Ophef over Thermae Palace en Koninklijke Gaanderijen in Oostende: ‘Dit is een nationale erfgoedramp’

De last man standing. Niet alleen fysiek lijkt hij op de kapitein van de Titanic. © Saskia Vanderstichele

‘Stel je voor’, zegt hij, ‘dat Emmanuel Macron na de brand in de Notre Dame gezegd had: “Geen zorgen, beste landgenoten, we bouwen de Notre Dame weer op. Alleen willen we daar geen cent insteken. Om alles te financieren gaan we in zee met projectontwikkelaars. Zij mogen net naast de Notre Dame een wolkenkrabber optrekken met allemaal luxeappartementen die een fantastisch uitzicht zullen bieden op de kerk.” Frankrijk zou toch op zijn kop staan? Wel, dat is precies wat er aan de hand is in Oostende.’ Met zijn sierlijkste dame.

Guy Servaes is een van de stemmen van de Oostendse erfgoedvereniging Dement. Weken geleden hielden hij en zijn kompanen een debat over het Thermae Palace. Het kunstencentrum KAAP op de Zeedijk puilde die avond uit – er waren veel stoelen te kort om verontwaardigde Oostendenaren te laten zitten. De tegenpartijen waren er niet, ook al hadden het stadsbestuur en de projectontwikkelaar een uitnodiging gekregen. ‘Zo hebben we geen debat’, merkte oud-televisiejournalist en deelnemer Gui Polspoel schrander op.

Op het einde van de avond deelde Dement affiches uit. Bluuf met je fikken van de Thermen hangt er nu overal in de badstad. Nog nooit kregen we zo veel steun voor een actie, zegt Marc Horrix van Dement. ‘We staan ook op de markt. Je merkt daar dat veel mensen niet op de hoogte zijn. Als we het hen uitleggen, tekent iedereen meteen onze petitie: ­Oostendenaren, maar ook toeristen.’ Ook heel wat Oostendse politici hebben de laatste weken steeds meer vragen over wat er aan het gebeuren is: de meerderheid wordt er zenuwachtig. Raar is dat niet. ‘De Koninklijke Gaanderijen en het Thermae Palace zijn iets iconisch. Nergens aan de kusten van het Europese vasteland zie je zoiets.’ Een brok onaardse schoonheid in de breedte. Met dank aan een verfoeilijke vorst.

Alle ­naoorlogse groten maakten nachtelijke sier in het Thermae: van Edith Piaf tot Louis Armstrong, van Maria Callas tot ­Georges Brassens.

***

Dit verhaal begint in 1905, de belle époque was nog kwiek. Overal in de stad werd gebouwd: aan de schouwburg, de Sint-Petrus-en-Pauluskerk, en het casino werd nog mooier gemaakt. De beste der werelden leek in 1905 in aanmaak, ook op de Zeedijk. Op 25 februari kwam Leopold II kijken naar de bouw van de Koninklijke Gaanderijen, die de beau monde 330 meter lang tegen regen en zon moest beschermen – net zoals in Scheveningen.

Onze vorst droomde die dag van meer, van een établissement hydrothérapique, een badenpaleis dat heilzaam was voor lijf en leden. Op 28 juni 1933, toen hij al lang onder de zoden lag, knipte zijn neef Albert I de lintjes door van het Palais des Thermes. Op de Koninklijke Gaanderijen was een hotel gebouwd met 150 kamers, thermen en veel art deco: een architecturaal meesterwerk van de Oostendse stadsarchitect André-Louis Daniëls en de Fransman Julien Flegenheimer.

In 1933 was de hype van de badenpaleizen voorbij, net als de belle époque. De beau monde trok niet meer massaal naar Oostende, maar ander goed volk nam zijn plaats in. Alle ­naoorlogse groten maakten nachtelijke sier in het Thermae: van Edith Piaf tot Louis Armstrong, van Maria Callas tot ­Georges Brassens. En een Hongaarse bloedgravin. In 1970 draaide Harry Kümel er de film Dorst naar bloed. Een vergeten speelfilm in België, maar in Amerika is Daughters of Darkness een klassieker. In de film is te zien hoe mooi het Thermae Palace vijftig jaar geleden was. Zelfs de drankzaal bestond toen nog. Die is verdwenen, het Thermae heeft geen thermen meer en ook de Koninklijke Gaanderijen hebben betere tijden gekend. Niets tegen wat patina – dat is altijd mooi – maar dit is een nationale erfgoedramp: als de hele zwik niet gestut werd, was hij al lang ingestort.

‘De Gaanderijen en het hotel zijn eigendom van de stad Oostende, die het verhuurt’, zegt Guy Servaes. ‘Op één voorwaarde: de huurder moet het complex onderhouden. Helaas gebeurde dat nooit. De ­clausule in het huurcontract is een paar keer gewijzigd om onduide­lijke redenen, en de huurder werd nooit echt in gebreke gesteld. De vorige stadsbesturen lieten het allemaal maar op zijn beloop. De laatste huurder was de flamboyante Oostendse ondernemer Mark Vanmoerkerke van Sunparks. Hij hield van dat hotel en had ook goede ideeën. Jammer genoeg is hij twee jaar geleden gestorven.’

Datzelfde jaar zakte minister van Erfgoed Matthias ­Diependaele (N-VA) af naar Oostende. Mét camera’s in zijn zog en een cheque van 12 miljoen voor de renovatie van het Thermae en de Gaanderijen – allebei beschermde monumenten. Echt gul was de minister niet, zegt Servaes. ‘Als er ergens een kerkorgel gerenoveerd moet worden, heeft hij meer geld bij zich. We weten dat de renovatie van de buitenschil van het Thermae en de Gaanderijen ongeveer 45 miljoen euro zal kosten. Maar die 12 miljoen euro is tenminste al iets. Begin liever vandaag dan morgen, denk je dan. De nood is verschrikkelijk hoog. Ze moeten zelfs al politielinten hangen omdat er brokstukken naar beneden komen.’

Thermae Palace en de Koninklijke Gaanderijen, onaardse schoonheid in de breedte. ‘Zoiets zie je nergens aan de kust van het Europese vasteland.’ © Saskia Vanderstichele

***

Maar er gebeurde niets, het verval ging door, de soap ook. Eind vorig jaar riep het Oostendse stadsbestuur (Open VLD, N-VA, CD&V, en Groen) de pers bijeen. Ze hadden een reddingsplan – of, beter, een businessplan – voor zowel het Thermae Palace als de Gaanderijen. Om de renovatie mee te financieren, mag er op de parking achter het Thermae Palace voor 15.500 vierkante meter gebouwd worden. De stad verkoopt beide plekken voor telkens één euro en er wordt een consortium opgericht. Daarin zitten de stad Oostende (4 procent medezeggenschap), de Participatiemaatschappij Vlaanderen (45 procent) en de huidige huurder Restotel (51 procent). Die laatsten zijn de ­kinderen van Mark Vanmoerkerke, die ook een optie ­bedongen om later de boel aan te kopen. Zo zal ‘de belastingbetaler niets merken van de renovatie’. Opvallend: de Oostende schepen van Openbaar Domein Björn Anseeuw (N-VA) voerde op de persconferentie alleen het woord, de andere twee partners van het consortium waren er niet.

‘Natuurlijk zouden wij die renovatie liever doen zonder een nieuwbouw te zetten’, zegt schepen Anseeuw vandaag. ‘Maar dat is wellicht niet realistisch. Voor ons staat het ­monument centraal. Dat willen we niet alleen restaureren, maar ook in stand houden volgens de regels van de kunst. We willen een duurzame oplossing, zodat het over vijf jaar niet weer begint af te brokkelen. Daarom gaan we ervoor zorgen dat het hele monument ingevuld wordt. Vandaag staat zeventig procent leeg, dat is economisch niet te verantwoorden. Alleen zal dat jammer genoeg niet volstaan. Een nieuwbouw moet voor voldoende middelen zorgen.’

‘Zodra die toren er staat, is het monument om zeep. Je krijgt hem nooit meer weg.’

Hoeveel verdiepingen de nieuwbouw achter de Thermae zal tellen, is gissen. Reken even mee: 15.500 vierkante meter en ongeveer 100 luxeappartementen. Een blok met minder dan vijftien verdiepingen zal het niet worden, want alleman wil zeezicht. ‘Dat is niet zeker’, reageert Anseeuw. ‘We gaan in zee met de toparchitecten Robbrecht en Daem, die nu een voorstel zullen doen. Het gebouw zal in harmonie moeten zijn met de omgeving en kan het bestaande monument versterken. We zullen ook niet meer bouwen dan wat strikt noodzakelijk is om het monument te onderhouden. Hoe minder appartementen, hoe beter.’

Anseeuw merkt ook op dat geen enkele oppositiepartij tegen het reddingsplan stemde. ‘We hebben ons onthouden’, nuanceert oppositielid en kersvers Kamerlid Jeroen Soete (Vooruit). ‘Omdat we niet zomaar tegen alles zijn, maar een oplossing willen. Alleen is die nieuwbouw achter het Thermae volstrekt onaanvaardbaar voor ons. Niet alleen omdat hij vloekt met het monument, maar ook omdat het een van de laatste stukken van de Belgische kust is zonder hoogbouw.’

Soete vindt dat Vlaanderen wat dieper in de buidel mag tasten. ‘Onlangs kreeg het Groeningemuseum in Brugge 27 miljoen voor een tentoonstellingshal, en er gaat zelfs 38 miljoen naar een culinair centrum in Antwerpen. Allemaal goed, maar is het dan zo onredelijk om wat meer geld te ­vragen voor zoiets iconisch?’

Hij herhaalde die vraag ook op de gemeenteraad, maar de meerderheid stemde zijn voorstel weg. ‘Na jaren onderhandelen zijn we tot deze oplossing gekomen’, verdedigt Anseeuw zich. ‘Dan ga je niet zeggen tegen de Vlaamse ­regering: “Oké mensen, het was allemaal maar om te lachen.” Maar als de overheid meer geld geeft, zullen we dat uiteraard niet weigeren.’

‘Het stadsbestuur wil dit dossier vooral afhandelen voor de verkiezingen, zoals het beloofd had’, zegt Guy Servaes van erfgoedvereniging Dement. ‘Helaas zitten er veel haken en ogen aan hun oplossing. Het huidige bijzondere plan van aanleg verbiedt om daar meer dan één bouwlaag te bouwen. Het bestuur moet een nieuwe omgevingsvergunning krijgen. Specialisten vertellen ons dat het onwaarschijnlijk is dat het die zal krijgen. Bovendien is op de plek waar ze willen bouwen een thermale bron. Vraag is of de ondergrond wel sterk genoeg is om daar een blok neer te poten. Ook het Thermae en de Gaanderijen zouden zo wel eens heel ­instabiel kunnen worden.’

‘Heel Mu.ZEE verhuizen? Het zou in het Thermae Palace maar een derde van de huidige oppervlakte hebben.’

Dement diende ook een aanvraag in om de omgeving als beschermd landschap te erkennen. ‘Zodra die toren er staat, krijg je hem nooit meer weg. Dan zijn de skyline en het monument voorgoed om zeep. Normaal duurt het maanden voor je antwoord krijgt, maar wij hoorden al na twee weken dat die erkenning niet mogelijk is. We gaan nu in beroep. Surrealistisch is het wel. Als je in een beschermd monument een deurklink wilt veranderen, dan heeft Onroerend Erfgoed een hoop regels over wat kan en niet kan. Maar als je een blok van vijftien verdiepingen achter een beschermd monument wilt bouwen, kunnen ze niets doen.’

***

Hoe het nieuwe Thermae Palace er volgens het reddingsplan zal uitzien, is wel duidelijk: er komt opnieuw een hotel, een ‘state-of-the-artwellness’ en een museum. Of beter, een ­museum dat al bestaat: Mu.ZEE zal straks verhuizen van de Romestraat naar het Thermae Palace. Zo willen de bedenkers van het reddingsplan meer Vlaamse subsidies binnenrijven door huurgeld.

Merkwaardige story. Volgend jaar gaat Mu.ZEE in de ­Romestraat dicht omdat het gerenoveerd wordt. In 2028 zou het museum weer opengaan. Maar lang zullen ze daar niet genieten van hun gerenoveerde blok: meteen daarna zouden ze naar het Thermae verkassen en komt het gebouw in de Romestraat leeg te staan. Terwijl de Vlaamse overheid er net zeven miljoen in geïnvesteerd heeft. ‘De verhuizing van Mu.ZEE naar het Thermae is ten vroegste voor binnen vier jaar’, verdedigt schepen Anseeuw zich. ‘Intussen willen we de werking van Mu.ZEE blijven garanderen. Dat is in het ­belang van iedereen. Daarom zijn we blij met de investeringen die de Vlaamse overheid doet in het gebouw aan de ­Romestraat. Die werken moeten sowieso gebeuren. De staat van het depot is verschrikkelijk: ze staan daar letterlijk met hun voeten in het water.’

‘Wij zijn zeker niet tegen tijdelijke exposities in het ­Thermae’, zegt Jeroen Soete van Vooruit. ‘Maar het hele museum verhuizen? Het zou in het Thermae Palace maar een derde van de huidige oppervlakte hebben. Bovendien is Mu.ZEE geen Oostends museum, maar eigendom van de Vlaamse Gemeenschap. De stad Oostende heeft daar ­helemaal niets over te zeggen.’

Een beetje patina is mooi, maar hier is niets romantisch meer aan. © Saskia Vanderstichele

Hallo Brussel? In de commissie Cultuur formuleerde minister van Cultuur Jan Jambon (N-VA) nog voorzichtig dat hij het idee van de verhuizing genegen is, maar hij vraagt zich af of het ‘praktisch haalbaar’ is. ‘Toch straf’, zegt ­oppositielid Soete. ‘Als de verhuizing van Mu.ZEE een ­essentieel onderdeel is van je reddingsplan, zou je toch op z’n minst verwachten dat je het fiat hebt gekregen van de eigenaar. Niet dus.’

Volgens schepen Anseeuw bestaat ‘het engagement ­vanuit Vlaanderen’ wel degelijk: ‘De raad van bestuur van de Participatiemaatschappij Vlaanderen, het investerings­vehikel van de Vlaamse overheid, heeft het goedgekeurd.’ Maar op het ministerie van Cultuur zeggen ze dat ze het scenario nog ‘aan het bekijken zijn’. Of ‘er in de Thermae genoeg ruimte is en ook of de budgetten er zijn’. ‘Een museum is méér dan een kunsthal’, zegt Olivier Van Raemdonck, woordvoerder van Jambon. ‘Er moet ook plaats zijn voor onderzoek, publiekswerking, kantoren…’ In de wandelgangen wordt het nog scherper geformuleerd: de Vlaamse overheid zou wel compleet kierewiet zijn om het net gerenoveerde gebouw in de Romestraat te verlaten. Het is haar eigendom en in de Thermae zou ze massa’s huur moeten betalen voor een plek die veel te klein is en die dan ook nog eens casco opgeleverd wordt. Een expo in het Thermae, dat kan leuk worden. Maar een museum: die vlieger gaat niet op, de plannen van het Oostendse stadsbestuur zijn pure waanzin.

***

Het regent vandaag in de badstad O. Vanaf het strand zijn het Thermae Palace en de Gaanderijen best indrukwekkend. Een schip uit een andere tijd lijkt het, een fata morgana. Maar hoe dichter ik nader, hoe meer het verval zichtbaar is. Op een bank zit Pierrot, een vriendelijke man met een baard. Hij woont in de gaanderijen, met uitzicht op zee. Met zijn witte kapiteinspet lijkt hij een beetje op Edward John Smith, de kapitein van de Titanic. Ook hij laat zijn stek niet in de steek. The last man standing die tegen beter weten in het schip ­probeert recht te houden tussen de woelige golven van ­politieke beloftes en projectontwikkelaars.

‘Het ontbreekt ons in Vlaanderen aan trots.’

‘Het ontbreekt ons in Vlaanderen aan trots’, zegt Guy Servaes van Dement. ‘Kijk naar de Oosteroever in Oostende, het voormalige havenkwartier. Ze hebben dat volgebouwd met hoogbouw vol luxeappartementen, maar de middenstand klaagt steen en been. Het grootste deel van het jaar is het daar zo dood als wat. De maritieme sfeer is weg, net als de mensen die er woonden. Hadden ze het slimmer aan­gepakt en ook wat van het oude behouden, dan had iedereen gewonnen. Helaas overheerst hier aan de kust het kortetermijndenken. Ik verwijt dat de projectontwikkelaars niet. Zij hebben maar één doel: zo veel en zo hoog mogelijk bouwen, zodat ze zo veel mogelijk geld verdienen. Dat is ­duidelijk. Alleen heb je dan politici met visie nodig die zeggen: “Tot hier en niet verder.” Toen wij in 2005 met Dement ­begonnen, leek het rode Oostende op het Wilde Westen. De stad moest bruisen. ­Iedereen die iets uit de belle époque wilde neergooien, kreeg meteen een sloop­vergunning. Die tijd is gelukkig voorbij. Erfgoed is een thema binnen het stads­bestuur. Tot een halfjaar geleden was ik gematigd positief over het beleid.’

Servaes zou niet liever willen dan Dement opheffen. ‘Dat zou fantastisch nieuws zijn, dan zou het niet meer nodig zijn. Ik ken betere manieren om je tijd te verdrijven. Maar dat zal nu zeker niet gebeuren: als er echt groot geld mee gemoeid is, dan telt erfgoed nog altijd niet. Dat merk je toch wel in dit dossier. Alles gebeurt ook in het duister.’ Daughters of Darkness, maar dan in het echt. ‘Leg toch alle kaarten op tafel, en betrek ­iedereen mee in dit verhaal. Dit is ook ons erfgoed. En dat van onze kinderen.’

Ik sjok voort door de vervallen Gaanderijen. Iemand heeft er op een steunpilaar gekalkt: ‘Life is more or less a lie, but then again, that’s exactly how we want it to be.’

Groeten uit Oostende: het strand waar niemand ligt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content