Schrijver Georgi Gospodinov over populisme: ‘Nostalgie is een wapen geworden’
Met ‘Schuilplaats voor andere tijden’ schreef de Bulgaar Georgi Gospodinov een scherpe kritiek op het populisme. ‘Ik schrijf om mijn angsten onder controle te krijgen.’
Het begon allemaal met een boze droom, vertelt hij. ‘Toen ik een jaar of zeven was, had ik een voortdurend terugkerende nachtmerrie. Toen ik die droom aan mijn grootmoeder wilde vertellen, snoerde ze me meteen de mond. (glimlacht) Mijn grootmoeder was erg bijgelovig, en ze geloofde, zoals veel Bulgaarse grootmoeders, dat je nachtmerries uitkwamen als je ze voortvertelde. Op een bepaald moment was ik het zo beu dat ik een notitieboekje nam en besloot om mijn nachtmerrie op te schrijven. Het werkte. Ik heb die nachtmerrie daarna nooit meer gehad. Maar ik ben haar ook nooit vergeten. Dat is de prijs die elke schrijver moet betalen.’
We zien de Russen vaak als willoze slachtoffers, maar ze zijn in belangrijke mate ook daders.
Georgi Gospodinov kan er bijna vijftig jaar later gemoedelijk om lachen. In Jambol, het stadje aan de Grieks-Turkse grens waar hij opgroeide, zat aanvankelijk niemand op zijn gedichten te wachten. ‘Toen ik tien jaar was, liet mijn moeder mijn gedichten lezen aan de plaatselijke dichter’, glimlacht Gospodinov. ‘Hij geloofde niet dat ik ze geschreven had, omdat mijn gedichten over doodgaan en verlies gingen. Dat vond die man blijkbaar onzin. Kinderen hoorden over spelletjes of over wereldvrede te schrijven, zoals het sociaalrealisme dat eiste.’
Vijftig jaar later loopt het storm voor Gospodinov. In de jaren negentig maakte hij in eigen land furore als dichter. In 1999 publiceert hij Natural Novel, een experimentele roman met drie hoofdpersonages die alle drie Georgi Gospodinov heten. In De wetten van de melancholie gaat Gospodinov op zoek naar een antwoord op de vraag waarom Bulgaren het droevigste volk ter wereld zijn. Tussendoor schreef hij mee aan een graphic novel, een operalibretto en vier filmscripts. Gospodinovs verhalen zijn doordrenkt van de zelfironie die veel Bulgaren typeert. ‘Zelfspot is deel van onze survivalkit’, legt Gospodinov uit. Maar tegelijk vertellen ze een verhaal dat overal ter wereld herkenbaar is. Voor Schuilplaats voor andere tijden, zijn laatste roman, kreeg hij dit jaar de prestigieuze International Booker Prize. Het is met voorsprong zijn meest politieke boek. In die roman bedenkt een personage een soort tijdscapsule, waarmee patiënten die aan dementie of alzheimer lijden hun leven kunnen doorbrengen in het tijdvak van hun jeugd. De behandeling blijkt zo succesvol dat iedereen van de uitvinding gebruik wil maken. Algauw houden zowat alle landen referenda over naar welk decennium ze het liefst willen terugkeren.
Gospodinov: ‘Ik ben dit boek in 2016 beginnen te schrijven. Je voelde toen dat er iets in de lucht hing: een soort angst, een gevoel dat alles uit elkaar dreigde te vallen. Plots merkte je hoe populistische politici de herinnering begonnen in te zetten als propaganda. In zekere zin was de Brexit een soort referendum over het verleden. Zelfs in Bulgarije begonnen we plots allerlei negentiende-eeuwse veldslagen na te spelen. Vooral de Aprilopstand van 1876, waarin we tegen de Ottomaanse overheersing revolteerden, doen we graag over. Ze was niet erg succesvol, maar om een of andere reden spelen we die graag na.’
Wat zegt het over Bulgaren dat ze het liefst een mislukte revolutie naspelen?
Georgi Gospodinov: Ik vind re-enactments veelzeggend voor de manier waarop populisten naar de wereld kijken. Het is letterlijk iets wat ze naspelen. Het is een manier om de geschiedenis op te delen: wij zijn goed, en zij zijn slecht.
Is het zo vreemd om naar vroeger te verlangen?
Gospodinov: Uiteraard niet. Ik denk dagelijks aan mijn eigen jeugd. Maar voorheen was dat verlangen naar vroeger nooit politiek. In 2016 zijn populisten begonnen met ons een collectief, gelukkig verleden te verkopen. Nostalgie is een wapen geworden.
Hoe verklaart u die nostalgie naar het verleden? Communistisch Bulgarije was niet bepaald een fijne plek om te leven.
Gospodinov: Dat is de paradox. Ik stelde me exact diezelfde vraag: wat is er nu zo verleidelijk aan de communistische tijd? Het leven was saai, als je pech had kwam je in een strafkamp terecht, en toen het voorbij was, wilde iedereen zo snel mogelijk naar het Westen. Ik moest tijdens mijn legerdienst op wacht staan aan de grens met Griekenland. Volgens de communistische ideologie stonden we daar om ons te verdedigen tegen de ‘imperialisten’ die ons dreigden aan te vallen. Terwijl we daar natuurlijk alleen maar stonden om te verhinderen dat Bulgaren het land zouden ontvluchten. Toch is de gedachte om terug te gaan in de tijd aantrekkelijk. Impliciet krijg je de belofte dat je zelf weer jong zult zijn en de wereld opnieuw aan je voeten zal liggen. Dat is niet zo. Een land kan misschien teruggaan naar zijn politieke verleden, maar je persoonlijke verleden is onomkeerbaar.
Waarom maken we die denkfout?
Gospodinov: Omdat we niet begrijpen hoe het geheugen werkt. Mensen weten niet wat ze zich herinneren. Je brein herformuleert je verleden. Je ‘herinnert’ je voortdurend dingen die je zelf hebt uitgevonden, die je gehoord hebt, gedroomd hebt, of die je hebt gelezen. Ik denk dat de pandemie ons idee van tijd heeft veranderd. Plots beseften we dat we de wereld van gisteren verloren hadden, zonder te weten of we ooit nog konden terugkeren. Plots zagen we oude films en ergerden we ons aan het feit dat personages geen twee meter afstand hielden.
Sommigen hebben zelfs een zekere nostalgie naar de pandemie.
Gospodinov: Inderdaad! Terwijl die periode ronduit verschrikkelijk was. Het toont direct aan waarom zo veel Bulgaren nostalgie kunnen hebben naar het communisme. Ons geheugen is als een kind: je kunt het elke dag trainen om zich te gedragen zoals je wilt. Op dezelfde manier kunnen we onszelf ervan overtuigen dat die pandemie al bij al niet zo erg was. Mijn ouders zijn misschien gestorven, maar ik had tenminste tijd om boeken te lezen.
In uw roman houdt Rusland geen referendum. Hebt u zich ondertussen wel eens afgevraagd naar welk decennium Russen zouden willen terugkeren?
Gospodinov: (zucht) Ik vrees dat Rusland zijn keuze heeft gemaakt toen Vladimir Poetin besloot om Oekraïne binnen te vallen. Rusland heeft voor de jaren veertig gekozen. De sterke hand van Stalin, de kadaverdiscipline, het idiote idee dat je de overwinnaar bent, niemand je iets kan maken en je zeker niet naar jezelf hoeft te kijken. Het Russische regime heeft een tweedimensionaal historisch geheugen gecreëerd. Als Rusland als samenleving onder ogen had willen zien hoe zijn overwinning in de Tweede Wereldoorlog niet alleen heroïsch was, was dit allemaal misschien niet gebeurd.
Het is voor Russen misschien ook moeilijk om een gelukkig decennium te vinden.
Gospodinov: In het boek ontstaan in landen als Zweden enorme discussies: er zijn zo veel gelukkige decennia om uit te kiezen (grinnikt). Rusland zit eerder in de categorie van landen als Roemenië, waar de bevolking geen enkel gelukkig decennium vindt. Misschien is dat niet slecht. Referenda horen over de toekomst te gaan, en niet over het verleden. Poetin is deze oorlog begonnen met het idee hoe gelukkig de Sovjetburgers waren in de jaren veertig en vijftig. Het is de typische imperiale ideologie van het communisme die niet geeft om mensenlevens.
U bent zelf opgegroeid onder het communisme. Hoe heeft dat uw blik op de wereld beïnvloed?
Gospodinov: Bulgarije stond bijzonder dicht bij de Sovjet-Unie. Op school leerden we dat de Tweede Wereldoorlog op 22 juni 1941 begon, toen nazi-Duitsland de Sovjet-Unie aanviel. Dat de Sovjet-Unie en nazi-Duitsland vooraf een pact hadden waarmee ze Polen onder elkaar verdeelden, werd verzwegen. We leerden dat de Sovjet-Unie ons bevrijd had, alsof we de grenzen hadden opengezet en hen hadden uitgenodigd. We hebben tijdens het communisme enorme reparatiesommen aan de Sovjet-Unie betaald. Onze geheime diensten waren een onderdeel van de KGB.
U beschrijft hoe u als elfjarig jongetje het graf bezocht van Georgi Dimitrov, de premier die het communisme in Bulgarije invoerde.
Gospodinov: Dat was een verplichte schoolreis voor alle Bulgaarse kinderen. Het was zeer angstaanjagend. Een bus voerde ons vanuit Jambol helemaal naar het mausoleum in Sofia waar Dimitrovs lijk lag opgebaard. Dat mausoleum was letterlijk een soort tijdcapsule. Het lichaam van Dimitrov was lijkbleek. Een klasgenoot van me had me op voorhand verteld dat je zijn ogen kon zien knipperen. Elke ochtend werd zijn lichaam opgemaakt, en elke avond stopten ze zijn lichaam in een enorme diepvries. Het mausoleum is ondertussen afgebroken, wat enorm veel moeite kostte. Het was gebouwd om een nucleaire explosie te weerstaan. Enkele jaren geleden kon ik het ondergrondse tunnelnetwerk, waarlangs de leden van de Bulgaarse regering konden ontsnappen als er iets gebeurde.
Denkt u dat u nog meemaakt dat het mausoleum voor Lenin in Moskou wordt afgebroken?
Gospodinov:(zucht) Ik denk het niet. Deze oorlog toont eens te meer dat propaganda werkt. Ik kan niet teleurgesteld zijn in Poetin. Maar ik ben wel enorm teleurgesteld in de Russische bevolking. We zien hen vaak als willoze slachtoffers, maar ze zijn in belangrijke mate ook daders. Slachtofferschap is een zeer efficiënte manier om een natie bij elkaar te houden. Het idee dat je als volk de rangen moet sluiten en vechten is nu eenmaal enorm aantrekkelijk. Poetin verkoopt dat verhaal heel goed.
U bent, net als veel Russen en Oekraïners, grotendeels opgevoed door uw grootouders.
Gospodinov: Het was een typisch verschijnsel van mijn generatie: onze ouders moesten gaan werken, er was nauwelijks kinderopvang, en dus moesten grootouders bijspringen. Het was goed en slecht tegelijk. Het was slecht omdat je je achtergelaten voelde door je ouders en je nauwelijks contact met hen had. Maar het had het enorme voordeel dat je in contact kwam met verhalen over hoe het was vóór het communisme. Mijn grootmoeder vertelde voortdurend sprookjes en verhalen die niet sociaal-realistisch waren. Het zorgde er ook voor dat je als kind meer contact had met de dood. (op dreef) Mijn oma had – typisch voor Bulgaarse vrouwen van haar generatie – de jurk al klaar hangen waarin ze begraven zou worden. Elke maand toonde ze me die jurk en drukte ze me op het hart dat ze in díé jurk begraven wilde worden. (grinnikt) Waarop ik natuurlijk altijd wanhopig smeekte dat ze niet mocht sterven.
Hebt u het idee dat het een invloed heeft op een samenleving wanneer kinderen zo vaak door hun grootouders worden opgevoed?
Gospodinov: De invloed is enorm. Er wordt minder gepraat tussen generaties. Het heeft als gevolg dat de patriarchale cultuur waarin mijn grootouders zijn opgegroeid nog steeds sterk is. Ook de cultuur van stilzwijgen die het communisme heeft gecreëerd speelt een rol. Wij Bulgaren weten hoe we onze persoonlijke verhalen moeten vertellen. Een ideologie als het communisme vindt persoonlijke verhalen problematisch. Ze willen collectieve verhalen, waarin iedereen gelukkig is. Het zorgt ervoor dat ouders niet teder zijn met hun kinderen, omdat ze het idee hebben dat ze anders verwend worden. We hebben in Bulgarije een gezegde: je kunt je kinderen alleen een kus geven wanneer ze slapen. Ze horen niet te weten dat je hen graag ziet.
Schrijft u nog altijd om uw angsten onder controle te houden?
Gospodinov: (knikt instemmend) Ik doe nog steeds hetzelfde als dat zevenjarige jongetje. Ik schrijf om mijn angsten onder controle te krijgen. Ik wil de verhalen bewaren van hen die hun verhalen niet verteld krijgen: mijn ouders, mijn grootouders. Schrijven is voor mij een manier om de tijd stil te zetten. Ik ben ondertussen 55, en ik word niet graag oud. (grinnikt) Zoals Philip Roth het ooit zei: ouderdom is geen strijd, maar een bloedbad.
Georgi Gospodinov
1968: Geboren in Jambol, Bulgarije. Groeit op bij zijn grootouders.
Schrijft zowel poëzie, proza als filmscenario’s. Publiceerde ook een graphic novel (The Eternal Fly, 2010) en een libretto voor de opera Space Opera (2017) en vier filmscripts.
Auteur van o.a. De wetten van de melancholie (2012) en Schuilplaats voor andere tijden (2020).
2023: Wint de Man Booker Prize voor Schuilplaats voor andere tijden.