Carmen Willems (KMSKA) en galeriehoudster Sofie Van de Velde: ‘Onze overleden broers hebben ons samengebracht’
Sofie Van de Velde begeleidt hedendaagse kunstenaars, Carmen Willems heeft heel wat oude meesters onder haar hoede. Beide vriendinnen delen een passie voor kunst en een wederzijds vertrouwen. ‘We konden heel open met elkaar over ons verdriet praten.’
Als twee kinderen in een snoepwinkel wandelen Carmen Willems (56) en Sofie Van de Velde (52) na sluitingsuur door de zalen van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA). Willems speelt hier als algemeen directeur een thuismatch. Enthousiast vertelt ze over een werk van Salvador Dali, maar evengoed pikt ze er minder bekende meesters uit. Zoals Alexandre Cabanel, die in 1887 een monumentaal werk schilderde waarop Cleopatra te zien is. Met het oog op haar nakende zelfmoord laat de Egyptische koningin verschillende soorten gif uittesten op gevangenen. Of, ertegenover, een intiemer schilderij van de Fries Lourens Alma Tadema uit 1873. Het toont een vrouw die kersen eet. ‘Taldema heb ik pas hier in Antwerpen echt ontdekt. Dit schilderij spreekt me enorm aan. Het heeft een grote erotische uitstraling.’
Galeriehoudster en vriendin Sofie Van de Velde hangt aan Willems’ lippen. ‘Als ik in dit museum rondwandel, voel ik me zo nietig’, zegt ze. ‘Je ziet hier het werk van genieën die eeuwen geleden met dezelfde vragen en problemen geconfronteerd werden als jij en ik. Kunst hoeft niet altijd mooi te zijn. Ze moet vooral mensen tot nadenken aanzetten.’
Het is van in het begin duidelijk: dit zijn twee vrouwen voor wie kunst en leven vrijwel samenvallen. Al begonnen ze allebei hun carrière elders.
Mijn ouders stonden dag en nacht voor hun kunstenaars klaar. Dat was slopend.
Sofie Van de Velde
‘Ik heb de passie voor kunst niet van thuis meegekregen’, vertelt Willems. ‘Maar als jong meisje was ik wel al gefascineerd door kerken en schilderijen, en vooral in de verhalen die erachter schuilgingen. Op mijn achttiende wou ik kunstgeschiedenis gaan studeren. Mijn vader vond dat een “luxestudie”: ik mocht het op eigen kosten studeren nadat ik een ernstig diploma had gehaald. Toen vond ik dat natuurlijk jammer, maar misschien moet ik hem achter bekeken wel dankbaar zijn. Ik ben economie gaan studeren, en heb een tijdje bij een bouwfirma gewerkt voordat ik in de museumwereld terechtkwam. Die studie en die werkervaring hebben me veel kennis opgeleverd die ik nu kan gebruiken in mijn job als algemeen directeur van het KMSKA. Maar het bloed kroop dus waar het niet gaan kon. Mijn vader zei dat later ook: ‘Ik wist dat je uiteindelijk wel je zin zou doorzetten en ergens in de wereld van de cultuur zou belanden.’
Mevrouw Van de Velde, de liefde voor kunst is u wel met de paplepel ingegoten. Uw beide ouders hadden een galerie. Toch koos u eerst voor een ander pad.
Sofie Van de Velde: Alles stond bij ons thuis in het teken van de kunst, en dan vooral van de kunstenaars. Mijn ouders stonden dag en nacht voor hen klaar. Letterlijk. Dat was soms slopend. Mijn vader werd vaak verteerd door zijn passie. Dat klinkt heel romantisch, maar kwam met een grote prijs. Vandaar ook mijn oorspronkelijke weerstand om in die wereld terecht te komen. Ik ben eerst jaren actief geweest in de sociale sector, waar ik werkte met jongeren in een problematische opvoedingssituatie. Ik kwam uit het beroepsonderwijs, maar ik heb me een weg naar boven geknokt. Ik was 38 toen ik nog een master haalde, waarbij ik de vakken van vijf jaar in twee jaar aflegde. Daarna werd ik adviseur onderwijsbeleid van de stad Antwerpen en docent aan de hogeschool.
Maar toen werd mijn vader ziek en vroeg hij me om in de galerie te komen werken. En zo kwam ik toch nog in de wereld van mijn ouders terecht. Intussen is mijn vader beter en heb ik mijn eigen galerie. Maar ik waak er wel over dat er geen grenzen worden overschreden, zoals destijds bij mijn ouders: ik werk vrijwel zeven dagen op zeven, maar ik zal altijd genoeg tijd maken voor mijn kinderen. De artiesten met wie ik samenwerk weten dat ik reken op wederzijds respect.
Willems: Wat mensen wel eens vergeten, is dat voor een galeriehoudster als Sofie zaterdag en zondag de topdagen zijn. Dat betekent dus elke week weekendwerk.
Is dat voor u ook zo?
Willems: Dat is het jarenlang geweest. Maar we zijn nu anderhalf jaar na de heropening van het KMSKA, en dus kan ik al eens een weekend op mijn gemak thuis zijn. Maar ik laat het nooit helemaal los. Ik kan in het weekend een winkel bezoeken en daar plots iets opmerken – de inrichting, de manier waarop gasten ontvangen worden – waarvan ik denk: daar kunnen we iets mee in het KMSKA.
Van de Velde: Dat is voor mij heel herkenbaar. Zowat alles staat in functie van de galerie. Dat is niet altijd een cadeau voor de mensen om mij heen. Maar je zet die knop niet zomaar af.
Willems: Dat karakteriseert ons wel. Bij onze eerste ontmoeting herkende ik meteen dat vuur dat ook in mij brandt. Wij zijn allebei passioneel bezig met onze job, en we hebben ook allebei een hoog energiepeil, met dank aan Moeder Natuur, waardoor we kunnen blijven gaan en heel enthousiasmerend kunnen zijn voor onze omgeving.
Van de Velde: Carmen is me in de aanloop naar de heropening van het KMSKA komen bezoeken in mijn galerie. Dat was onze eerste kennismaking. Ik voelde meteen dat we een klik hadden. Korte tijd later hadden we samen een lezing in Limburg. We zijn dan vanuit Antwerpen naar daar gereden. Tijdens de autoritten heen en terug hebben we een diep, intens gesprek gevoerd. We hadden allebei net onze broer verloren.
Willems: Hoe ga je om met dat verdriet? Daar hadden we het toen over. We konden daar heel open met elkaar over praten. Dat was mooi en troostend. Die troost vind ik ook in het museum. Vlak voor de dood van mijn broer – we waren nog in volle voorbereiding van de heropening – kwam hij hier op bezoek. Hij haalde er meteen de Madonna omringd door serafijnen en cherubijnen van Jean Fouquet, ons uithangbord, uit. Dat werk maakte een diepe indruk op hem. Ik loop intussen bijna dagelijks langs dat schilderij, en altijd blijf ik even kijken. Gewoon een moment stilstaan bij mijn broer.
Van de Velde: Tijdens dat lange gesprek in de auto voelde ik dat er heel veel raakvlakken zijn tussen ons. Dat was het begin van onze vriendschap. Je zou kunnen zeggen dat onze overleden broers ons hebben samengebracht.
Er zijn ook verschillen. Mevrouw Van de Velde is een tv-gezicht, bekend van Stukken van Mensen. Zou dat programma iets voor u zijn?
Willems: Nee, zeker niet. Ik ben niet zo diplomatisch als Sofie, dus ik zou minder scoren in de onderhandelingen met de verkopers. Ik ben ook niet zo gek op camera’s, merkte ik toen het KMSKA weer open ging. Maar ik vind Stukken van Mensen een nuttig programma. Het maakt kunst toegankelijk. Het beste bewijs: mijn kinderen kijken trouw en zijn grote fan van Sofie.
Van de Velde: Ik heb nochtans sterk getwijfeld om in Stukken van Mensen te stappen. Veel mensen in mijn omgeving vonden het geen goed idee. Ik heb het programma, dat op dat moment al drie seizoenen liep, toen echt geanalyseerd. Wat is het doelpubliek? Wat kan mijn meerwaarde zijn? En wat is de meerwaarde van mijn deelname voor de galerie en voor onze kunstenaars? Uiteindelijk waren er meer pro’s dan contra’s. Intussen ben ik heel blij dat ik de stap gezet heb en zo meegeholpen heb om de drempel naar kunst te verlagen. Al heb ik voor elk nieuw seizoen nog stress. Veel mensen denken dat alles geënsceneerd is, maar dat is dus niet het geval. Wij weten niet wat we tijdens de tien draaidagen aangeboden zullen krijgen en zullen kopen. En het gaat om echt geld, dus het is allesbehalve vrijblijvend.
In onze gesprekken vond ik troost. En die troost vind ik ook in het museum.
Carmen Willems
Zo’n groot museum als het KMSKA runnen: zou dat iets voor u zijn?
Van de Velde: Ik zit in de raad van bestuur van de Vrienden van het KMSKA, zeg maar een soort adviesorgaan. Ik vind die wisselwerking ook belangrijk: we kunnen veel van elkaar leren en elkaar inspireren. In Nederland kijkt men daar heel anders naar: onze noorderburen vinden dat musea en galerieën niet met elkaar moeten spreken. In dat opzicht zou ik het wel tof vinden om in Carmens schoenen te staan, ja. Maar dan wel maar voor een week of twee, en in het kader van een jobruil, zodat Carmen dan intussen de galerie runt. Wie weet welke artistieke keuzes ze zou maken.
Brengt het ondernemerschap veel stress met zich mee?
Van de Velde: Ik heb daar geregeld last van, ja. Het zijn ook geen makkelijke jaren geweest. De coronacrisis heeft een grote impact gehad. Al merk ik dat ik op zulke momenten ook heel creatief ben en op zoek ga naar oplossingen. Maar er zijn ook dingen waar je helemaal geen vat op hebt. Zoals trends in de kunstmarkt. We hebben bijvoorbeeld heel wat conceptuele kunstenaars, terwijl het figuratieve al een tijdje meer ruimte en aandacht krijgt. Dan is het zaak om in hen te blijven geloven en hen te blijven steunen.
Willems: Mijn targets halen levert me relatief weinig stress op. Ook omdat ik weet dat ik er alles aan gedaan heb en ik me dus niets kan verwijten. Wat me meer stress bezorgt, zijn de intermenselijke relaties in het museum. Soms zit daar een kink in de kabel, waardoor het team minder gaat functioneren. Daar kan ik dan letterlijk van wakker liggen. Maar als alles klikt, is het ronduit fantastisch. Kort na de heropening hadden we een probleem met het dak. Er moesten dringend beschermende doeken gelegd worden. Er is toen een oproep naar alle medewerkers uitgestuurd om te komen helpen. En ze stonden er, zonder onderscheid. Daar kan ik van genieten. Ik zie het KMSKA-team als een grote familie.
Er was een tijdje sprake van dat het KMSKA zou fuseren met het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen (M HKA). Hoe staat het met dat dossier?
Willems: Voorlopig lijkt dat van de baan, maar het heeft in een aantal hoofden erg gespeeld, dus ik weet niet of het definitief dood en begraven is. Voor alle duidelijkheid: ik ben niet tegen een nauwere samenwerking. We kunnen zeker een aantal diensten met elkaar delen en zijn dat traject ook aan het uitzetten. Maar helemaal samengaan? Het M HKA is destijds opgericht omdat men vond dat het KMSKA te weinig plaats bood aan hedendaagse kunst. Beide musea weer samenvoegen zal volgens mij op termijn tot dezelfde kritiek leiden. We hebben een compleet ander DNA.
Mevrouw Willems was jarenlang politiek actief. Hebt u die stap ooit overwogen?
Van de Velde: Ik ben enkele keren gevraagd. Maar ik voelde me beter in de rol van onafhankelijke beleidsadviseur. Ik heb intensief met de politiek samengewerkt toen ik in de sociale sector actief was.
Willems: Ik ben eerder per toeval in de politiek gerold. Ik vond als directeur dat de stad zich te weinig inzette voor het Gallo-Romeins Museum in Tongeren. Van het een kwam het ander en voor ik het wist was ik burgemeester, ter vervanging van Patrick Dewael (Open VLD). Uiteindelijk ben ik achttien jaar lokaal politiek actief geweest. En in die tijd heb ik veel geleerd, over politieke gevoeligheden, over hoe infrastructuurwerken aan te pakken, over hoe cultuur dichter bij de mensen te brengen. Allemaal zaken die ik in mijn huidige functie kan gebruiken.
Van de Velde: Ik heb ontzettend veel respect voor mensen die zich politiek engageren, maar het is niets voor mij. Choose your battles: daar geloof ik sterk in. En in positiviteit. Ik heb me daarin moeten trainen, maar ik ben op een punt gekomen dat ik me omring met mensen die me voeden en niet met mensen die me tegenwerken. Daardoor voel ik me nu op het gelukkigste moment in mijn leven.
Sofie Van de Velde
Geboren in 1971.
Dochter van galeriehouders Ronny en Jessy Van de Velde.
Eigenares van Gallery Sofie Van de Velde in Antwerpen.
Een van de gezichten van het tv-programma Stukken van Mensen (Play4).
Ondervoorzitter van de Europese federatie van kunstgaleries en voorzitter van de associatie van galerieën in België.
Carmen Willems
Geboren in 1968.
Studeerde economie aan de KU Leuven.
Werd in 1995 algemeen directeur van het Gallo-Romeins Museum in Tongeren.
Was tussen 2004 en 2009 burgemeester van Tongeren.
Werd in 2017 zakelijk directeur van het KMSKA, sinds 2020 algemeen directeur.