‘Honderd jaar eenzaamheid’ op Netflix is vreemde, bezwerende, magische televisie
Het literaire meesterwerk Honderd jaar eenzaamheid van Gabriel García Márquez heette een onverfilmbaar boek te zijn. De Netflix-adaptatie bewijst het tegendeel. In dit geval leidt magisch realisme tot bovennatuurlijk boeiende tv.
Sommige openingszinnen zijn zo klassiek dat je ze kunt citeren zonder er meteen ‘spoiler alert’ voor te hoeven zetten. Zoals: ‘Vele jaren later, staande voor het vuurpeloton, moest kolonel Aureliano Buendía denken aan die lang vervlogen middag…’ et cetera. Zo begint Honderd Jaar Eenzaamheid – Cien Años de Soledad, een van de belangrijkste boeken van de tweede helft van de 20e eeuw en van de wereldliteratuur. Het is ook een van de eerste beelden van de nieuwe tv-serie die Netflix ervan heeft gemaakt.
De Colombiaanse schrijver en Nobelprijswinnaar Gabriel García Márquez (1927-2004) was 40 toen zijn al snel wereldberoemde boek in 1967 verscheen. Hij had zijn part van het leven al meegemaakt, in de roerige maar ook spannende tijden dat de naties van Zuid-Amerika nog ‘ontwikkelingslanden’ werden genoemd. Nu heeft dat een pejoratieve bijklank – straatarme landen die door het rijke Noorden voorzien worden van miljoenen aan geld en hulp. In de jaren 1950 en 1960 was ‘ontwikkelingsland’ een positief begrip voor landen, vaak oud-kolonies, die zich enthousiast en vol geloof in eigen kunnen aan het ontwikkelen waren.
Anders dan vandaag wordt gedacht, had de oude wereld vaak het gevoel meer te kunnen leren van hen dan omgekeerd. Zeker cultureel, in brede zin: de beste Braziliaanse architecten, onder meer de visionaire Oscar Niemeyer, bouwden vanaf het einde van de jaren 1950 in het toen nog desolate hoogland een gloednieuwe modernistische hoofdstad, Brasilia. Ook de oude wereld vergaapte zich aan wat toen gezien werd als een architecturaal en stedenbouwkundig wonder.
Imaginair Brasiliaatje
Tegelijk waren die ontwikkelingslanden vaak nog ‘prille democratieën’, waar zeker in de context van de Koude Oorlog het leger graag en vlug de macht greep, vaak na ruggespraak met de Amerikaanse ambassade. Amerikaanse multinationals, voorop de emblematische United Fruit Company, brachten zowel rijkdom en welvaart als armoede en ellende. Net zoals in vroegere tijden waren er guerrillero’s alom, zij het steeds vaker van marxistische inspiratie. Márquez bewonderde Fidel Castro en de omwenteling die hij in Cuba op gang had gebracht. Dat was de Zuid-Amerikaanse realiteit van toen, even caleidoscopisch als het magisch-realistische Zuid-Amerika dat Márquez in zijn werk evoceert.
In Cien Años de Soledad verhaalt hij de kroniek van de familie Buendía, van de 19e tot ergens in de 20e eeuw. Een verhaal dat begint met de ambitieuze, gedreven, zelfs bezeten stamvader José Arcadio, die samen met zijn vrouw (en volle nicht) Úrsula Inguarán eropuit trekt, uiteindelijk ergens midden in een moerassige jungle belandt, en daar de fictieve plaats Macondo sticht – als het ware zijn imaginaire, haveloze Brasiliaatje.
Exodus
De Netflix-adaptatie ademt van de eerste tot de laatste seconde (toch in haar eerste afleveringen) Zuid-Amerika en Márquez. Dat er Spaans wordt gesproken, maakt het gevoel van authenticiteit totaal. Het verhaal uit het boek wordt (gelukkig) niet tot de letter getrouw gevolgd maar ook niet brutaal omgebouwd. Het decor en de figuranten zijn meer dan achtergrond, ze zijn wezenlijk bepalend voor de sfeer.
En sfeer, daar was het magisch-realistische auteurs toch altijd om te doen. De armoede en de rauwe omgangsvormen zijn tastbaar. De kijker stapt mee in de zoektocht naar geluk die zich vertaalt in een exodus naar een verre plek, want alleen daar ginds, ergens, is een betere toekomst mogelijk – hoe lang, hoe wanhopig, hoe uitzichtloos de tocht ook is. Het lijkt een voorafspiegeling van de grimmige Latijns-Amerikaanse emigratie naar de Verenigde Staten, dat land dat hen niet meer welkom heet maar dat ze toch willen bereiken. Zoals Márquez het neerschreef en de Netflix-scenaristen letterlijk hebben overgenomen: ‘Op zoek naar het land dat niemand ze had beloofd.’
Trage televisie
Het is 100 procent magisch-realistisch, een genre waarin de twee helften van het begrip elkaar versterken en opheffen tegelijk. Want jazeker, Cien Años de Soledad heeft natuurlijk een magische, onwerkelijke, haast bezwerende kant, wat in de tv-adaptatie versterkt wordt door een off-screen verteller nadrukkelijk te laten zeggen wat de acteurs niet kunnen uitspreken. Dat vertraagt ook het tempo. De kijker die een variant verwacht van Narcos, die andere uiterst succesvolle Netflix-serie met roots in de Colombiaanse geschiedenis, kiest beter een ander feuilleton.
Wie durft zich te laten meewiegen met het trage tempo, wie zich laat onderdompelen in de broeierige sfeer, zit sneller dan verwacht met de neus op de verpauperde realiteit van toen: het onbetwistbaar arme, harde maar ook spirituele Latijns-Amerika van vroeger, waar bijgeloof en bovennatuurlijke verschijningen concurrentie krijgen van de ontluikende techniek en wetenschap. Zoals Márquez zei: ‘Ik voel me Latijns-Amerikaans uit welk land dan ook, maar ik heb nooit afstand gedaan van de nostalgie van mijn vaderland: (zijn geboortestad) Aracataca, waar ik op een dag naar terugkeerde en ontdekte dat tussen realiteit en nostalgie de grondstof voor mijn werk ligt.’ Maar zoek er vooral geen slecht verpakte politieke boodschap achter.
René Margritte
Hoe wezenlijk Colombiaans het universele verhaal van de familie Buendía ook is, wordt helemaal duidelijk in De laatste Buendía. In de voetsporen van Gabriel García Márquez van auteur Peter Daerden. Daerden schreef een paar jaar geleden al Revolutie in Rio, de biografie van Conrad Detrez. Detrez was een Franstalige Limburgse seminarist uit Rukkelingen-aan-de-Jeker (je verzint het niet), die in de jaren 1950 naar Zuid-Amerika trok om er de revolutie mee te maken, gedesillusioneerd terugkeerde naar Europa, in Frankrijk een gevierd cultauteur werd en veel te snel stierf aan aids.
Daerden is een van de beste Nederlandstalige schrijvers aan het worden van ‘literaire non-fictie’, en een fijne kenner van Latijns-Amerika, want een scherpe observator ter plaatse. Wanneer hij schrijft over de reizen van weleer – toen per boot door het oerwoud –, van de Colombiaanse kust naar hoofdstad Bogota, dan voelt de lezer dat Joseph Conrads Heart of Darkness zich niet alleen in Congo heeft afgespeeld. Ook zijn boek leest als een caleidoscoop: hoofdstukken die vaak weinig maar altijd iets met elkaar te maken hebben, want Gabriel García Márquez, Colombia en de imaginaire Buendía’s zijn altijd aanwezig.
Een van de hoofdpersonages, kolonel Aurelio Buendía, zou losjes gebaseerd kunnen zijn op een Colombiaanse generaal die in 1965 in Brussel stierf.
Voor zover de Buendía’s helemaal denkbeeldig zouden zijn. Márquez vertrok namelijk vanuit zijn eigen leven en samenleving(en) die hij kende en onderging. Zo zou kolonel Aurelio Buendía – die van de openingssequentie voor het vuurpeloton – wel eens losjes gemodelleerd kunnen zijn op generaal Ramón D. Morán (een man wiens voor- en achternaam anagrammen zijn), een Colombiaanse militair die uitweek naar Brussel en daar op 1 juni 1965 stierf. ‘Mogen de mensen die hem gekend hebben hem met ontroering gedenken’, aldus een rouwbericht dat de familie liet plaatsen in Le Soir.
In die zin heeft het hele werk van Márquez zelfs een Belgische kant. In welk land wisten kunstenaars, met voorop schilders als René Magritte en Paul Delvaux, het publiek te intrigeren met hun soms bezwerende magisch-realistische werken? Het is een stroming die de werkelijkheid vervormt om ze beter te kunnen doorgronden. Ze is een nuttige blik op de samenhang der dingen, die Belgen blijkbaar in staat heeft gesteld om de absurditeiten van het land en het bestaan makkelijker te verdragen en beter te begrijpen.
Zo is het ook met de bijwijlen wonderschone Netflix-adaptatie van Cien Años de Soledad. Hoe onwezenlijk het gebeuren soms is, het geeft op een vreemde manier een andere, meer fantasievolle en dus creatievere en minder berustende kijk op het leven, en hoe ermee om te gaan.
Peter Daerden, De laatste Buendía. In de voetsporen van Gabriel García Márquez, uitgeverij Tzara, 156 blz. , 24,99 euro.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier