
Socioloog Rudi Laermans: ‘De MR speelt het inzake cultuurbeleid veel harder dan de N-VA’
Maakt de regering-De Wever zich echt op om het kunstenaarsstatuut af te schaffen? Dat statuut is nochtans essentieel voor het uitoefenen van het beroep van kunstenaar, zegt socioloog Rudi Laermans.
Bijna negenduizend kunstenaars in België dreigen straks hun kunstwerkstatuut, zoals het kunstenaarsstatuut sinds vorig jaar heet, te verliezen. Daarmee moeten zij net als iedereen die een uitkering krijgt op zoek naar ander werk, ook in periodes dat ze eigenlijk als kunstenaar aan het werk zijn zonder ervoor te worden betaald. De regering-De Wever heeft nog niets beslist, maar MR-minister David Clarinval wil het statuut graag samen met de werkloosheidsuitkeringen weghervormen. Dat zorgt voor zeer veel ongerustheid, die cultuursocioloog en auteur Rudi Laermans perfect begrijpt.
Rudi Laermans: Over het Vlaamse cultuurbeleid worden af en toe verhitte discussies gevoerd, terwijl het over dat federale luik tot nu toe merkwaardig genoeg bijna nooit ging. Het kunstwerkstatuut is nochtans essentieel voor het uitoefenen van het beroep van kunstenaar. Het zijn natuurlijk geen subsidies in de strikte zin van het woord, maar dat statuut is helemaal complementair met het Vlaamse cultuurbeleid. Vlaanderen subsidieert vooral producties, cultuurhuizen en andere organisaties. Het federale niveau zorgt ervoor dat kunstenaars hun werk kunnen doen, vooral het werk waar ze anders niet voor worden betaald. Bijvoorbeeld de tijd die muzikanten en acteurs nodig hebben om nieuw materiaal in te studeren, of dansers om hun lichaam te onderhouden. Ook de tijd om hun administratie te doen. Zelfs om projectsubsidies aan te vragen wordt die administratie hen niet eenvoudig gemaakt.
N-VA’er Axel Ronse vraagt zich af of kunstenaars niet gewoon ander werk kunnen doen tussen twee projecten door. Nogal wat mensen begrijpen waarschijnlijk ook niet dat kunstenaars een ander statuut verdienen dan andere beroepen.
Laermans: Ik wil gerust de discussie voeren over het uitbreiden van het stelsel van het kunstwerkstatuut naar een soort van gegarandeerd basisloon voor iedereen. Ik ben daar een principiële voorstander van. (grijnst)
Het is een wat overtrokken vergelijking, maar denk aan wetenschappers die een artikel publiceren met onderzoeksresultaten en enkel voor dat artikel betaald worden. Dat artikel kan enkel geschreven worden op basis van het onderzoek daaraan voorafgaand, dus dat moet ook op een eerlijke manier worden vergoed. Als het kunstwerkstatuut echt wordt afgeschaft, zal de Vlaamse regering haar cultuursubsidies op een andere manier moeten gaan verdelen.
De N-VA wil daar al langer van af. Is dat een onderdeel van haar ideologische strijd?
Laermans: Goh, Jan Jambon heeft als cultuurminister uiteindelijk een eerlijk en genereus cultuurbeleid gevoerd. Hij heeft de budgetten voor cultuur opgetrokken. Op dat moment was de N-VA niet bezig met een strijd tegen de cultuurwereld. Misschien ziet ze er nu iets in om kunstenaars als belijders van de zogezegde linkse kerk een hak te zetten. Of denken N-VA’ers dat alle kunstenaars woke zijn, sinds hun voorzitter daar een boek tegen heeft geschreven? De afschaffing staat natuurlijk niet in het regeerakkoord, dus de partij heeft daarover niet hard op tafel geklopt. De MR ook niet, trouwens. Nochtans heeft Georges-Louis Bouchez al veel straffere uitspraken gedaan over de cultuursector: hij is tegen cultuursubsidies tout court. Bij N-VA’ers is er nog altijd iets overgebleven van het cultuurflamingantisme, terwijl de MR eerst en vooral een neoliberale en Belgicistische partij is. Die partij speelt het veel harder dan de N-VA.
Zijn ze in de cultuursector blij dat Caroline Gennez nu ‘hun’ minister is in Vlaanderen?
Laermans: Velen hoopten dat zij het zou worden, ja, want ze heeft een persoonlijke affiniteit met de kunsten. Zij zal al zeker geen relletjes stichten over woke, in haar beleidsnota gaat het uitgebreid over het belang van diversiteit. Ze legt de nadruk op cultuurparticipatie, een oude socialistische bezorgdheid, maar het is ook nog altijd een probleem dat veel minder mensen van kleur en kortgeschoolden aan cultuur doen.
De KVS vond een reden om Vlaams Belanger Filip Brusselmans uit zijn raad van bestuur te zetten: zo’n zitje is niet meer te combineren met een politiek mandaat. Is dat terecht, of een beetje kinderachtig?
Laermans: Ik begrijp wel dat de KVS iemand die zonder overleg begint te schieten op de artistiek directeur niet in zijn raad van bestuur wil. Maar de reactie is wel heel ad hoc, alsof men een stok heeft gezocht en gevonden om de hond te slaan. De discussie of politici in zulke raden van bestuur kunnen zetelen, mag breder gevoerd worden, maar vergeet niet dat de cultuurpactwet federale materie is. Ik geloof niet dat men het daar in Franstalig België mee eens zou zijn. Mijn indruk, vooral gebaseerd op het Brusselse landschap, is dat het cultuurbeleid daar sterker gepolitiseerd is dan in Vlaanderen. Zowel in de raden van bestuur als in de administratie. Waalse kunstenaars benijden hun Vlaamse collega’s, want zij moeten zelf veel meer à la tête du client overeenkomsten sluiten met politici.
Het kunstwerkstatuur geeft bijvoorbeeld acteurs en muzikanten de tijd om nieuw werk in te studeren, of dansers om hun lichaam te onderhouden.
In Nederland bespaart een regering met Geert Wilders’ PVV hard op cultuur en op de publieke omroep. In de Verenigde Staten hakt Donald Trump ook in op alles wat daar nog van overblijft. Wij komen er nog goed van af.
Laermans: Het is onvoorstelbaar wat Trump doet, zeker aan de universiteiten. Hij voert zijn strijd onder de vlag van anti-woke, maar dat zal veel radicalere consequenties hebben. Dit gaat echt niet alleen over een vak als critical race studies, wat vaak als typisch voorbeeld wordt gegeven. Het diversiteitsbeleid van de elite-universiteiten zorgt ervoor dat kansarme groepen wél kans maken om daar te studeren. Zonder dat DEI- beleid raken zij daar niet. Dat zal grote gevolgen hebben voor wie alsnog als buitenstaander tot de elite kan doorstoten en wie niet.
Woke is een symbool geworden binnen een dubbele cultuurstrijd, die hier ook door rechts wordt gevoerd en bij ons redelijk paradoxaal is. Enerzijds moeten we ons zorgen maken over nieuwkomers zoals vluchtelingen, omdat ze zogezegd onze moderne, westerse cultuur bedreigen – het gaat dan over vrouwenrechten of LGBTQ-rechten. Anderzijds wordt onze cultuur dus ook bedreigd door een vijfde colonne van binnenuit, die met woke wordt geassocieerd en juist opkomt voor die rechten van vrouwen en minderheidsgroepen. In de Verenigde Staten ligt dat anders, omdat de conservatieve cultuurstrijd de Verlichtingswaarden zelf al opzijzet met ultratraditionele opvattingen over gender, opvoeding of gezin.
Wordt de rauwheid waarmee Trump te werk gaat ook een voorbeeld voor politici in ons land?
Laermans: Er bestaat hier al een rauwe rechtse partij, niet? Ze is zelfs heel succesvol en heeft andere partijen verder naar rechts getrokken. Maar de pijlers van de democratie staan er nog. Tegenstanders neem je in een democratie serieus en probeer je te overtuigen, omdat je weet dat je later misschien nog een compromis met hen moet sluiten. Een autocraat als Trump daarentegen ziet zijn politieke tegenstanders, en ook rechters, als vijanden van de volkswil. Vijanden wil je dood, symbolisch of eventueel zelfs fysiek, maar in die situatie zitten we voorlopig gelukkig nog niet.
Denken N-VA’ers misschien dat alle kunstenaars woke zijn, sinds hun voorzitter daar een boek tegen heeft geschreven?
In België gaan politici als tegenstanders met elkaar om, toch?
Laermans: Ja. In Nederland staat de verruwing al veel verder. Geert Wilders heeft inderdaad een regering gevormd met zijn PVV, maar sindsdien is hij aan het wachten op het juiste moment om ze weer te laten vallen.
Tijdens de Oscaruitreiking durfde niemand zelfs nog maar te piepen over Donald Trump, net nu het echt gevaarlijk begint te worden. Zijn cultuurmakers minder kritisch en geëngageerd dan ze graag over zichzelf denken?
Laermans: Trump is zeer onvoorspelbaar en schrikt er niet voor terug om achter individuen aan te gaan. Ik begrijp de angst wel. Het is ook niet dat Wall Street veel meer van zich laat horen dan Hollywood. In Vlaanderen behoort de grootste groep van kunstenaars zowel qua inkomen als werkomstandigheden tot het precariaat, iets wat we vaak vergeten. Ze moeten veel compromissen sluiten om überhaupt hun werk te kunnen maken. Dat werk kan op zichzelf heel kritisch zijn voor de samenleving, maar daarbuiten laten ze zich minder gemakkelijk horen. Ook dat kan ik goed begrijpen.
Tot slot, Knack Focus sprak onlangs met heel wat mensen uit de museumwereld en vond al snel getuigenissen over problematisch leiderschap. De kritiek op Philippe van Cauteren in het SMAK blijft ook maar aanhouden. Geen enkele sector lijkt het zo moeilijk te hebben met problematisch leiderschap als de cultuurwereld.
Laermans: Dat zit nog altijd ingebakken in de idee van de charismatische kunstenaar of curator. Ik ken het dossier van het SMAK niet, maar ik heb wel de indruk dat daar niet snel genoeg is opgetreden. Dat is nochtans wat er moet gebeuren als getuigenissen naar buiten komen: snel handelen en zowel intern als extern duidelijk communiceren.
U bent een bekende fan van Anne Teresa De Keersmaeker. Zij kwam vorig jaar ook in opspraak.
Laermans: Wat ik daarover te zeggen had, heb ik zelf aan Anne Teresa verteld. Het geeft geen pas dat ik me daarover in de media uitspreek.
Socioloog Rudi Laermans: ‘Burgerpanels zijn een schoolvoorbeeld van schijndemocratie’
Rudi Laermans
– 1957: Geboren in Sint-Truiden.
– Behaalde een doctoraat sociologie aan de KU Leuven.
– 2001: wordt gewoon hoogleraar sociologie aan de KU Leuven.
– Publiceert in vakbladen over sociale theorie en kunstsociologie, en als essayist in onder meer Etcetera en De witte raaf.
– 2015: publiceert Moving Together, over hedendaagse dans.
– 2022: gaat met emeritaat.
– 2024: publiceert Democratie zonder politiek.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier