Dat de N-VA na vijf jaar het armoedebeleid gedomineerd te hebben, nu zegt dat het anders moet, is het cynisme voorbij, vindt Knack-redacteur Simon Demeulemeester. Maar ook de andere partijen gaan niet vrijuit. ‘Armen kunnen kiezen: ofwel een hardvochtig beleid dat niets anders pretendeert te zijn, ofwel een armoedig beleid dat claimt barmhartig te willen zijn.’
Voor de goede orde eerst enige cijfers en feiten.
- Volgens de kansarmoede-index van Kind en Gezin leeft 13,76 procent van de kinderen tussen de 0 en de 3 jaar in Vlaanderen in kansarmoede.
- Het aantal leefloners lag in augustus 2018 op 141.650. Een pak hoger dan de ‘recordhoogtes’ die in augustus 2017 werden gehaald (137.869).
- Nooit schoven meer mensen aan bij de Voedselbank dan in 2018: 159.081.
- Eén op de negen kinderen groeit op in een gezin zonder job.
Het bovenstaande is een greep uit de schrijnende cijfers die het Vlaamse en federale armoedebeleid heeft opgeleverd in de voorbije vijf jaar. En dat terwijl we in een van de rijkste regio’s van de wereld leven.
Toch ontvingen ‘perslieden’ gisteren een persbericht van de N-VA met de titel ‘Armoedecijfers tonen dat het anders moet’. Zoals zo vaak in zulke persberichten wordt gul geciteerd uit kranten- en weekbladenartikelen, om het eigen gelijk te bewijzen. Kamerlid Valerie Van Peel had in De Morgen gelezen dat één op de negen kinderen opgroeit in een gezin zonder job. Ze plukte uit het artikel wat haar goed uitkomt. Met name de grote regionale verschillen: ‘In Vlaanderen groeit maar 7,3 procent van de kinderen op in een gezin waar niemand werkt. In Wallonië is dat echter 16,2 procent, en in Brussel gaat het zelfs over 23,2 procent.’
Dat N-VA nu zegt dat het armoedebeleid anders moet, is het cynisme voorbij.
Begrijp: zodra de ‘confederale reset’ is doorgevoerd, is het gedaan met de armoede. Kleine reality check voor wie dat gelooft: het aandeel aan Vlaamse gezinnen waarin (een van de twee) ouders niet werken/werkt, schommelt al sinds 2001 rond de 7 procent. De Vlaamse cijfers zijn dus níét gezakt, ze stagneren. Waar we zelf aanmodderen, doen we dat beter.
De rekening
De N-VA is een partij die boud durft te communiceren en politiek te voeren. Sommige waarnemers noemen de brutale communicatie van de partij, en hoe die de steeds talrijkere inhoudelijke inconsistenties van de partij wegmoffelt, ‘briljante’ strategie. Het persbericht in kwestie is dat niet. Dat persbericht is alle cynisme voorbij.
De afgelopen vijf jaar was de partij van mevrouw Van Peel nagenoeg exclusief bevoegd voor de bestrijding van armoede. Op Vlaams niveau was het een van de vijf bevoegdheden van viceminister-president Liesbeth Homans, federaal ressorteerde het onder het staatssecretarisschap van eerst Elke Sleurs en daarna Zuhal Demir. Natuurlijk lijdt ook die bevoegdheid onder de Belgische ziekte van de versnippering, maar het mag duidelijk zijn dat de N-VA een flinke stempel kon drukken op het armoedebeleid.
Dat maakt van de uitspraak van mevrouw Homans dat ze de kinderarmoede zou halveren – ‘Reken mij daar maar op af’ – stilaan een gênante evergreen. De afrekening is gepeperd. In plaats van te halveren, steeg de kinderarmoede in Vlaanderen in 2017 met bijna één procentpunt tot boven de 13 procent.
Maar het moet dus anders, volgens de N-VA.
Gisteren werd mevrouw Van Peel in Terzake gevraagd om één maatregel te noemen die ze wenst te nemen tegen armoede. Ze had gelijk dat ze tegensputterde: armoede krijg je niet opgelost met één maatregel. Maar waarom kiest ze dan voor de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd? Die maatregel, die ook de Open VLD en het Vlaams Belang opnemen in hun verkiezingsprogramma’s, heet een ‘activeringsmaatregel’ te zijn.
Dat wordt ten eerste in twijfel getrokken door het Planbureau, dat enkele verkiezingsbeloftes van de partijen narekende. Ten tweede had zelfs het degressiever maken van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd, een maatregel die premier Elio Di Rupo (PS) doorvoerde in de vorige federale regering, al een funeste impact op de armoedecijfers. Het is opmerkelijk dat de N-VA in dezen eens niet de schuld op de PS steekt.
Zelfs een vermindering van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd heeft de armoedecijfers de hoogte in gejaagd. Het is volgens de Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) een van de redenen waarom het aantal leefloners vorig jaar op recordhoogte stond in Vlaanderen (41.343, een groei van 40 procent sinds 2008). Er is alle reden om te verwachten dat het stopzetten van de werkloosheidsuitkeringen evengoed zal werken tegen armoede als meer water tegen verdrinking.
Werkende armen
Eenzelfde ideologische hardnekkigheid die compleet is losgezongen van de werkelijkheid is de mantra onder N-VA’ers en liberalen dat ‘een job de beste garantie is tegen armoede’. Dat is niet waar. Ook dat blijkt uit de cijfers. Zo heeft 12 procent van de mensen die in 2018 aanschoven bij de Voedselbank een job. Daarnaast leren cijfers van Eurostat dat 5 procent van de werknemers en zelfstandigen in ons land tegen de armoedegrens botsen. Zo’n 230.000 mensen werken en zijn tóch arm. In wiens wereldbeeld is dat rechtvaardig? Is het dat wat Open VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten bedoelde toen ze in Humo zei dat we in ‘een bijna communistisch land leven‘?
En wat met het dwarsliggen van de N-VA in het debat rond de kinderbijslag? Die is door de zesde staatshervorming in handen van Vlaanderen gekomen: een transfer van 3 miljard euro. In plaats van dat systeem zo te hervormen dat iedereen, van arm tot rijk, 160 euro per kind krijgt, had de Vlaamse regering de bijslag kunnen inzetten als hefboom om de kinderarmoede halveren. Zoals in Canada: daar hebben ze de kinderarmoede effectief gehalveerd. Met dank aan de kinderbijslag.
Wie een eerlijke analyse van het non-beleid op armoedebestrijding wil maken, mag niet alleen de N-VA aanpakken.
Zou het dan kloppen, wat een doorgaans omzichtig formulerend CD&V-parlementslid onlangs onder vier ogen zei: ‘De N-VA geeft geen zak om mensen in armoede.’ Je hoeft niet tegen de N-VA te zijn om daar een greintje waarheid in te zien.
Illusies doorgeprikt
Maar wie een eerlijke analyse van het non-beleid op armoedebestrijding wil maken, mag niet alleen de N-VA aanpakken. Ook bij partijen die ideologisch veel meer scrupules hebben jegens mensen in armoede, is het armoe troef. Schrijver Erik Vlaminck, die al 25 jaar in de huid kruipt van dakloze Dikke Freddy om vlijmscherpe columns te schrijven over armoede, verwoordde het vorig jaar zo in Knack: ‘N-VA is echt niet begonnen met de mismeestering van het armoedebeleid, hoor.‘
Dat klopt. Collega Ann Peuteman en ikzelf schreven het in onze analyse van het armoedebeleid van de afgelopen vijf jaar, die deze week in Knack staat: Homans, Sleurs en Demir hadden absoluut geen grote schoenen te vullen. Hun voorgangsters Ingrid Lieten (SP.A) en Maggie De Block (Open VLD) bakten er ook al niets van. Het doorprikt twee illusies tegelijk: dat je voor een socialer of performanter armoedebeleid bij vrouwen of linkse partijen moet zijn.
Dat het bij alle partijen – of toch degene die al mee hebben mogen regeren – armoe troef is, werd me zeer duidelijk in een commissiezaaltje van het federaal parlement op 28 maart. Daar organiseerde het Netwerk tegen Armoede een debat met alle politieke partijen aan beide zijden van de taalgrens (op het Vlaams Belang na – wat jammer is, gezien de claim van de partij dat ze zeer sociaal is maar ze tegelijk pleit voor de beperking van werkloosheidsuitkeringen in de tijd).
Als moderator vroeg ik bij handopsteking aan het elfkoppige panel wie het optrekken van de sociale minima tot de Europese armoedegrens wil betonneren in een volgende regeerakkoord én daar een breekpunt van wil maken. Alle handjes gingen op, van Défi over PVDA tot CD&V. Enkel N-VA’er Jan Spooren stak zijn hand niet op. De man oogstte hoongelach bij het publiek, onder wie veel mensen die zelf in armoede leven, toen hij zei dat hij niet aan breekpunten doet. Ik begreep het hoongelach: hoe kun je nu geen breekpunt maken van zoiets fundamenteels als ervoor zorgen dat sociale uitkeringen een menswaardig bestaan garanderen?
Maar bekijk het zo: was Spooren niet de enige die eerlijk was? Nahima Lanjri (CD&V), Damien Thiéry (MR) en Lieselotte Thys (Open VLD) staken wél hun hand op. Nochtans zaten zij samen met de N-VA in de regering-Michel. Zij hebben het laten gebeuren dat Zuhal Demir de ambitie liet varen om de sociale minima op te trekken tot de Europese armoedegrens. Voor CD&V, Open VLD en MR geldt dat bovendien óók voor de regering-Di Rupo.
Voorstel
Niet dat er veel kiezers zijn die het gevoerde armoedebeleid laten meespelen in hun keuze in het kieshokje, maar N-VA-stemmers die de armoedelijn van hun partij genegen zijn, krijgen dus veel meer waar voor hun geld dan die van pakweg SP.A of CD&V. Vanuit het N-VA-standpunt kun je cynisch concluderen dat het armoedebeleid best geslaagd is. Ondermaats investeren en je beleid baseren op het idee dat armoede enkel en alleen aan jezelf te danken is: het strookt perfect met de dominante visie binnen die partij op de problematiek. Wie die ideeën genegen is, heeft dus groot gelijk om op de N-VA te stemmen. Die partij doet tenminste wat ze belooft: op z’n best mensen in armoede aan hun lot overlaten, op z’n slechtst mensen in armoede opjagen met ‘activeringsmaatregelen’.
De twee miljoen mensen die in dit rijke land een verhoogd risico lopen in armoede terecht te komen of daar al tot over hun oren in zitten (twéé miljoen, dat is één op de vijf, dat is een 2 met 6 nullen achter), hebben op 26 mei dus deze keuze in het stemhokje: ofwel een hardvochtig beleid dat niets anders pretendeert te zijn, ofwel een armoedig beleid dat claimt barmhartig te willen zijn.
Daarom dit voorstel.
Als het armoedebeleid van de voorbije tien jaar niet structureel anders wordt gevoerd en eindelijk zorgt voor een knik in de armoedecijfers, dan doen de heren en dames politici die de volgende regeringen vormen er goed aan de bevoegdheid anders te gaan noemen. Benoem ministers van Bestrijding van de Armen. Een kleine moeite met een wereld van verschil: negatieve cijfers en grafieken zijn plots het bewijs van een uitstekend beleid. En de armen kunnen dan nog altijd worden uitgelachen, hun besognes weggewuifd. Maar dan hopen die stumperds alvast niet meer op beter. Weten ze meteen waar ze staan. Nergens dus.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier