Waarom leed koning Boudewijn aan paranoia?
Aanzetten genoeg maar geen antwoorden in de ronduit mislukte biografie van Thierry Debels over koning Boudewijn, aldus Guido Lauwaert.
Thierry Debels, ‘Koning Boudewijn. Een biografie’, uitgeverij Houtekiet Antwerpen / Utrecht, ISBN 978-90-8924-136-8, 29,95 euro
De vijfde koning van België was naar buiten toe een heilige, maar in werkelijkheid een schurk. Boudewijn mocht dan een mooie jongen zijn, zijn karakter was zo giftig dat alle regeringen tijdens zijn bewind er het zuur van hebben gekregen. Hij was een bemoeial, een nukkig man, rancuneus, gevoelloos en wraakzuchtig. Had Shakespeare nog geleefd, hij had een stuk geschreven waarbij zijn bloedigste koningsdrama, ‘Richard III’, van de eerste naar de tweede plaats zou zijn verhuisd. Bovendien was Boudewijn niet de slimste jongen van de klas. Wijsheid heeft geen van de Coburgs ooit in pacht gehad. Ook Leopold II niet. Het is niet omdat hij Congo beetje bij beetje kocht, dat hij een intelligente jongen was. Hij was een man met een boerenverstand. Grond brengt altijd op. Je hoeft er je handen niet voor uit de zakken te halen.
Kunst en cultuur waren Boudewijn een gruwel. Buiten kasboeken, jaarverslagen en strips van Hergé heeft hij geen enkel serieus boek gelezen. Hij liet de boeken waarin hij, het land en de politieke wereld prominent aan bod kwamen door anderen lezen en een samenvatting maken op een – wat toen nog zo heette – quartovel. Zijn beste vriend was Armand Pien. Samen zaten ze op een plat dak van Laken naar de sterren te staren. Armand gaf tekst en uitleg over de kosmos, Boudewijn over de hemel. Verder reikte zijn interpretatief draagvermogen niet.
De enige leden van de koninklijke familie met een onsje verstand zijn aangetrouwd. Op kop koningin Elisabeth. Zij wist dat geschiedenis niet zonder kunst kan, en omgekeerd. Dat je wijsheid niet bij directe medewerkers haalt, want die misbruiken zowel de baas (de koning) als het werkvolk (de regering). Koningin Paola weet welke vaas bij een ruiker hoort. Prinses Mathilde is diplomatisch, kan discreet maar stevig aan de mouw van prins Filip trekken. Zij kan goed luisteren en vooral onthouden wat anderen haar op papier hebben voorgekauwd.
Tot zover de mening van uw dienaar. Ik heb het van ingewijden. Dezelfde ingewijden ongetwijfeld die ook Thierry Debels hebben gevoed. Parallel aan de ingewijden heeft Debels een knipselmap bijgehouden over Boudewijn. Thierry Debels is bedrijfseconoom en publiceerde onder meer ‘De ondergang van Fortis’ en ‘Het verloren geld van de Coburgs’. Deze boeken wisten echter niet meer te vertellen dan wat algemeen al geweten was. ‘Koning Boudewijn. Een biografie’ is in hetzelfde bedje ziek. Debels heeft een collage gemaakt van wat er in zijn knipselmap zat. De lijm perste hij uit de gossip. De ontleding van toestanden door Boudewijn georchestreerd, geboycot en opgezet krijgen geen diepere laag. Op wat platitudes na komt de lezer wel te weten wie Boudewijn was, maar niet hoe hij was. Daar heb ik met mijn schets in de eerste drie alinea meer kleur aan gegeven. Dat zou ik niet zeggen als de biografie niet triestiger is dan le roi triste ooit triestig is geweest.
Een al te vroeg ontvallen moeder, een vader die zijn job verliest, een schuinsmarcherende broer, een halfbroer met een paar verkeersdoden op zijn geweten, een lichtgestoorde neef, een plattelandsnicht en een tweede neef met een hondenbrein, allemaal goed en wel, maar wat is de oorzaak van de paranoia waaraan Boudewijn leed, een waanzin die hem tot een speelbal van Opus Dei maakte? Tot een diepere analyse van een koning zonder nar, vriend of vijand, van een man die in wezen zo eenzaam was dat hij in paniek dagelijks naar God belde, was de auteur niet in staat. Waarom was Fabiola meer moeder dan echtgenote? Meer verpleegster en non dan heidens altaar (merci, Claus). Hoe komt het dat Boudewijn een voorkeur had voor dictators? Een gierigaard was? Die voor het behoud van het familiefortuin meer vertrouwen had in de kluizen van Fort Knox, en voor de Brusselse societybanken enkel wat zakgeld over had? In tal van louche zaken was verwikkeld? Aanzetten genoeg maar geen antwoorden. Althans, geen antwoorden voor hel en gevangenis.
Frans Verleyen, Herman Liebaers, zelfs kardinaal Suenens, proberen Boudewijn wat realiteitszin, kunstinzicht en sociaal gevoel bij te brengen. Allemaal boter aan de galg. Voor de groeiende populariteit van de vorst heeft Thierry Debels al evenmin een zinnige verklaring. Terwijl de reden, mijns inziens, juist in een misbruik van zijn karakter, een gebrek aan persoonlijkheid en een overdaad aan robotmachinerie is. Iemand die niemand vertrouwde, enkel een spel van charme en attentie speelde. Een masker opzette voor de buitenwereld. Een extreem egocentrische figuur was. Zelfs voor zijn hartkwaal week hij uit naar Parijs. De Belgische chirurgen en ziekenhuizen waren hem te min. In wezen had hij een afkeer van het land, zijn leiders en het volk, is zowat het enige dat afgeleid kan worden uit deze biografie, waarvan je je afvraagt: waar is de snijkant?
‘Koning Boudewijn, een biografie’ tot slot is slecht geschreven. Thierry Debels heeft een schrijfstijl waarvan je onwel wordt. De zinnen zijn saai en al te kaal. Zelfs een biografie mag geen nuchtere taal hebben. Er moet engagement uit spreken, liefde voor het onderwerp, een speelsheid hebben met een vleugje droge humor hier en een natte tragiek daar. Tientallen passages zitten ook fout in elkaar. Een voorbeeld, de middelste alinea pagina 167, naar aanleiding van de Chinareis van koningin Elisabeth in 1961: ‘Nu is het genoeg geweest!’ roept hij zijn grootmoeder toe. ‘U moet ermee ophouden propaganda voor het Oostblok te maken.’ Veel indruk maakt hij niet op zijn oma. Als ze terugkomt wordt de koningin onmiddellijk in een auto gestopt. Ze had journalisten op de terugreis verzekerd dat ze de waarheid over China zou vertellen, maar Boudewijn muilkorft zijn grootmoeder. Einde citaat. Hoe kan hij haar dat hebben toegesnauwd als ze nog in China zat? Over de telefoon! Ja, dat zou kunnen maar staat er niet. Details, daar is een opvallend gebrek aan. Terwijl het precies details zijn die verklaringen kostumeren.
Dit boek is waardeloos, deze biografie nutteloos. ‘Koning Boudewijn. Een biografie’ is een must voor royaltyliefhebbers en iedereen die in de Belgische geschiedenis geïnteresseerd is, staat er op de achterflap. Dat is niet waar. Het is hard om te zeggen, maar liever Dag Allemaal dan dit prul.
Guido Lauwaert
Non Fictie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier