Theatermaker Timo Tembuyser: ‘Er is te weinig variatie qua mannelijkheid in de samenleving’
‘Ik ben meer van het stille protest, zoals een zoen op een altaar’, zegt theatermaker Timo Tembuyser.
De Vlaamse theatermaker, performer, zanger en componist Timo Tembuyser studeerde eerst architectuur in Gent, maar ging voor zijn (muziek)theaterstudies naar Nederland en werkt daar nu ook voornamelijk. Als hij niet de wereld rondreist om niet-westerse gemeenschappen en hun stemgebruik te bestuderen, woont hij afwisselend in Antwerpen en Rotterdam. ‘Ik heb twee thuisbasissen’, zegt hij. Zelf noemt hij zijn werk weleens ‘muziektheaterarchitectuur’, omdat hij als een theaterarchitect vorm geeft aan ruimtes waarin mensen en stemmen elkaar ontmoeten. Hoe ‘mannelijke en vrouwelijke energie’ zich in personen, relaties en de samenleving tot elkaar verhouden, speelt in zijn voorstellingen een grote rol.
Wat betekent mannelijkheid voor u?
Timo Tembuyser: Ik ben nu 31, maar al best lang op zoek naar mijn eigen mannelijkheid. In mijn expressiviteit en seksualiteit voelde ik als kind al snel: ik ben niet de norm. You are not one of the guys. Er wordt alleen maar tegen je gezegd dat je je moet vermannen en stoerder moet zijn. Dat is waar elke jongen doorheen gaat op weg naar volwassenheid. Het heeft me veel tijd gekost om te voelen dat ik een man ben en daar ook blij om te zijn, ondanks alles wat daarbij hoort in deze samenleving. Voor mij gaat het ook over: ik ben óók een man. Want waarom zou je in een samenleving maar één soort mannen hebben? Iedereen die niet in de mal past, wordt veroordeeld en buitengesloten. In essentie is mannelijkheid prachtig en kunnen we niet zonder. Maar vandaag is er te weinig variatie qua mannelijkheid in de samenleving, en ook te weinig vrouwelijkheid. Het systeem is gemaakt voor en door één soort mannen.
Hoe verwerkt u mannelijkheid en vrouwelijkheid in uw voorstellingen?
Tembuyser: Eigenlijk draait heel mijn werk daarom. Ik ben nu zo’n zes jaar bezig met een spirituele zoektocht, die via een docent op de toneelschool en een Grotowski-workshop in Polen begon. Die zoektocht uit zich concreet in meditatie- en stilteretraites, ayahuascarituelen, stembevrijding en plantengeneeskunde. Om de paar jaar maak ik een lange verre reis. Zo woonde ik een maand bij een stam in het Amazonewoud in Peru. De belangrijkste dingen voor mijn artistieke praktijk heb ik geleerd op zulke plekken, buiten onze samenleving, scholen en systemen om. Al is het niet mijn droom te blijven afreizen naar verre oorden om de balans te vinden. Ik zie het nu als een verantwoordelijkheid om wat ik daar leer naar onze stedelijke context te brengen en hier te integreren.
Ik voel dat ik klaar ben voor some serious queer celebration.
Wat hebt u daar bijvoorbeeld geleerd?
Tembuyser: Luisteren naar de natuur, ons lichaam, werken met de energie die er sowieso al is. Niet alleen met de seizoenen van Moeder Aarde, maar ook met de maandcyclus van vrouwen bijvoorbeeld. Ik leer daar nu mee werken in mijn eigen praktijk. Ik vorm ook een makersduo met Hélène Vrijdag, my soul sister. Samen zoeken we naar de meest eerlijke dialoog, een duet tussen man en vrouw. Daarbij kijken we niet alleen naar wat we willen zeggen, maar ook naar hoe we het werkproces vormgeven. Afhankelijk van haar cyclus werken we anders, soms eerder reflectief of soms juist met een veel speelsere energie. Mannelijkheid draait voor mij heel erg om het luisteren naar en het ruimte geven aan de ander, met name aan de vrouw en de relatie tot de natuur.
Komen die thema’s aan bod in de voorstelling die u dit jaar speelt op TAZ?
Tembuyser: Ik speel de eerste mis van wat uiteindelijk een drieluik zal worden, namelijk Missa Homo Sacer (‘homo sacer’ betekent in het Latijn zowel ‘de heilige man’ als ‘de vervloekte man’, nvdr). Die voorstelling heb ik zes jaar geleden gemaakt, toen ik nog op de toneelschool in Maastricht zat. De spirituele thema’s waar ik nu mee bezig ben, komen daarin nog zo sterk niet aan bod, het thema mannelijkheid zeker wel. Ik kom uit Ninove, een heel katholieke, conservatieve stad en een vrij ruige plek om op te groeien als creatieve jonge homo. Ik heb daar wel altijd in het knapenkoor gezongen en veel gehad aan de typische rituelen van het katholieke geloof. Alleen was ik te jong om te snappen wat in het katholicisme allemaal wordt gepredikt. Ik kwam op de toneelschool aan met een grote voorliefde voor sacrale koormuziek als bagage. Maar wel met het besef dat het katholieke geloof ook erg discriminerend is. Er zit veel moois in, maar er gelden strenge regels over wie er deel van mag zijn. Ik ben heel erg welkom in de kerk, zolang ik het niet heb over op wie ik verliefd ben, niet seksueel ben, en simpelweg mijn identiteit niet uitdruk.
Zo is het concept voor Missa Homo Sacer ontstaan. De voorstelling begint als een biecht en boetedoening: sorry dat ik zo ben, ik ben een zondaar. Maar langzaam mondt het uit in een duiveluitdrijving, een tirade tegen God en de samenleving, want ik kan uiteindelijk niemand anders zijn dan mezelf. Het is een autobiografische voorstelling. (lacht) Het moest er blijkbaar allemaal uit. Maar de thema’s van zonde, uitsluiting, eenzaamheid en verzoening blijven universeel en actueel. Ik speel dan ook een abstractie van mezelf: de zondaar, die tegenover een koor staat van vijf vrouwen en een man op elektrische gitaar. De vrouwen zingen koormuziek die ik uit liefde voor de polyfone traditie heb geschreven en belichamen zo de gemeenschap. Ze troosten en straffen tegelijkertijd. Ze houden vast aan de klassieke liturgie, maar in de muziek en hoe ze hun stem gebruiken, is er ruimte voor vernieuwing en verzoening.
U ben componist en maakt muziektheater. Hoe kiest u de stemmen? Wat bepaalt of het een mannen- of een vrouwenstem wordt bijvoorbeeld?
Tembuyser: Ik werk veel met archetypes zoals de zondaar of de moeder. Bij de keuze wie die archetypes belichaamt, wordt gender steeds meer een vraagteken. In Missa Homo Sacer was gender nog een vrij heldere keuze. Ik ben een man en de gitarist in de voorstelling is ook een man. De voorstelling begint met een erotische scène tussen ons, een bewegingsscène met een zoen op het altaar. Hij is de afspiegeling van mijn verlangen. Het koor bestaat dan weer uit vrouwen. Zij zijn niet het directe object van het verlangen van de zondaar die ik speel.
In uw tweede theatrale mis, Missa Mater Sola, werkt u met een mannenkoor.
Tembuyser: Missa Mater Sola, letterlijk ‘mis over de eenzame moeder’, gaat over de gewelddadige onderdrukking van de vrouw en de moeder. De voorstelling probeert de moederfiguur uit de kerk en haar Maria-keurslijf te zingen, want ook ons vrouwbeeld is nog sterk geworteld in de christelijke traditie. Die mis komt voort uit mijn verlangen om ook met een mannenkoor te werken. Uiteindelijk is het een zesstemmig ‘zonenkoor’ geworden: er zit ook een vrouw in de groep jongens, een mezzosopraan met een wat lagere vrouwenstem die in de opera vaak als jongen wordt gecast, en een trans vrouw die tot haar 25e een man was. Gender en gendercasting zijn in mijn werk dus almaar meer een open vraag.
Maar is de manier waarop u dat zonenkoor invult tegelijk ook een statement?
Tembuyser: Alles wat we in het theater doen is volgens mij politiek, dus ja, het is een statement. Het is een heel bewuste keuze om daar niet zes cismannen te zetten, maar een genderqueer spectrum van mannelijkheid. Zelf gebruik ik voor mijn werk de term soft activism. Het is belangrijk dat er vuisten in de lucht gaan in de wereld, maar ik ben meer van het stille protest en bewust schuren, en dat zit ook in de casting van dat zonenkoor. Ik hoop op die manier het publiek uit te nodigen om daar zelf over na te denken.
Want een stem is niet alleen muzikaal maar ook een politiek instrument?
Tembuyser: Heel zeker. Welke stemmen worden gehoord en welke niet? In mijn ontwikkeling als maker ben ik mezelf als mens ook aan het ontwikkelen. In die eerste voorstelling, die nu op TAZ wordt opgevoerd, staan mijn stem en de noodzaak om mijn verhaal te vertellen centraal. De zangeressen zingen meerstemmige harmonieën maar klinken als één, ze zijn behoorlijk identiteitsloos in de gemeenschap. In de Missa Mater Sola klinkt een heel andere meerstemmigheid en gaat het juist over contrast en verschil binnen de groep performers: iedereen wordt uitgenodigd om zijn verhaal te delen en met hun solo’s breken ze de uniformiteit open. Ik ben me steeds meer bewust van het privilege dat ik heb om een show te maken en ruimte in te nemen, en dus mee te bepalen wie dat podium krijgt.
Naar goede christelijke traditie werkt u aan een drieluik. Er komt dus nog een derde mis?
Tembuyser: Inderdaad, het sluitstuk, en dat moet dan natuurlijk, na het kind en de moeder, een Missa worden over de vaderfiguur. Die komt wel pas over een paar jaar. Ik wil ook graag vader worden, en dan denk ik na over hoe en met wie. De meeste heersende concepten over vader- en moederschap zijn in mijn geval onhoudbaar. Wat betekenen die termen nog als je een kind opvoedt met twee mannen, of met drie ouders, of met mensen die zich niet conformeren aan binaire genders? De bedoeling is in elk geval dat de laatste Missa een viering wordt van alles wat we zijn. Ik denk aan een Missa Papa Party, een soort sacred rave. Onze Vader is dood, en samen dansen we op de brokstukken van Zijn Kerk, met een dj die ook mijn eigen sacrale composities vermaalt tot dance trance. Met vette solo’s en some serious queer celebration. Ik voel dat ik daar nu wel klaar voor ben.
TAZ#2023 vindt plaats van 26/07 tot 5/08 in Oostende. Info en tickets: theateraanzee.be.
Timo Tembuyser
Geboren in 1991 in Aalst.
2014: Studie architectuur & stadsplanning aan de Universiteit Gent.
2019: Acteur en theatermaker aan de Toneelacademie in Maastricht.
2019: Maakt Missa Homo Sacer en Mementum, twee oefeningen in ‘de zingende gemeenschap’.
2022: Missa Mater Sola wordt genomineerd voor de BNG Bank Theaterprijs op het Nederlands Theater Festival.
2022: Begint met het Master of Music Program bij Fontys, Tilburg, met focus op muziektheater en zang.