. Wie doorreist naar West-Europa, is een economische vluchteling. Dat kind is dus niet gestorven omdat zijn ouders op de vlucht waren voor geweld. Het is gestorven omdat zijn ouders op zoek gingen naar een beter leven.”
‘Een oorlogsvluchteling is een oorlogsvluchteling, naar welk land hij of zij ook vlucht. De Conventie van Genève is geen vodje papier.’
Voor alle klaarheid: dat is niet zo. Een oorlogsvluchteling is een oorlogsvluchteling, naar welk land hij of zij ook vlucht. De Conventie van Genève is geen vodje papier. ‘Los niños de la guerra’, de kinderen die tijdens het interbellum de Spaanse burgeroorlog ontvluchtten en onder meer in Gent en Willebroek werden opgevangen waren niet minder oorlogskinderen omdat ze in België terecht kwamen.
Trouwens: 95 procent van de 4 miljoen Syrische vluchtelingen wordt opgevangen door Turkije, Libanon, Irak, Egypte of Jordanië. Slechts een heel kleine minderheid bereikt Europa, maar is daarom niet minder oorlogsvluchteling. Aylan Kurdi, ‘dat kind’ zoals Bart De Wever hem noemt, werd dood gevonden op het strand in Bodrum, in Turkije. Aylan kwam uit Kobane in Syrië. Aylan was nauwelijks drie jaar oud en had nooit iets anders gekend dat oorlog.
Als we de andere ontmenselijken, ontmenselijken we onszelf
Het ergste is de stigmatisering, alsof mensen haven en goed achterlaten voor hun plezier. ‘Ze komen hier profiteren’, ‘het zijn gewoon gelukzoekers’, ‘geef hen een apart – lees: beperkt – sociaal statuut’, ‘verplicht hen gemeenschapsdienst te doen’.
‘We hebben vandaag een trits politieke leiders dat doorheen het taalgebruik een beeldvorming schept van nieuwe profiteurs. Dat is bijzonder beangstigend.’
Elk stigma in de media is een litteken dat blijft. Rutten over gemeenschapsdienst, De Wever over twee aparte statuten, Homans over het niet toelaten in sociale woningen… We hebben vandaag een trits politieke leiders dat doorheen het taalgebruik een beeldvorming schept van nieuwe profiteurs. Dat is bijzonder beangstigend. Voor iedereen. Want wat vandaag tegenover vluchtelingen wordt toegepast, is overmorgen misschien wel mogelijk tegenover al wie bij ons de maatschappelijke boot mist.
Daar waarschuwt ook François Crépeau voor. Hij is de speciale rapporteur van de Verenigde Naties voor de mensenrechten van migranten. “Mensen die spreken over ‘stromen’ en ‘zwermen vluchtelingen’, zeggen eigenlijk op een weinig subtiele manier dat asielzoekers en migranten geen mensenrechten hebben. Ze roepen beelden op die vluchtelingen in hetzelfde vakje stoppen als giftig afval en natuurrampen”, zo hekelt Crépeau. “Maar we hebben het hier wel over mannen, vrouwen, kinderen en zelfs baby’s die traumatische ervaringen beleefd hebben. Het zijn mensen als u en ik, en niemand heeft het morele recht te zeggen dat wij niet hetzelfde zouden doen mochten we in hun schoenen staan”, voegt hij er terecht aan toe. Crépeau besluit: “Migranten zijn mensen met rechten. Als wij anderen ontmenselijken, ontmenselijken we onszelf.”
Wie haalt er twee miljard euro uit de kas van de sociale zekerheid?
“De druk op de sociale zekerheid komt vooral vanuit de politiek. Er zijn heel wat maatregelen die deze sociale zekerheid zwaar op de proef stellen. Die hebben eigenlijk niets te maken met deze vluchtelingencrisis”, zo zei ACV-voorman Marc Leemans vorige week.
Niet alle asielzoekers die erkend worden, krijgen automatisch een leefloon Dat recht geeft het OCMW pas als na een onderzoek blijkt dat de vluchteling te weinig eigen geld heeft. De leeflonen voor vluchtelingen zijn slechts een heel klein deeltje van de totale uitgaven van de sociale zekerheid. De regering gaat er van uit dat de asielcrisis 120 miljoen euro extra aan leefloon zal kosten, op een totaal budget van 80 miljard euro van de sociale zekerheid.
‘Het is hypocriet en al te gemakkelijk om die ontmanteling nu ook nog eens in de schoenen van de vluchtelingen te schuiven.’
De asielcrisis kost de sociale zekerheid heel wat minder dan de eigen besparingen van de regering. Tijdens de recente taks-shift besliste de regering Michel – De Wever nog om twee miljard uit de kas van de sociale zekerheid te halen, door de patronale bijdragen te verminderen. Kwestie van alles een beetje in perspectief te zien. De besparingen van deze regering hebben niets met de vluchtelingencrisis te maken, net zo min het absolute gebrek aan investeringen in sociale woningen en de ellenlange wachtlijsten iets met de vluchtelingencrisis te maken heeft. Het is onthutsend hoe mensen als Rutten en De Wever nu over onze sociale rechten en onze sociale zekerheid praten, terwijl ze zelf de ontmanteling hebben ingezet. Het is hypocriet en al te gemakkelijk om die ontmanteling nu ook nog eens in de schoenen van de vluchtelingen te schuiven.
Ik laat me geen schuldgevoel aanpraten
Er is dus een debat nodig. Al is het controversieel. Waarom komen de Syrische, Irakese en Afghaanse vluchtelingen onze deur kloppen? En wie is er verantwoordelijk? “Dan krijg je de foto van die verdronken kleuter voor je ogen geduwd. ‘Hier zie, allemaal uw schuld, allemaal de schuld van Europa.’ Wel, ik ben dat beu. Ik laat me geen schuldgevoel aanpraten”, briest Bart De Wever dit weekend in Het Laatste Nieuws. De actuele catastrofe heeft alles te maken met de oorlogen die in Syrië, Libië, Afghanistan en Irak aan de gang zijn. En in die oorlogen hebben de meeste Westerse regeringen wel degelijk hun aandeel. Begin januari schreef ik daarover een bijdrage voor Knack: ‘Dubbele moraal: ons leger zit in Antwerpen, onze wapens in Saoedi-Arabië’
We zouden kunnen spreken over de bezetting van Irak en het ontketenen van het sektarische geweld dat ondertussen tot meer dan één miljoen slachtoffers heeft geleid. Op die vruchtbare bodem in bezet Irak bestond de barbaarse terreurorganisatie ‘Islamitische Staat’. Maar laten we nog eens terugkomen op twee recente interventies: Libië en Syrië.
Rutten en Francken waren vier jaar geleden de grootste pleitbezorgers van de oorlog
We zijn 17 maart 2011, in de kamercommissie discussiëren de parlementsleden over de mogelijke Belgische deelname aan een oorlog tegen Libië. De meeste volksvertegenwoordigers lijken bezeten te zijn door het oorlogsopbod. De enkele bedenkingen die worden uitgedrukt over de chaotische situatie die zou kunnen ontstaan in een post-Kadhafi Libië worden van tafel geveegd. Op dat ogenblik bestaat nog een laatste kans voor een staakt het vuren en een onderhandelde oplossing. “I don’t buy it” roept de oorlogszuchtige Gwendolyn Rutten verontwaardigd uit. “Ik ook niet” voegt Theo Francken eraan toe en hij roept op om het regime omver te werpen. Precies Rutten en Francken, die vandaag deel uitmaken van een hardliner-regering, waren vier jaar geleden de grootste pleitbezorgers voor de oorlog.
‘Doen alsof geo-politieke beslissingen, zoals een interventie-oorlog, geen gevolgen heeft op vluchtelingenstromen is onzin.’
De PVDA is op dat ogenblik de enige Belgische partij die tegen de interventie in Libië standpunt inneemt. Daarvoor kreeg onze partij toen heel wat banbliksems over zich heen. Nochtans waarschuwde de PVDA toen al dat een interventie-oorlog onvermijdelijk ten goede zou komen van de meest extremistische religieuze fanatici. En dat gebeurde ook. Massaal. De ontmanteling van Libië leidde tot een destabilisering van een groot deel van Sub-Saharaans Afrika, van Mali tot Soedan, net zoals vele experts toen voorspelden. Vandaag is Libië een van de favoriete route voor de ‘maffieuse mensenhandelaars’. De destabilisatie van het Afrikaanse continent bracht honderdduizenden vluchtelingen op de wegen terwijl het land de draaischijf is geworden van de extremistische salafistische groepen die uitzwermen in de regio tot in Syrië. Daar mogen we wel iets meer over zeggen dan enkel “ik laat me geen schuldgevoel aanpraten”.
De Westerse bewapening van extremistische jihadi-salafisten in Syrië
Doen alsof geo-politieke beslissingen, zoals een interventie-oorlog, geen gevolgen heeft op vluchtelingenstromen is onzin. Dat zagen we ook in Syrië. Drie jaar geleden verklaarde Guy Verhofstadt: “Eén van de dingen die moeten gebeuren is volgens mij het leveren van materiële en technische steun aan de organisaties in Syrië die strijden tegen het regime”. Verhofstadt specifieerde. Het gaat om “communicatiemiddelen en misschien ook wapens”, zo zei hij in La Libre Belgique (15 februari 2012). Alle organisaties die in Syrië strijden tegen het regime ook effectief bewapenen. Dat is Afghanistan revisited. De VS bewapende destijds de mudjahedin-kringen in Afghanistan, waar later Al Qaeda en Osama Bin Laden uit ontstonden. Allemaal onder de noemer ‘de vijand van mijn vijand is mijn vriend’. Dat verhaal is niet goed afgelopen.
‘Als België de oorzaken van de crisis wilt aanpakken is er nood aan een actieve vredespolitiek.’
En ook in Syrië zou het niet goed aflopen. De New York Times bracht toen al aan het licht dat de meerderheid van de wapens die naar Syrië werden gestuurd, in handen kwamen van de extremistische jihadi-salafisten. “De islamisering is vooral het gevolg van buitenlandse interventies.”, zegt de Syrische opposant Aram Karabet, die al lang tegenstander is van president Assad. “Wat we meemaken is de botsing van belangen van zowel regionale als internationale krachten. Allemaal, of ze nu beweren aan de kant van het regime te staan dan wel in tegendeel vrienden te zijn van het Syrische volk, brengen ze de Syriërs in de vreselijke situatie waarin ze zich vandaag bevinden.” (L’Humanité, 12 augustus 2013).
Een fundamentele heroriëntatie van ons buitenlands beleid
Je kan geen correct debat voeren over asiel, als je geen correct debat voert over de oorlog. Dat is ook de mening van de Amerikaanse politicoloog James Paul: “De Europese regeringen zwijgen over militaire interventies en regimewissels, waarin ze wel verantwoordelijk voor waren, en waar hele staten door zijn ingestort. Dat zijn niet toevallig de landen waar nu de meeste vluchtelingen vandaan komen.”
Als België de oorzaken van de crisis wilt aanpakken is er nood aan een actieve vredespolitiek. Dat betekent een fundamentele heroriëntatie van ons buitenlands beleid. Allerbelangrijkste is dat de vrede en de stabiliteit terugkeren in de regio, en dat bereik je niet door een verdere escalatie van het militaire geweld. Dat hebben de catastrofes in Afghanistan, Irak, Libië en Syrië ten volle aangetoond. De helft van de wapens die aan het Midden-Oosten werden geleverd – in het bijzonder aan Saoedi-Arabië en aan Qatar, de belangrijkste wapenleveranciers van de fascistische jihadi-salafisten – komen uit België. Ons land zou kunnen starten met een onmiddellijk wapenembargo naar de regio.
Dat zou een heel ander signaal zijn dan de ik-laat-me-geen-schuldgevoel-aannaaien-neus die ons land nu opzet.
Het Schaduwparlement van Knack.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier