Waarover twijfelt dichter David Troch? ‘Nooit meer een marathon, zwoer ik. Maar die belofte hield niet stand’
Eke week vraagt Knack in de rubriek Durf twijfelen naar de twijfels van bekende mensen.
‘Twaalf jaar geleden keek ik uit naar mijn eerste marathon’, vertelt David Troch. ‘Om te vieren dat ik een kwarteeuw aan atletiek deed, wilde ik iets nieuws uitproberen. Polsstokspringen was te hoog gegrepen, dus werd het de marathon van Antwerpen. Ik had er hard voor getraind.
‘Alles liep goed en ik zette een redelijke tijd neer. Na de wedstrijd wachtte ik op een massage. Plots begon het heel hard te regenen. Ik raakte onderkoeld en belandde in de EHBO-tent in plaats van op de massagetafel. Nooit meer een marathon, zwoer ik. Een belofte aan mezelf die niet standhield. Ik stond regelmatig aan de start van een marathon. Weliswaar ongetraind. Nooit een goed idee.
‘Toen ik deze zomer Koen Naert, Hanne Verbruggen en Bashir Abdi zag presteren op de Olympische Spelen in Parijs, begon het weer te kriebelen. Ook omdat ik nu al een halfjaar elke dag hardloop. Om kort te gaan: voor het eerst na die in Antwerpen heb ik er net weer een gelopen waar ik iets bewuster naartoe heb geleefd. Meer nog, voor het eerst kijk ik al uit naar de volgende. Het is verschrikkelijk afzien, maar toch ook genieten.’
‘Nooit meer een marathon, zwoer ik. Maar die belofte aan mezelf hield niet stand.’
Waarom vindt u hardlopen zo heerlijk?
David Troch: Het is ontzettend ontspannend. En het doet ook gewoon deugd om mijn schrijftafel even te verlaten. Vroeger keek ik onderweg naar mijn polshorloge, nu volg ik mijn gevoel. Ik heb nog maar sinds kort een smartphone. Die blijft in mijn achterzak. Achteraf loer ik dan wel naar afstand en tijd. Ik ben te oud geworden om knaltijden neer te zetten en kan niet meer wat ik op mijn achttiende kon, maar stiekem hoop ik ooit toch de marathontijd van twaalf jaar geleden te verbeteren.
Twijfelt u vaak?
Troch: Ja, ondanks het feit dat ik een redelijk standvastig iemand ben. Die twijfel slaat toe op de meest bizarre momenten. Onlangs was ik verdiept in Pier en Oceaan van Oek de Jong. Na een tijdje dacht ik: ik moet naar zee, want daar spelen heel wat passages zich af. Terwijl ik in de trein naar De Panne verder las, troonde De Jong zijn personages mee naar Gent, waar ik net vandaan kwam. Op zulke momenten twijfel ik dus. (lacht)
En ook over mijn schrijverschap: is het relevant en goed genoeg wat ik doe? Tot een lezer je het antwoord geeft. Zo sneed iemand me, op weg naar het station, me ineens de pas af. ‘Meneer Troch, ik heb net Rue de Regrets uit. Ik heb niets met verhalenbundels, maar dit vond ik geweldig mooi.’ Zelfs tijdens de laatste marathon gebeurde het. Mensen roepen onderweg soms, bij wijze van aanmoediging, je voornaam: die staat op het borstnummer. Nu riep er ook iemand mijn achternaam die er níét op staat. ‘Troch! Hij is….’
Wat?
Troch: Dat vraag ik me dus ook af. (lacht) Meer heb ik niet gehoord.
David Troch, een soort troost, Pelckmans, 112 blz., 17,50 euro.
Durf Twijfelen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier