Peter Mertens (PVDA)
‘De 21ste eeuw is de beste eeuw om discriminatie aan te pakken’
Op de Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie houdt Peter Mertens een vurig pleidooi voor praktijktesten. ‘Discriminatie is een concept van vorige eeuwen. Het is slecht voor iedereen. Het is tijd om de 21ste eeuw binnen te stappen.’
‘Ik voelde me dom; ik ben blauwoog, dus ik weet waarom’. De beelden van het discriminatie-experiment ‘De Verdeelde Klas’ van Koppen, blijven kleven. De kinderen in de klas werden opgedeeld in blauwogen en bruinogen. De eerste dag werden de blauwogen gediscrimineerd. De volgende dag de bruinogen. Opmerkelijk: nauwelijks één dag discriminatie was voldoende om het gedrag en zelfbeeld van kinderen grondig te veranderen. ‘Als dit het effect is van één dag discriminatie, wat moet dit dan doen met kinderen die dit dagdagelijks ervaren?’
Discrimineren staat vrij. Hoe lang nog ?
Vrolijke, slimme en sociale kinderen werden plots tweederangskinderen, met borrelende woede over het onrecht. Andere kinderen genoten er bijna van om zich beter te voelen dan anderen. Jane Elliot, de lerares die het oorspronkelijke experiment uitvoerde, bekeek de beelden van de Vlaamse klas. Elliot was snoeihard: ‘Deze kinderen worden zo niet geboren, ze pikken dat op. Het kan niet anders of ze worden daar dagelijks aan blootgesteld. Jullie hebben hulp nodig’. Elliot heeft gelijk: België doet het niet goed. En daar moeten we dringend wat aan doen. Nergens in de industriële wereld is de kloof tussen leerlingen met migratie-achtergrond en leerlingen zonder, zo groot als in België. Dat becijferden sociologen Dirk Jacobs en Andrea Rea in opdracht van de Koning Boudewijnstichting. En dat heeft zo zijn gevolgen op de arbeidsmarkt. Vergeleken met veertien andere Europese landen is de arbeidskloof tussen autochtone werknemers en werknemers met roots in de migratie in ons land het grootste.
De ongelijke scholingsgraad verklaart niet alles. Een Brusselse lerares nam onlangs zelf de proef op de som. Als Cécile, haar echte naam, werd zij snel uitgenodigd voor een jobinterview. Goede leerkrachten, die hebben we immers nodig. Maar toen ze haar sollicitatie, met exact dezelfde competenties en zelfs een paar jaren werkervaring extra, opstuurde onder de naam Samira, werd ze nergens meer uitgenodigd. Goede werkkrachten met een verkeerde naam, dat blijft voor velen een taboe. Dat heet discriminatie: iemand niet uitnodigen op basis van zijn of haar achternaam, afkomst of culturele achtergrond. En dat weegt op mensen, dat weegt op de samenleving.
Wie niets te verbergen heeft, heeft niets te vrezen. Of toch ?
Als een duivel in een wijwatervat verzet men zich tegen maatregelen om discriminatie op te sporen en te bestraffen.
In artikel 10 van de Belgische Grondwet staat uitdrukkelijk dat alle Belgen gelijk zijn voor de wet. Aansluitend daarbij staat in Artikel 11 van de Grondwet dat alle rechten en vrijheden zonder discriminatie moeten verzekerd worden. De realiteit is heel anders: studie na studie toont aan dat we met een reëel en structureel probleem zitten als samenleving. Uit een studie van de Universiteit Gent blijkt één op drie allochtone huurders gediscrimineerd te worden. Uit een studie van de KUL en de ULB blijkt dat in Brussel één op drie bedrijven discrimineert. En zelfs in het uitgaansleven wordt gediscrimineerd aan de deuren van dancings. Dat zijn zeer ernstige cijfers die bevestigen wat Jane Elliot vermoedde: er zit iets structureel mis. En toch wordt het licht van de zon ontkend. Discriminatie zou een voorwendsel zijn voor eigen falen, zo hoor je dan van gezagsdragers als Liesbeth Homans. “Wie niets te verbergen heeft, heeft niets te vrezen”, klinkt het bij regeringspartijen als er alweer extra controlecamera’s worden bijgezet. Dat geldt niet voor discriminatie. Als een duivel in een wijwatervat verzet men zich tegen maatregelen om discriminatie op te sporen en te bestraffen. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de kans om in België betrapt te worden op discriminatie microscopisch klein is. Op tien jaar tijd werden in Vlaanderen slechts 256 inspecties uitgevoerd op discriminatie, dat is nauwelijks één procent van álle sociale inspecties. Tussen 2012 en 2013 werd er slechts één proces verbaal doorgespeeld naar het gerecht. Eén proces verbaal op twee jaar tijd, dat is een duidelijke boodschap. Discrimineren staat vrij, de pakkans bevindt dichtbij nul.
Hoog tijd voor praktijktesten
Het is heel moeilijk om discriminatie te bewijzen. Iedereen is het erover eens dat er objectieve maatstaven moeten komen. De enige mogelijkheid om dat te bereiken zijn de zogenaamde ‘praktijktesten’. Een praktijktest is een instrument om strafbaar gedrag empirisch vast te stellen.
Het instrument wordt in talloze sectoren gebruikt. Zo maakt de Nationale Loterij gebruik van praktijktesten bij haar verkooppunten om na te gaan of er loterijproducten verkocht worden aan minderjarigen. De verkooppunten die betrapt worden, krijgen een sanctie. Ook het Federaal Voedselagentschap organiseert jaarlijks praktijktesten op het terrein en kijkt na of de voedselproductie in bedrijven goed verloopt. Bedrijven die niet in orde zijn, krijgen bindende aanbevelingen. Als het dan nog niet correct gebeurt, vallen er sancties. Als het kan voor kansspelen en voor voedselproductie, moet het ook kunnen voor discriminatie.
Het idee om praktijktesten in te voeren is niet nieuw. De antidiscriminatiewet van 25 februari 2003 bepaalde dat een vermoeden van discriminatie voor de rechtbank kon worden gecreëerd, onder meer door een praktijktest. Hoe zo’n praktijktest er moest uitzien, zou men uitwerken in een uitvoeringsbesluit. Maar in de federale regering weigerde Open VLD de uitvoeringsbesluiten goed te keuren. België kwam onder vuur te liggen van Europa, maar premier Guy Verhofstadt liet weten liever zijn regering te doen vallen dan die uitvoeringsbesluiten te stemmen. Vorig jaar werd het debat opnieuw opgepikt maar zowel Voka als de N-VA bleven dwarsliggen. Het is hoog tijd om de praktijktesten in te voeren.
De druk op één groep in de maatschappij voert de druk voor iedereen op
Wie denkt dat discriminatie enkel de gelijke rechten aantast, misrekent zich. Discriminatie tast rechten aan, punt. En niemand wordt beter van een groep met minder rechten in onze maatschappij. Dat maakt die groep extra gevoelig voor uitbuiting, en machtsmisbruik. De onmenselijke en volstrekt ontoelaatbare mishandelingen van mensen zonder papieren door een groep van Antwerpse politieagenten maakte dit nog maar eens duidelijk. Minder rechten, dat betekent ook meer druk om minder loon te aanvaarden, of slechtere werkomstandigheden. Op die manier voert de druk op één groep in de maatschappij, de druk op voor iedereen. ‘An injury to one of us, is an injury to us all’, zo zegt men terecht in de Britse arbeidersbeweging.
Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie : alles wat ons verdeelt, verzwakt ons
Op deze Internatonale Dag tegen Racisme en Discriminatie is het goed te weten wat discriminatie doet. Het tast ons gevoel voor onrecht aan. Het laat ons wennen aan ongelijkheid en onrecht. In plaats van empathie komt afkeer. In plaats van solidariteit komen verwijten. Discriminatie maakt dat we slachtoffers van onrecht misprijzen, en hen zelf de schuld geven van hun situatie. Het zorgt er ook voor dat we ‘argumenten’ beginnen te zoeken om de discriminatie goed te praten, net zoals in de ‘Verdeelde Klas’. Hoewel de discriminatie van de blauwogen arbitrair beslist werd, legden de kinderen al snel totaal onbestaande verbanden tussen blauwe ogen, intelligentie en karakter. Het onrechtvaardige werd gerechtvaardigd, en ongemerkt sloop een meerderwaardigheidsgevoel binnen voor de enen, en een minderwaardigheidsgevoel voor de anderen.
Niemand wordt beter van een groep met minder rechten in onze maatschappij.
Uiteindelijk leert discriminatie ons om naar beneden stampen, en niet naar boven. Het is geen toeval dat racisme en discriminatie in de meeste gevallen gericht is naar bevolkingsgroepen die onderaan de sociale ladder staan. Discriminatie en racisme richten zich op de zwaksten. Op je buur die een sociale woning krijgt, en niet op de partijen die al jaren te weinig sociale woningen bouwen. Op je allochtone collega bij de voetbal, omdat hij wel een job heeft gevonden en jij niet, en niet op het beleid dat steeds meer hamburgerjobs mogelijk maakt en steeds minder voor vaste contracten gaat. Alles wat ons verdeelt, verzwakt ons. We hebben er net alle belang bij om samen de rug te rechten en naar boven te kijken, en samen op te komen voor een ambitieuze investeringspolitiek die echt investeert in betaalbare woningen, een plaats voor elk kind in de crèches en in het onderwijs, toegankelijke zorg, een democratisch jeugdbeleid en vast werk.
De laatste generatie
Een lerares met een missie. Zo kan je Jane Elliot wel omschrijven. Haar missie: deze generatie moet de laatste generatie zijn die opgroeit in een samenleving waarin racisme en discriminatie gebanaliseerd worden. Het kan anders, het moet anders. Ze heeft gelijk, of zal gelijk krijgen. Discriminatie is van vorige eeuwen. Diversiteit is realiteit geworden. In steden zoals Antwerpen en Brussel is de meerderheid ondertussen divers en heterogeen. Dat is aanpassen voor wie het anders heeft gekend. En het is gewoon voor wie er is opgegroeid. ‘Tolerantie troef, bij de 15- tot 21-jarigen in de stad’, zo schreef Gazet Van Antwerpen onlangs op basis van een uitgebreid opinie-onderzoek onder Antwerpse jongeren. ‘Van thema’s als een migratiestop of het dragen van een hoofddoek liggen ze al lang niet meer wakker.’. Zij zien de diversiteit als een positief aspect van hun stad. De politiek moet zich daar aan aanpassen, en van samenleven een prioriteit maken. Net zoals vele andere organisaties en bruggenbouwers, zetten we die diversiteit om in een troef met Geneeskunde voor het Volk en de PVDA. Door samen met diverse groepen aan de slag te gaan, voor een gezonde en leefbare buurt, voor kwaliteitsvolle en betaalbare woningen of een zebrapad voor de schoolpoort. Of door jongeren van diverse afkomst die samen ‘Diversity in Antwerp City’ te organiseren, een festival in Park Noord, waar op zondag 15 mei duizenden mensen in hun buurt het samenleven vieren. ‘Ik heb een droom dat mijn vier kinderen op een dag zullen leven in een land waar zij niet beoordeeld zullen worden op hun huidskleur, maar op hun capaciteiten’. Dat vertelde Martin Luther King een halve eeuw geleden. De 21ste eeuw is de beste eeuw om die droom in vervulling te brengen.
Het Schaduwparlement van Knack.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier