Red dit standbeeld (want de Brusselse moraalridders willen het weg)
Net achter het Centraal Station in Brussel staat een prachtig beeldhouwwerk van Victor Rousseau. De Brusselse politici weigeren het te beschermen. Absurd, vindt Knack-reporter Stijn Tormans. ‘Zelfs een blinde ziet dat dit een absoluut meesterwerk is.’
Om de tijd wat te doden als de trein weer eens vertraging heeft, wandel ik weleens naar de achterkant van het Centraal Station in Brussel. Daar staat al uit het jaar stillekens een bijzonder standbeeld. Door de werken aan de metro is het wat weggemoffeld. En het patina verraadt dat het betere tijden gekend heeft.
Maar je moet al behoorlijk wat prut in je ogen hebben – of gewoon een contraire fooraap zijn – om niet te zien dat het een absoluut meesterwerk is. Het is nochtans een eenvoudig tafereel. Een naakte man met een lange baard kijkt terug op zijn leven. De locatie is fantastisch gekozen: op de achtergrond zijn de contouren van de bank te zien, alsof de man gepluimd lijkt.
We zijn niet de enigen die opgemerkt hebben dat het er belabberd uitziet. De Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen klaagde een paar maanden geleden de ‘alarmerende toestand van het beeld’ aan. Haar advies: herstellen en beschermen, die handel.
Meer dan terecht, natuurlijk. De maker, Victor Rousseau, is een van de grootste beeldhouwers die dit land ooit gebaard heeft. Ooit was hij de spil van de Brusselse kunstenaarsscene, en winnaar van ontelbare prijzen. Toen dit werk er in 1922 gezet werd, zeiden ze: ‘De plaatsing in het hart van de kapitaal zal bijdragen aan het vergroten van de artistieke reputatie van ons land.’
In beeld: deze standbeelden van historische figuren zijn gecontesteerd
Romantiek
Maar de Brusselse regering ziet dat nu anders. Ze weigeren de raad van Monumenten en Landschappen op te volgen en het werk te beschermen. Het hoeft misschien niet te worden vernield, maar het mag gerust weg op die plek. Het is ‘stereotiep’, biedt ‘een patriarchale visie op sociale en familierelaties’ en sluit niet aan ‘bij de waarden van deze tijd’.
Als alle beeldhouwwerken op de openbare weg voortaan de ideeën van onze tijd moeten uitstralen, dan mogen er veel weg.
Behoorlijk vergezocht als je dit romantische tafereel bekijkt. Maar zelfs als het zo zou zijn: dit is een werk uit 1922. De wereld van Rousseau zag er bijzonder patriarchaal uit – vrouwen hadden niet eens stemrecht. Als alle beeldhouwwerken op de openbare weg voortaan de ideeën van onze tijd moeten uitstralen – en waarom niet meteen ook een attest van goed gedrag en zeden – dan mogen er veel weg. Zelfs Dikke Mathille in Oostende kan het voortaan wel schudden, want zou dat beeld geen ode aan de obesitas kunnen zijn – we zeggen maar wat. En dat naakt, kan dat zomaar? Je vraagt je toch af wat voor een bekrompen moraalridders er rondlopen in Brussel.
Landschapspark
Een andere motivatie om het niet te beschermen is al minstens even bijzonder: er staan nog beeldhouwwerken van Rousseau in Brussel, ook andere beeldhouwers moeten een kans krijgen. Wat een hilarisch argument. Stel u voor dat een museum met dezelfde argumenten een Rubens bij het huisvuil zet, want als je er één hebt gezien, dan heb je ze allemaal gezien. En dan is er nog een reden, al wordt die niet officieel vernoemd: tuinarchitect Bas Smets wil er een landschapspark maken. En dat oude beeld past gewoon niet in zijn ontwerpen.
Beetje ironisch ook dat het standbeeld La Maturité heet, De Rijpheid. Misschien wordt het eindelijk eens tijd om volwassen om te gaan met beeldhouwwerken op de openbare weg. Dat zijn onvermijdelijk producten van hun tijd. Zet er van ons part tien borden met uitleg naast, waarom we vandaag niet meer zo patriarchaal denken als in 1922 – en maar goed ook. Maar erken tenminste de absolute schoonheid van dit werk, en ook de link met die plek. Het hoort daar te staan, beste Bas Smets en politici, en nergens anders.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier