
Waarom de bejubelde Neflix-serie ‘Adolescence’ zo verontrustend is: ‘Het idee dat je als ouder jongerencultuur kunt begrijpen is een illusie’
Een slimme, doorgaans aardige 13-jarige jongen die na online vernederingen een leeftijdsgenote vermoordt? De nieuwe, alom bejubelde Neflix-serie ‘Adolescence’ maakt niet alleen aannemelijk dat het kan. De serie zadelt je ook op met het buitengewoon onbehaaglijke gevoel dat het je eigen kind had kunnen zijn.
De plot is de eenvoud zelve. Jamie, een dertienjarige jongen uit de Britse arbeidersklasse, wordt bij het krieken van de dag uit zijn bed gelicht door een indrukwekkende politiemacht. De feiten waarvan hij wordt verdacht zijn dan ook bijzonder ernstig. Jamie zou de avond voordien een leeftijdsgenote met zeven messteken hebben vermoord.
Dat kan alleen maar een vergissing zijn, zo gelooft onder meer zijn vader. Hij weigert zowat de hele serie lang te geloven dat zijn zoon tot zoiets gruwelijks in staat is.
Tegelijk wordt langzaam duidelijk dat de vader geen flauw benul heeft van wat zijn zoon online uitspookt. Hetzelfde geldt trouwens voor de inspecteur en de klinisch psychologe die met deze zaak belast zijn.
Op de sociale media gebruikte Jamie woorden en emoticons waar volwassenen kop noch staart aan krijgen. Pas na een snelcursus van zijn puberzoon slaagt de inspecteur erin om in de diep vernederde ziel van Jamie te kijken. De psychologe slaagt daar pas in als Jamie zelf – tijdens een magistraal vertolkte, één uur durende dialoog – de jongerentaal vertaalt naar een taal die ook volwassenen kunnen begrijpen.
Pas dan wordt echt duidelijk wat hier speelde. Jamie viel ten prooi aan een giftige cocktail van (cyber)pesterij en misogyne denkbeelden. Jamies ouders rest aan het eind van het verhaal niks anders dan zich ontredderd af te vragen of ze dit drama hadden kunnen voorkomen. Maar ook als kijkende ouder blijf je verweesd achter. Hoe goed weet ik zelf wat er omgaat in de leefwereld van mijn kind? Zou ik het zelf wél zien aankomen?
‘Incel? Cuck? Red pill? Netflix-serie ‘Adolescence’ laat zien dat we dringend de taal van onze tieners moeten leren’
Illusie
Volgens Heidi Vandebosch, expert cyberpesten (UAntwerpen), is toegang krijgen tot de leefwereld van jongeren inderdaad niet evident. ‘Ik werk soms samen met computerlinguïsten die online haat moeten opsporen’, zegt Vandebosch. ‘Ze worden vaak geconfronteerd met subculturen die eigen jargon of emoji’s gebruiken die een gewone sterveling niet begrijpt. Dat is, net als bij jongerentaal, net de bedoeling ervan.
‘Als ouder is het, vrees ik, onmogelijk om dat allemaal te volgen. Het idee dat je hun cultuur helemaal kunt begrijpen is een illusie. Het enige wat je kunt proberen, is de dialoog met je kinderen open te houden en gevoelige thema’s bespreekbaar te maken.’
Vraag is dan of we elkaar vandaag minder goed dan vroeger begrijpen. Dat valt misschien wel mee, zegt professor digitale cultuur Mariek Vanden Abeele (UGent). ‘In de jaren tachtig, de periode waarin ik opgroeide, spraken we als jongeren ook een eigen taal. Ik herinner me nog hoe mijn vader niet begreep waarom wij plots overal “kei” voor zetten, of het woord ‘nijg’ gebruikten. Mijn vader vond het ook geweldig irritant.’
Misschien, zegt Vanden Abeele, is de kloof tussen ouders en kinderen vandaag zelfs kleiner geworden. ‘De relatie is in elk geval meer horizontaal geworden. Ik denk dat ouders vandaag over het algemeen meer met hun kinderen praten dan vroeger.’
Status
Problematischer, zegt Vanden Abeele, is het hedendaagse pestgedrag. Dat heeft, zoals in Adolescence indringend wordt geschetst, met de digitalisering een heel andere dimensie gekregen. ‘In de jongerencultuur ging het al altijd over populariteit en, de keerzijde van de medaille, uitgesloten worden. Het is de manier om status te verwerven. Wij volwassenen doen dat met inkomen, dure auto’s en villa’s. Bij jongeren, die nog geen inkomen hebben, gaat het om populariteit of uitsluiting. In de ervaring van jongeren is dat extreem impactvol, en de digitalisering heeft die impact nog verdiept. De pesterijen kunnen 24 uur op 24 doorgaan. Daar komt nog bij dat je met netwerktechnologie te maken hebt. Een naaktfoto kan zich razendsnel verspreiden en is zo goed als onmogelijk om weg te halen.’
‘Uit ons onderzoek blijkt dat cyberpesten piekt bij de overgang van de basisschool naar de middelbare school.’
Heidi Vandebosch, expert cyberpesten (UAntwerpen)
In Adolescence zijn de gevolgen van dat cyberpesten bijzonder noodlottig. Wat de kwestie in deze serie nog een stuk grimmiger maakt, is de prille leeftijd van de daders/slachtoffers. Het gaat om jongeren van 13 jaar. Kinderen nog. Helaas is dat ook in de werkelijkheid vaak het geval, zegt Heidi Vandebosch. ‘Uit ons onderzoek blijkt dat cyberpesten piekt bij de overgang van de basisschool naar de middelbare school. Jongeren zijn op die leeftijd ook meer vatbaar voor de effecten van sociale media. Later neemt dat dan weer af, om opnieuw te pieken rond een jaar of 18, het volgende grote overgangsmoment.’
Manosfeer
In Adolescence wordt de huidige jongerencultuur op nog een andere manier geproblematiseerd. Jamie lijkt ook beïnvloed door de ‘manosfeer’, een digitale omgeving waar jongens de traditionele mannelijkheid koesteren en vrouwvijandigheid wordt gepropageerd.
In de derde aflevering – de allersterkste – wordt Jamie één uur lang geïnterviewd door een klinisch psychologe. Op z’n minst kun je zeggen dat de jongen worstelt met een man-vrouwbeeld dat onder invloed van de digitale cultuur verstoord is.
‘De digitale cultuur is een cultuur die polariseert,’ zegt Mariek Vanden Abeele. ‘Ze doet dat in twee richtingen. Ze zuigt jonge mannen in de richting van die vrouwonvriendelijke manosfeer, maar stimuleert omgekeerd bij vrouwen overgevoelige tegenreacties, die dan als “excessief woke” worden weggezet.’
Heidi Vandebosch ziet dezelfde beweging. Maar of de digitalisering van de jongerencultuur wel de grote boosdoener is? ‘Jonge mannen zijn er ongetwijfeld gevoelig voor, maar ook in de volwassenenwereld zie je een tendens waar denigrerend gedrag of zelf agressie tegenover vrouwen of minderheden wordt genormaliseerd. Trump is er natuurlijk een sprekend voorbeeld van.
‘Vandaag bestaat de neiging om bij alle problemen waar jongeren mee worstelen te wijzen naar de digitale revolutie en sociale media. Denk aan Jonathan Haidt en zijn ophefmakende boek The Anxious Generation, of de vele pleidooien om de smartphone in bepaalde contexten te verbieden. Dat wijst op een zekere morele paniek, waar Adolescence wat op lijkt mee te surfen. Uit onderzoek blijkt dat het verband tussen het mentaal welzijn van jongeren en het gebruik van sociale media vrij klein is. Het is een eenvoudig antwoord op een probleem dat veel complexer is.’
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier