Cabaretier Raf Walschaerts over zijn twijfels: ‘Er bestaat geen formule om theater of muziek te maken’
Waarover is cabaretier Raf Walschaerts van gedachten veranderd? ‘Sinds enkele jaren investeer ik veel meer in geliefden en vrienden.’
In de rubriek Durf Twijfelen vraagt Knack elke week naar de twijfels van bekende mensen.
‘Jarenlang heb ik geleefd alsof ik onsterfelijk was. Waanzinnig hard gewerkt, vooral. De eerste twintig jaar van Kommil Foo traden we acht dagen per week op, bij wijze van spreken. We stopten al onze tijd in die carrière. Maar de afgelopen jaren word ik steeds vaker met mijn neus op de feiten gedrukt. Wanneer ik in de spiegel kijk, besef ik dat mijn jeugdigheid tijdelijk was. Maar ook mijn ouders oud zien worden – ze zijn allebei tachtigers – is confronterend.
‘Twee maanden geleden speelden we in de Arenbergschouwburg in Antwerpen en toen kwam een goede jeugdvriend kijken met zijn hele familie. Het was een mooi, emotioneel weerzien. Zijn jongere broer was erbij, iemand die ik als kind bijna dagelijks zag. Twee dagen later hoorde ik dat die broer thuis de deur achter zich had dichtgetrokken, ineen was gezakt en ter plekke was gestorven. Sindsdien ben ik erg bezig met de dood. Voor een 56-jarige komt die hoe dan ook dichterbij. Ik vertoef tegenwoordig vaker dan me lief is in rouwcentra of in kerken om te zingen op begrafenissen.
Je moet eens uitrekenen hoe vaak je je ouders gemiddeld nog kunt zien.
‘Er is een bekend onderzoek dat peilde naar de laatste gedachten van stervende mensen. Als er iets is waar velen spijt van hebben, dan is het wel dat ze te weinig hebben geïnvesteerd in menselijke relaties en te veel in hun werk. Mijn laatste uur heeft nog niet geslagen, maar het besef van die eindigheid dringt toch steeds dieper door. Dus investeer ik bewust veel meer in geliefden en vrienden. Mijn ouders wonen in Kalmthout, zo’n 100 kilometer van waar ik woon. Vroeger zag ik hen af en toe eens, maar nu rijd ik er veel vaker naartoe. Je moet maar eens uitrekenen hoe vaak je je ouders gemiddeld genomen nog kunt zien, als je hen één keer per week bezoekt. Ook dat is confronterend. In de eerste helft van mijn leven stond ik daar niet bij stil, maar nu houdt het me erg bezig. En dat is positief. Dat trekt mijn leven open, maakt het groter.’
Twijfelt u vaak?
RAF WALSCHAERTS: Ja, over bijna alles. Maar ik blijf er niet in hangen, de twijfels verlammen me niet. Ik denk lang over dingen na, vorm mijn mening en ga ervoor. En ik moet diezelfde mening vervolgens dan vaak weer bijstellen.
Ook in mijn werk twijfel ik veel. De mensen associëren Kommil Foo uitsluitend met het podium, maar het échte werk is het creëren van nieuw materiaal. Mijn broer en ik vertrekken telkens van een wit blad en wij kunnen eindeloos twijfelen over de muziek of de teksten. Bevestiging vinden bij jezelf of de ander is aartsmoeilijk. Er bestaat geen formule om theater of muziek te maken, alleen live voor een publiek merk je of iets werkt.
Nemen die twijfels met de jaren toe?
WALSCHAERTS: Zeker. Elke nieuwe voorstelling vraagt meer tijd. Toen we begonnen, schreven we liedjes en kropen we meteen daarna het podium op. Maar hoe langer je bezig bent, hoe meer factoren je doen twijfelen. Je wilt jezelf niet herhalen. Ook ben je je meer bewust van je eigen identiteit en wil je die weerspiegeld zien in je werk. Dat lijkt me een mooie metafoor voor het leven: hoe meer het vordert, hoe meer twijfels erin sluipen. Maar gelukkig kun je die twijfels met de jaren beter omarmen.