Stef Bos is singer-songwriter. Hij is te zien in Door de bomen op Eén en tourt met Bloudruk, onder meer in het Concertgebouw in Brugge op 16 juni.
Welk nieuws heeft u recent bang of boos gemaakt?
De vele relletjes die het nieuws halen − denk aan de racistische uitspraak van (de Nederlandse voetbalanalist en mediafiguur, nvdr) Johan Derksen − terwijl ze dat niet waard zijn.
Hebt u een concreet idee of voorstel om de wereld te verbeteren?
Meer écht met elkaar praten, oog in oog.
Wat is uw grootste prestatie?
Dat ik op mijn 45e heb besloten om nog drie kinderen op de wereld te zetten. We hebben allemaal een behoudsgezinde kant, maar die moet in balans blijven met onze zin voor avontuur.
Wat is uw grootste mislukking?
Ik ben nogal genadig voor mijn eigen falen. Al stelde ik onlangs nog mijn kinderen teleur. Ik had beloofd om samen pizza’s te eten, maar raakte verwikkeld in een mooi gesprek en was hopeloos te laat.
Hebt u al eens overwogen om te emigreren?
Ik groeide op in Nederland, verhuisde naar België en sinds 15 jaar gaan we op en neer tussen Kaapstad en Wachtebeke. Mijn land is een niemandsland: waar mijn taal wordt gesproken, kom ik thuis.
Ik luister relatief weinig naar muziek, uit angst om die te analytisch te benaderen.
Aan welke jeugdherinnering bent u het meest gehecht?
De heilige momenten waarop mijn moeder me in bed stopte en verhalen vertelde. Daar is mijn verbeelding geboren.
Doet u iets bijzonders voor het milieu?
Luisteren naar mijn vrouw. Zij neemt dat heel ernstig, zeker sinds de geboorte van de kinderen. Ze hebben bijvoorbeeld nooit een luier gedragen. Als je vanaf het begin met hen leert te communiceren, kunnen ze na enkele maanden al op het potje.
Van welke beslissing hebt u het meest spijt?
Van dingen die ik niet heb gedaan. Ooit had ik een Russische leraar literatuur. Ik had zo graag ooit door Sint-Petersburg willen lopen, als door een roman van Dostojevski.
Hebt u ooit al eens een zelfhulpboek gelezen?
De meeste zijn gebaseerd op de filosofie en literatuur, dus grijp ik liever naar het origineel. Twintig jaar geleden heb ik me wel verdiept in het taoïsme. Daar krijg je geen antwoorden, maar leer je die te vinden in jezelf.
Welk kunstwerk – boek, film, muziek, schilderij… – heeft u het meest geraakt of gevormd?
Maar films, literatuur en beeldende kunst zijn heel belangrijk. Van Cinema Paradiso van Giuseppe Tornatore tot Narziß und Goldmund van Hermann Hesse en het schitterende werk van kunstenaar George Grosz.
Waar mijn taal wordt gesproken, kom ik thuis.
Hoeveel geld geeft u jaarlijks aan goede doelen?
Nogal wat. Al probeer ik vooral iets te dóén: op benefieten spelen, bijvoorbeeld. Enige tijd geleden kreeg ik een gouden plaat: een lelijk ding, om eerlijk te zijn. Die heb geschonken aan een veiling voor Peruaanse straatkinderen. Ze heeft 20.000 euro opgebracht.
Wat vindt u het moeilijkste aan de liefde?
Totale overgave, iets wat ik van mijn kinderen heb geleerd.
Vindt u seks overschat?
Absoluut. Mij zou je boven op een berg kunnen zetten, in m’n eentje.
Hoelang is het geleden dat u uw ouders hebt gezien?
Sinds de avond van mijn laatste voorstelling. Ze zijn allebei overleden, maar op het podium zie ik hen levendig voor me. Ik zing de gedachten van mijn vader en de gevoelens van mijn moeder.
Wat hebt u geleerd in het leven?
Dat de ruimte oneindig is, zolang je maar je grens verlegt. Ik was lang Sancho Panza, maar word steeds meer Don Quichot.