De Lage Landen van Arnout Hauben: ‘Nederland is nog veel meer gepolariseerd dan Vlaanderen’

© VRT

Hoge kijkcijfers, een format dat vlot verkocht raakte in het buitenland en de meest prestigieuze Nederlandse televisieprijs: 2024 was een topjaar voor Arnout Hauben. Al is het niet al goud wat er blinkt en moest hij zijn productiehuis De chinezen downsizen.

Donderdagavond 17 oktober, een vol Carré-theater in Amsterdam. Arnout Hauben, voor het eerst in zijn leven in smoking, houdt het niet meer van de spanning. Na tal van stemrondes zijn er nog drie programma’s die kans maken op de Gouden Televizier-Ring, de belangrijkste tv-prijs van Nederland.

Haubens Dwars door de Lage Landen is er één van. Het programma haalde in Nederland zo’n 1,3 miljoen kijkers per aflevering. In Vlaanderen kwamen daar via VRT1 en VRT MAX nog zo’n miljoen bij.

Dan de verlossende woorden: ‘De winnaar van de 59e Gouden Televizier-Ring met 55 procent van de stemmen is Dwars door de Lage Landen.’

U leek het amper te kunnen geloven?

Arnout Hauben: Het was de eerste keer in de geschiedenis van de Gouden Televizier-Ring dat een Vlaams programma won. Dan maak je wel een quantumsprong. Als mede-eigenaar van productiehuis De chinezen krijg ik mijn programma’s nu makkelijker verkocht in Nederland. Dat is een nieuwe markt die opengaat. Wat fijn is, want als klein en onafhankelijk productiehuis hebben we wel gemerkt dat de Vlaamse markt wat stilgevallen is. In de euforie na corona hebben de zenders veel programma’s besteld, waardoor er nu nog veel reserve is en er dus weinig wordt aangekocht.

Daarnaast moeten de zenders ook besparen. ‘Het geld is op’, horen we keer op keer. Dus ja, als tv-maker heb ik een mooi jaar beleefd, maar als producent denk ik weleens: we staan aan de vooravond van de winter.

‘Als tv-maker was het een mooi jaar, maar als producent is het de vooravond van de winter.’

Dat sluit aan bij de alarmklok die de commerciële zenders recent luidden: VTM en Play zouden vanaf 2026 structureel verlies maken, beweren ze. 10 procent van de jobs in de sector zou bedreigd zijn.

Hauben: Wij hebben bij De chinezen de tering naar de nering moeten zetten en zijn verkleind. Wat bijzonder vervelend is, want een productiehuis leiden kun je vergelijken met de opbouw van een sportploeg. Je koopt spelers in, maar vooral: je werkt dag in dag uit aan dat team. Je wilt van al die creatieve mensen een hechte groep maken die het DNA van het productiehuis in de vingers heeft. En daar zijn we nu een stuk van kwijt.

Dat is best een beetje wrang, na alle successen van de afgelopen jaren. Gelukkig is er voor ons nu het Nederlandse luik. Maar in de eigen achtertuin loop het moeilijk, waardoor we nu eerder moeten consolideren dan groeien.

Vormt het buitenland een oplossing?

Hauben: Een oplossing is veel gezegd, maar het levert natuurlijk wel iets op. Wij Belgen staan wereldwijd op plaats vier als het gaat over televisieformats verkopen, na de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en het Nederland van John de Mol. Dat is niet niets. Interview met de Geschiedenis is intussen verkocht aan elf landen. Daar ben ik wel trots op. Iedereen kent me van de wandelprogramma’s. Heel simpel: met drie sjarels en een niet zo dure camera de hort op. Maar dit was een heel ander gegeven, een pak complexer, ver buiten mijn comfortzone. Toen ik het idee ging pitchen werden er veel wenkbrauwen gefronst. ‘Wat ga je precies doen? Acteurs koningen laten spelen en die dan interviewen?’ Er was behoorlijk wat scepsis. Dat het dan werkt en dat het buitenland ook interesse toont: ja, dat is mooi.

Nochtans waren de recensies na de eerste aflevering niet echt lovend. De mix van fictieve, gescripte interviews met koningen als Leopold I en het meer spontane reportagewerk kwam geforceerd over, zo klonk het. Raakt die kritiek u?

Hauben: Niet echt. Ik weet bijvoorbeeld ook wel dat er geen groot acteur aan mij is verloren gegaan. Maar ik vond het heel fijn om te doen. Je kunt bij elk programma wel iets vinden waar je kritiek op kunt geven. En als recensent kun je dan op die nagel kloppen. De vraag is alleen: hoe hard klopt hij of zij? In al die recensies – zelfs in kritieken die bewust de overdrijving opzoeken – zit altijd een grond van waarheid. Ik probeer daar dus iets van mee te pakken naar volgende programma’s. Wel vind ik de mediakritiek in Vlaanderen zeer versnipperd. Er zijn een aantal heel goede stemmen, maar ze verdwijnen in de veelheid. Sommige media hebben een stuk of zes recensenten die elkaar afwisselen, waardoor je als lezer ook geen referentiekader meer hebt.

‘In theorie waren Lotte Vermeir en Ricus Jansegers de perfecte yin en yang – zij het DNA van de openbare omroep, hij een uitgesproken commerciële reflex.’

Wat kunt u al kwijt over het tweede seizoen van Interview met de Geschiedenis?

Hauben: In de eerste reeks interviewde ik Belgische koningen, nu zal ik buitenlandse beroemdheden uithoren die een tijd in ons land woonden. We konden fantastische acteurs strikken. Stefaan Degand zal bijvoorbeeld Napoleon vertolken, Ruth Becquart Marlène Dietrich, Nico Sturm Albert Einstein, Els Dottermans Marie Curie, Boris Van Severen Peter de Grote… Wellicht is de reeks in het najaar van 2025 te zien.

De tweede reeks is een coproductie van de VRT met de Nederlandse VPRO. U leerde onze noorderburen goed kennen: voor Dwars door de Lage Landen wandelde u honderden kilometers door Nederland. Intussen heeft Geert Wilders er de verkiezingen gewonnen en een regering gevormd. Hing die overwinning in de lucht?

Hauben: Nederland is nog veel meer gepolariseerd dan Vlaanderen. De kloof tussen platteland en stad is er enorm. Veel plattelanders vertelden me dat ze zich niet gehoord voelen. In Vlaanderen speelt dat ook, maar toch minder uitgesproken dan in Nederland. In onze eerste aflevering zat een Friese boer die ons meteen duidelijk maakte dat hij niet gefilmd wilde worden. Later draaide hij bij, maar hij moest aan het eind toch even kwijt dat de boeren Mark Rutte ‘helemaal zat’ waren.

Die argwaan tegenover ons was ook opvallend: veel mensen zien de televisiewereld als te stedelijk en te navelstaarderig. Niet alleen in Nederland, maar ook bij ons, denk ik. Veel mensen die programma’s bestellen, in Hilversum en Brussel, lijken vervreemd van het publiek. Ze weten niet wat er leeft bij de kijkers.

© VRT

U vertelde onlangs in Het Huis bij Eric Goens dat u zoekende was als tiener en niet meteen uitblonk op school. Hoe zouden uw toenmalige leraars naar uw succes kijken?

Hauben: Ik hoop dat ze trots zijn. Ouders verwachten allemaal dat het beste in hun kind naar boven komt, en dat het onderwijs daarin een belangrijke rol speelt. Bij mij is dat gelukt, al is er een tijd geweest dat ik een abonnement op de strafstudie had en met onderscheiding buisde. Niet dat ik de grote rebel was, maar regels die ik onzinnig vond, kon ik niet volgen. Zo at ik ‘s middags mijn boterhammen niet op school, maar in een café waar de bazin goede platen draaide. Dat mocht dus niet. Ik vond dat ridicuul en bleef het doen. Resultaat: strafstudie, telkens opnieuw.

‘Er is veel tendentieuze berichtgeving over de openbare omroep. Dat stoort mij soms.’

In het vijfde middelbaar moest ik mijn jaar overdoen en ben ik van school veranderd. Daar had ik gelukkig enkele leraars die me een duwtje in de juiste richting gaven. Tijdens de les Nederlands kregen we bijvoorbeeld plots een filmanalyse voorgeschoteld. Zo is mijn passie voor beeld ontstaan en uiteindelijk besloot ik in het zesde middelbaar het toelatingsexamen voor Sint-Lukas te doen. Ik was geslaagd, en toen was de trein vertrokken. Ik was op het juiste spoor geraakt.

U bent als schermgezicht te zien op de openbare omroep. Die heeft er een behoorlijk bewogen jaar opzitten. Hoe kijkt u daarnaar?

Hauben: Soms met grote ogen. Ik heb het gevoel dat er veel tendentieuze berichtgeving is over de openbare omroep. Sommigen vinden een halve stok en maken er meteen een baseballknuppel van. Dat stoort mij soms. Wat niet wegneemt dat er problemen waren – die ook zijn aangepakt – al vind ik het moeilijk om daar veel over te zeggen. Ik ken het dossier niet goed genoeg en wil niet meehuilen met de wolven in het bos.

Maar ik denk wel dat het goed is dat netmanager Lotte Vermeir en directeur content Ricus Jansegers zijn vertrokken. In theorie waren ze de perfecte yin en yang: Vermeir die het DNA van de omroep in zich draagt en Jansegers die een uitgesproken commerciële reflex heeft. Helaas zat er in de praktijk maar weinig harmonie tussen yin en yang. Tja, dan moet je ingrijpen. Hoe jammer dat ook is.

ARNOUT HAUBEN

Geboren in 1976 in Leuven.

Start zijn carrière in 1999 bij Woestijnvis.

Werkt als regisseur en reporter mee aan programma’s als Man bijt Hond en Het Geslacht De Pauw.

Verlaat in 2011 Woestijnvis en richtte mee productiehuis De chinezen op.

Presentator van programma’s als Ten Oorlog, Dwars door de Lage Landen en Interview met de Geschiedenis.

Getrouwd, vader van een dochter en een zoon.

Lees meer over:

Partner Content