Voorpublicatie: ‘Islamoptimisten en -pessimisten bezondigen zich aan dezelfde fout’
Moraalfilosoof en godsdienstwetenschapper Patrick Loobuyck heeft een boek geschreven over hoe we in onze maatschappij op een gezonde manier met elkaar kunnen samenleven. In deze passage uit Samenleven met gezond verstand die Knack u mag aanbieden pleit hij voor islamrealisme.
In één dag zag ik in mijn kranten al deze termen de revue passeren: Europese islam, westerse islam, liberale islam, verlichte islam, humanistische islam, progressieve islam, gematigde islam, hervormde islam, rationele islam en ware islam. Ondanks dit terminologische kluwen is het waarschijnlijk duidelijk wat er die dag in de media aan de orde was. Namelijk de kwestie of de islam compatibel is of kan zijn met de uitgangspunten van de liberale rechtsstaat: scheiding van kerk en staat, vrijheid en gelijkheid, vrijheid van geweten en vrijheid van meningsuiting, redelijkheid en tolerantie. Het leerproces van de Rooms-Katholieke Kerk heb ik kort besproken. De vraag waarover nu fel gedebatteerd wordt, is: kan de islam ook zo’n leerproces doormaken?
Islamdebat
Er zijn gemakkelijk twee kampen te onderscheiden. Ik noem ze de islampessimisten en de islamoptimisten. De pessimisten zijn de islamcritici die voortdurend waarschuwen dat de islam een gevaarlijke ideologie is op basis waarvan gemakkelijk geweld, terreur en dwang gelegitimeerd kunnen worden. De islam is volgens hen inherent strijdig met de uitgangspunten van de liberale rechtsstaat. De pessimisten worden aangevoerd en aangevuurd door mensen als Wim van Rooy, Filip Dewinter en Geert Wilders. Ze noemen de islam onomwonden het nieuwe nazisme. De idee van een euro-islam is in hun ogen een contradictie. Ze verkondigen op dit punt dezelfde boodschap als destijds Sharia4Belgium: het is onmogelijk om tegelijk een goede moslim en een goede democraat te zijn. De moslim die de liberale democratie omarmt, is in de ogen van salafisten geen echte moslim meer en in de ogen van de islampessimist een onbetrouwbare wolf in een schapenvacht.
Vanuit het perspectief van de religiestudie, de godsdienstsociologie en de fenomenologie van de religie is er geen reden om te denken dat de islam niet kan evolueren en dus geen leerproces kan doormaken.
Islampessimisten benadrukken dat IS, Syriëstrijders en islamterreur uitwassen zijn van de ware islam, dat het fout loopt met de integratie van moslims omdat de islam niet te integreren valt enzovoort. Volgens de islamoptimisten gaat de islam in essentie over vrede, gerechtigheid, spiritualiteit, liefde en barmhartigheid. Deze apologetische stem wordt vanzelfsprekend vertolkt door nogal wat moslims, imams, moslimintellectuelen zoals Tariq Ramadan en inspecteurs islamitische godsdienst. Je vindt het discours ook terug bij succesauteur Karen Armstrong, bij antiracismeactivisten en in politiek correcte en linkse (ex-)marxistische kringen. Het geweld, de oorlog in het Midden-Oosten, de terreur, de criminaliteit en de integratieproblemen kunnen volgens hun analyse per definitie niets met de ware islam te maken hebben. IS misbruikt religie, de kalief van IS is geen echte moslim, de oorlog in het Midden-Oosten is een kwestie van geopolitiek en het vertrek van de Syriëstrijders heeft met sociaal-economische achterstand en discriminatie te maken. Men benadrukt dat moslims hier een minderheid zijn die beschermd moet worden. Kritiek op de islam wordt vanuit die hoek weleens verdacht gemaakt met het verwijt van islamofobie en zelfs racisme.
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet
De optimisten en de pessimisten bezondigen zich aan dezelfde fout: de confirmation bias. Een dure term waarmee ik wil zeggen dat ze alleen aandacht geven en waarde hechten aan informatie die de eigen ideeën bevestigt. Ze negeren wat niet in hun kraam past. Beide kampen lijken wel in totaal verschillende werelden te leven. Volgens de pessimisten is hier nauwelijks sprake van een echt islamdebat, schrijven de media altijd vergoelijkend over de islam, mag er geen enkel moslimprobleem ‘benoemd’ worden en worden kritische stemmen de mond gesnoerd door de politiek correcte journalistieke elite. Vandaar dat Wim van Rooy in 2015 koos voor de boektitel Waarover men niet spreekt. Volgens de optimisten daarentegen doen we de laatste jaren niets anders dan negatief over moslims spreken en de islam bekritiseren. Volgens hen ligt de focus van het maatschappelijke debat al veel te lang eenzijdig op de islam en brengen de media de islam altijd in verband met integratieproblemen, terreur en geweld, fundamentalisme en conservatisme.
De pessimisten dreigen een complot te zien van moslims tegen onze samenleving. De optimisten zien een complot van onze samenleving tegen de moslims. De bias speelt ook in de manier waarop beide kampen naar de islam, de Koran en de islamitische bronnen kijken. De eerste groep ziet alleen de verzen van het zwaard, de tweede groep doet alsof die verzen van het zwaard niet bestaan.
Ware islam?
Ik bepleit islamrealisme. Ik ben optimistischer dan de islampessimisten. Vanuit het perspectief van de religiestudie, de godsdienstsociologie en de fenomenologie van de religie is er geen reden om te denken dat de islam niet kan evolueren en dus geen leerproces kan doormaken. Ik ben pessimistischer dan de islamoptimisten. Nogal wat islamitische strekkingen hebben een moeilijke verhouding met de uitgangspunten van het politiek liberalisme en het leerproces zal nog moeilijker zijn dan wat de Rooms-Katholieke Kerk heeft doorgemaakt.
Islampessimisten verstenen de religie tot wat de teksten voorschrijven. In dit geval vooral de Koran, die volgens moslims het woord van God bevat, en de Hadith en de soenna, die zogezegd stukken biografie, uitspraken en handelingen van Mohammed verzamelen. Het is gemakkelijk om er elementen te vinden die tegen de hedendaagse politieke opvattingen inzake vrijheid en gelijkheid ingaan. Maar de manier waarop de islam beleefd wordt, kan in meer of mindere mate geïnspireerd worden door die problematische passages.
Als de islam een plaats wil in een liberale rechtsstaat, dan moet hij in de woorden van Pim Fortuyn door de wasmachine van de verlichting gaan. Of datgene wat nadien uit de wasmachine komt, nog de ‘ware’ en ‘echte’ islam is, dat is voer voor gelovigen, hun imams en theologen. Politiek gesproken is dat, onder meer wegens de scheiding tussen kerk en staat, geen relevante vraag.
Er zijn verschillende interpretaties en islambelevingen. Sommige kunnen nauw aansluiten bij bepaalde tekstpassages, andere zullen er erg van afwijken.
Godsdienst is steeds wat mensen ervan maken. Er bestaat een vrij grote consensus over het feit dat het christendom begonnen is als een eindtijdbeweging. Jezus zou snel terugkomen en het laatste oordeel zou niet lang op zich laten wachten. Dat is de geest waarin het Nieuwe Testament is geschreven. Met uitzondering van de Jehova’s getuigen is er op dit moment geen haan die nog kraait naar die eindtijd. Niemand die deze stukken tekst nog gebruikt om uit te maken wie een echte christen is.
In 1492 werd een telg uit de roemruchte Borgiafamilie paus Alexander VI. De televisieseries over deze familie zijn populair omdat ze ons een kijk geven op de intriges en het nepotisme van die tijd. Ze tonen hoe ver de Kerk afgegleden was van de oorspronkelijke boodschap van vrede, nederigheid en soberheid die uit de evangelies spreekt. Alexander was machtsgeil, had seks en had kinderen. En hij gaf ze op jonge leeftijd al een kardinaalstitel of een andere hoge functie. Niemand echter stelt zich de vraag of paus Alexander wel een katholiek was.
Of het christendom zonder eindtijdgedachte kan en of Rodrigo Borgia een ware christen was, dat moeten gelovigen en hun theologen uitmaken. Buitenstaanders kunnen alleen vaststellen dat er aan het christelijk geloof en de beleving ervan al heel uiteenlopende invullingen gegeven zijn.
Hetzelfde geldt voor de islam. Er zijn verschillende interpretaties en islambelevingen. Sommige kunnen nauw aansluiten bij bepaalde tekstpassages, andere zullen er erg van afwijken. Buitenstaanders kunnen evalueren welke tradities en interpretaties humaner zijn dan andere. Maar alleen gelovigen kunnen uitmaken wat volgens hen de ware islam is. Als president Barack Obama zegt dat IS niets met de ware islam te maken heeft, dan frons ik de wenkbrauwen. Maar ik heb evengoed bedenkingen bij de islamcritici en -pessimisten die weten dat wat IS verkondigt de ware islam is.
De islampessimist heeft gelijk: de islam speelt een rol in de problematiek van de Syriëstrijders en het Midden-Oosten. Maar het gaat om één bepaalde islaminterpretatie en je kunt de situatie niet begrijpen door alleen religie in rekening te brengen. De islamoptimist heeft gelijk dat ook geopolitiek een bepalende rol speelt in het Midden-Oosten. Maar wie doet alsof het kalifaat en de gewapende jihad niets met de islam te maken hebben, kent de geschiedenis en de tekstbronnen van de islam niet. Wie de link tussen IS en islam ontkent, is even eenzijdig en blind als diegene die de islam met IS vereenzelvigt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier