Schrijver Rob van Essen: ‘Ik heb geleerd dat je in België wat ‘omfloerster’ hoort te zijn’
Rob van Essen is schrijver. Hij staat op de longlist voor de Libris Literatuur Prijs 2024, met zijn roman Ik kom hier nog op terug.
Welk nieuws heeft u recent bang of boos gemaakt?
De verkiezingsuitslag in Nederland, de oorlogen in Gaza en Oekraïne, de opwarming van de aarde. Elke generatie denkt dat de eindtijd aangebroken is, maar dat betekent niet dat dat nooit kan gebeuren.
Hebt u een concreet idee of voorstel om de wereld te verbeteren?
Ik koester niet de illusie dat ik iets kan bedenken waar nooit eerder iemand opkwam. Maar ik probeer me zo vriendelijk mogelijk te gedragen. Mocht iedereen dat doen, en elkaar wat meer met rust laten, zou het wellicht makkelijker gaan.
Wat is uw grootste prestatie?
De boeken die ik heb geschreven. Ik ben lang dwalende geweest. Maar wanneer je begint te doen wat je wilt doen, en daar dan ook nog succesvol in blijkt te zijn, ontmoet je gelijkgestemden. In mijn geval zelfs mijn huwelijkspartner (auteur Lize Spit, nvdr). Ik heb me het leven ingeschreven.
Wat is uw grootste mislukking?
Dat ik met zo veel dingen te lang heb gewacht. Dat ik te laat heb begrepen dat het goed is om dingen na te jagen. Dat je erachter aan mag gaan. En dat acne te behandelen valt.
Hebt u al eens overwogen om te emigreren?
Ik bén geëmigreerd. Veertig jaar lang woonde ik in Amsterdam, een stad waar ik van hield. Maar toen kwam Lize en was het heel logisch om naar Brussel te verhuizen. Vlak voor de grenzen sloten door covid ben ik hierheen gekomen en ik ben nooit meer teruggekeerd.
Aan welke jeugdherinnering bent u het meest gehecht?
Aan de geborgenheid thuis. Het is avond, de gordijnen zijn dicht en de lampen aan. Vader luistert naar cabaret op de radio en we lachen samen.
Wat is het ergste wat u over uzelf op sociale media hebt gelezen?
Dat ik zo’n typisch botte, arrogante Hollander ben. Dat is blijkbaar een initiatierite, als je als Nederlander naar België komt. Ik heb geleerd dat je hier wat ‘omfloerster’ hoort te zijn.
Praat u weleens tegen uw huisdier?
Voortdurend, tegen onze oude kat. Ik blijf hopen dat ze ooit iets terugzegt.
Hebt u ooit al eens een zelfhulpboek gelezen?
Toen de lockdown werd afgekondigd, heb ik twee dingen gekocht: een set onderbroeken en het verzameld werk van Epictetus. De stoïcijnse filosofie heeft me, samen met de liefde, doorheen die periode geholpen.
Welk kunstwerk – boek, film, muziek, schilderij… – heeft u het meest geraakt of gevormd?
De roman Tristram Shandy van Laurence Sterne. Een komisch meesterwerk uit 1767, dat alle kanten uitgaat. Ik voelde me erg verbonden met een werk van bijna 300 jaar oud: zo’n openbaring.
Waarover zou u meer willen weten?
Over kwantummechanica en het wezen van de tijd. Op school was ik een typische alfa-jongen die wat neerkeek op de nerds uit de wiskundelessen. Had ik toen maar wat beter opgelet.
Wat vindt u het moeilijkste aan de liefde?
De liefde accepteren. En mezelf niet wegcijferen.
Vindt u seks overschat?
Nee. Het is belangrijk dat je elkaar blijft aanraken, fysiek en geestelijk.
Doet u iets bijzonders voor uw gezondheid?
Ooit stopte ik met roken. En ik probeer elke dag een lange wandeling te maken door Brussel. Al is dat waarschijnlijk niet zo goed voor mijn longen.
Wat hebt u geleerd in het leven?
Dat je geen toeschouwer hoeft te zijn: je mag jezelf voluit in de dans werpen.