De twijfels van kunstenaar Koen Broucke: ‘Het gaat er niet om hoeveel fans je hebt’


‘Eind jaren tachtig, toen ik nog een beginnend kunstenaar was, dacht ik dat je heel snel een grote internationale carrière moest maken’, vertelt kunstenaar Koen Broucke. ‘Het was de tijd van het onbeperkte reizen. Je kon jezelf, zo dachten we toch, alleen maar leren kennen door de wereld rond te trekken. Daarover ben ik volledig van mening veranderd.’
Elke week vraagt Knack in de rubriek Durf twijfelen naar de twijfels van bekende mensen.
Ik ben van mening veranderd, niet door op een stoel te zitten en na te denken, maar door dingen die ik heb meegemaakt: mijn moeder is gestorven toen ik achttien was, en mijn oudste kind toen ik vijfendertig was.
Door dat gemis ben ik anders naar de dingen gaan kijken. Je leert veel meer van het leven door heel dicht bij jezelf te blijven, bij je naasten, de mensen van wie je houdt. Ik reis ver door mijn rozelaar te snoeien of de schaduwen in mijn tuin te observeren en te schilderen. Daardoor heb ik de wereld leren kennen. En niet door naar een of andere exotische bestemming te trekken met een goedkope vliegtuigvlucht.’
‘Vroeger dacht ik dat een kunstenaar een grote internationale carrière moest maken, maar daarover ben ik volledig van mening veranderd.’
Een internationale carrière interesseert u niet meer?
Koen Broucke: Het is zeker niet mijn grootste ambitie. We leven nu in België met bijna twaalf miljoen mensen. In 1900 waren het er maar zes miljoen. Die waren dan ook nog eens heel hard aan het werk en hadden amper vrije tijd. Het aantal mensen dat in kunst geïnteresseerd kon zijn, was bijzonder klein. Het was voor mensen als Permeke of Ensor essentieel dat verzamelaars in Frankrijk of Duitsland hun werk zagen.
Dat is vandaag niet meer zo: meer mensen hier zijn nu geïnteresseerd in kunst. Er is een hele warme uitwisseling met mensen die vlak bij mij wonen. En, dankzij het internet, ook met mensen uit pakweg Finland of Spanje.
Maar ik geloof niet in aantallen: het gaat er niet om hoeveel fans je hebt of hoe hoog de prijzen van je werk zijn. Wel draait het over de intensiteit van de beleving. Of, om het anders uit te drukken: ik hou veel meer van een Morandi dan van een Kiefer. Meer van een Chardin dan van een Rubens. De eersten zijn schilders van de nabijheid. Terwijl iemand als Rubens vandaag voortdurend op het vliegtuig zou zitten om zijn werk te verkopen.
Bent u iemand die vaak twijfelt?
Broucke: Ik twijfel over alles. Daarom ben ik een heel snelle beslisser, omdat ik niet tegen momenten van twijfel kan. Elke keer als ik aan een schilderij begin, moet ik een aantal knopen doorhakken: op doek of op een paneel, op een rode of een groene achtergrond… Als ik daar allemaal over zou beginnen te twijfelen, kan ik niet meer starten.
De twijfel uitschakelen om vooruit te kunnen, is essentieel. En daarna kun je nog altijd corrigeren. Ik vertrouw dus heel erg op mijn intuïtie. Ook als ik bijvoorbeeld een tentoonstelling maak. Soms probeer ik weleens een paar andere opstellingen, maar altijd blijkt de eerste intuïtieve keuze de beste.
De expositie Pelgrimage. Reis naar het rijk van Magritte en Delvaux van Koen Broucke loopt nog tot en met 11 mei in Kapel Rozenkrans in Oostduinkerke.
De twijfels van Noonzy: ‘Door een uniform kan je weer focussen op de essentie van school’
Durf Twijfelen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier