Woke Oempa-Loempa’s: hoe Roald Dahl vijftig jaar geleden zijn werk zelf aanpaste
Ophef in literaire kringen – en op sociale media – nadat de rechtenhouders en uitgever van de kinderboeken van Roald Dahl enkele ‘woke’ aanpassingen aan de teksten hadden doorgevoerd. Toch blijkt het niet de eerste keer dat het werk van Dahl aangepast werd aan maatschappelijke gevoeligheden.
Roald Dahl overleed in 1990, dus wat hij zelf zou vinden van de nieuwe wijzigingen aan zijn werk, kan niemand met zekerheid weten. Toch toont het verleden aan dat de schrijver zelf, 50 jaar geleden al, zijn werk aanpaste na kritiek vanuit maatschappelijke drukkingsgroepen. Al ging dat niet ogenblikkelijk of zonder slag of stoot.
Pygmeeën
In Dahls kinderroman Sjakie & de Chocoladefabriek bezoeken enkele kinderen de geheimzinnige fabriek van chocolademaker Willie Wonka. Het snoepgoed blijkt er te worden gemaakt door Oempa-Loempa’s: kleine figuurtjes die de vroegere personeelsleden van de chocoladefabriek vervingen, omdat die steeds geïnfiltreerd werden door spionnen die Wonka’s recepten wilden stelen.
Wellicht de bekendste versie van de Oempa-Loempa’s is die uit de klassieke verfilming Willy Wonka & The Chocolate Factory (1971), met Gene Wilder in de hoofdrol. Ze worden er afgebeeld als mannetjes met een oranje huid, witte wenkbrauwen en een groen Beethovenkapsel, gespeeld door acteurs met dwerggroei.
Maar dat is niet hoe Roald Dahl de Oempa-Loempa’s oorspronkelijk beschreef in de eerste editie van Charlie & the Chocolate Factory in 1964. Aanvankelijk waren de Oempa-Loempa’s ‘pygmeeën’ die door Willy Wonka waren ‘gevonden in het diepste en donkerste deel van de Afrikaanse jungle, waar nooit een blanke man was geweest’. De chocolademaker verscheepte de Oompa-Loompa’s, die in de jungle ‘bijna verhongerden’, naar zijn Engelse fabriek in ‘grote pakdozen’ met verluchtingsgaatjes. Daar woonden ze ook, en werden ze betaald in cacaobonen – chocolade was hun favoriete kostje. De oorspronkelijke illustraties bij het boek weerspiegelden dat oorsprongsverhaal van de Oompa-Loompa’s.
‘Nazipraktijken’
De ‘Afrikaanse’ versie van de Oempa-Loempa’s zorgden in de Verenigde Staten voor wrevel ten tijde van de verfilmingsplannen eind de jaren 1960. De National Association for the Advancement of Colored People (NAACP), een van de oudste burgerbewegingen van de Verenigde Staten, maakte zich zorgen om de stereotiepe weergave van de Oempa-Loempa’s. Ze herkende er echo’s uit de koloniale en de slavernijperiode in en dreigde met protest. Het is een van de redenen waarom de Oempa-Loempa’s in de filmversie hun oranje huid kregen, en niet langer afkomstig waren uit Afrika maar uit het fictieve ‘Loempa-land’.
Opvallend is de manier waarop Roald Dahl zelf reageerde op de kritiek van de NAACP. Aanvankelijk vond hij die onredelijk: ‘Het boek is verbannen door de NAACP. Ze dachten dat ik een subtiel anti-negro handboek had geschreven. Maar zoiets was nooit in me opgekomen’, schreef hij aan zijn uitgever. In een andere brief omschreef hij de houding van de NAACP zelfs als ‘echte nazipraktijken’.
Toch zouden de Oempa-Loempa’s in de tweede editie van Charlie & the Chocolate Factory (1973) er helemaal anders uitzien. In de door Dahl herwerkte uitgave kwamen de Oempa-Loempa’s niet langer uit Afrika maar – net als in de film – uit het fictieve ‘Loempaland’. Ze waren nog altijd klein, maar hadden een blanke huid, lang krullend haar en baarden – een soort hippieachtige figuurtjes. Ook de illustraties werden navenant aangepast.
Fantasiewezens
Ook in latere geïllustreerde versies van Sjakie en de Chocoladefabriek waren de Oempa-Loempa’s blanke figuurtjes met wilde haren. De beroemde Dahl-illustrator Quentin Blake beeldde ze ook zo uit.
Aan taalkundeprofessor Mark West, die een boek schreef over het censureren van kinderliteratuur, vertelde Dahl in 1988 daarover het volgende: ‘Ik creëerde een groep kleine fantasiewezens. Ik zag ze als charmante wezentjes, terwijl de blanke kinderen in de boeken… zeer onaangenaam waren. Het kwam niet bij me op dat mijn afbeelding van de Oempa-Loempa’s racistisch was, maar het kwam wel op bij de NAACP en anderen… Nadat ik naar de kritieken had geluisterd, merkte ik dat ik met hen sympathiseerde, en daarom heb ik het boek herzien.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier