Review | Boeken

Vier snaken over Paul van Ostaijen, maar toch vooral over zichzelf

Peter Holvoet-Hanssen, Koen Peeters en Pascal Verbeken (van links naar rechts) namen de literaire honneurs waar in 'Miavoye' in de voetsporen van Paul van Ostaijen. © WPG
Guido Lauwaert
Guido Lauwaert Opiniemaker

Guido Lauwaert bleef op zijn honger zitten toen hij ‘Miavoye’, het nochtans o zo sympathieke Paul van Ostaijen-boek van vier boezemvrienden, las.

Koen Broucke, Peter Holvoet-Hanssen, Koen Peeters en Pascal Verbeken hebben hun pennen en stemmen samengevoegd tot een koortje. Een boek is het gevolg: Miavoye, een driedaagse bedevaart in oktober 2013 naar het sanatorium waar Paul van Ostaijen behandeld werd voor tbc en er in 1928 overleed. Met het boek is een wens van de dichter Richard Minne in vervulling gegaan. Het resultaat is, op z’n zachtst gezegd, mager. Richard, jongen, goed dat je dit niet meer kan meemaken.

Herhaling van de herhaling

Over Van Ostaijen komen we enkel te weten wat al in andere publicaties aan bod komt, en dat vaak de herhaling van de herhaling is. Een zoveelste herhaling dus, met niet eens een eigen toets. Het enige wat de lezer verneemt is hoe de vier snaken zich voelden, bij elke stap, eenmaal hun doel bereikt. De terugreis komt niet eens ter sprake, terwijl dat het boeiendste had kunnen zijn. Nagedachten kunnen een dieper inzicht geven aan de belevenis en verrijkend zijn voor de lezers. Met dit boek(je) blijven de sympathisanten van het viertal, waartoe ik me reken, op hun honger zitten. En dat moeten ze zelf ook geweten hebben. Om de uitgave toch enig volume te geven, hebben ze er een bloemlezing van hun favoriete gedichten aan toegevoegd. Het beslaat een derde van het boek. Geen slechte keuze, maar dat oordeel is ingegeven door mijn eigen voorkeur, met Geologie op eenzame hoogte.

Wat heeft een lezer aan een foto van het viertal zittend in het spuuglelijke interieur van café Hulstkamp. Slechts wat minieme info over de Pol en zijn vrienden komt aan bod. Het hoofdaandeel is geleuter tijdens hun verblijf in het beroemde café op de Antwerpse De Keyserlei. Met als hoogtepunt, ik citeer, ’tot plots dat mooie, dreigende nummer van The Beatles weerklonk, “Long. Long. Long” van George Harrison.’ Dat is waar. Het geleuter eindigt in majeur. Dat ze vervolgens hun koffie leegdrinken, wat heeft de lezer daar aan? Het is logisch, tenzij hij nog slechter smaakt dan schoolkoffie. Het kopje halfvol laten staan, dáár zou een hilarisch stukje over geschreven kunnen worden. Naast de kwestie?

Eigen belevenis voorop en volop, maar op geen enkel stuk van de Pol wordt dieper ingegaan. De discussie tussen de vier vrienden over een interpretatie van een gedicht, een groteske, een essay, een kritiek had het boek Miavoye een meerwaarde gegeven.

Stikjaloers

Voorbeeld: Edgar du Perron was stikjaloers op Melopee, opgedragen aan Gaston Burssens. ‘Ikzelf zit me nog altijd in stilte te verheugen dat je er een stuk of wat zo zult schrijven en dat ik er dan eentje van cadeau krijg…’ schrijft hij in een brief van 6 oktober 1927. Drie dagen later kreeg De Perron zijn gedicht, Alpejagerslied. Wie echter goed leest ontdekt een zekere dubbelzinnigheid. De vriendschap tussen de Pol en Edgar was van een lagere orde dan die van de Pol met Gaston. Het gedicht is daar zeer duidelijk over. Een heer die de straat afdaalt is Paul van Ostaijen, een heer die de straat opklimt is Edgar du Perron. M.a.w., Du Perron kijkt op naar Van Ostaijen en de Pol kijkt neer op Edgar.

Wat onder ligt, boven drijft

Ze treffen elkaar voor dezelfde winkel, de poëzie, en doen voor elkaar hun hoge hoed af. Maar eenmaal elkaar voorbij zetten ze hun hoed weer op hun hoofd. Van Ostaijen: ‘men versta mij wel / elk zet zijn eigen hoed op het eigen hoofd / dat is hun recht / dat is het recht van deze beide heren //’. Er stijgt een lucht van afstandelijkheid tussen beide heren op. Kijk, dit soort van verhalen, al zijn ze vergezocht (wat in dit exposé pertinent niet het geval is), mis ik in het boek van de vier heren met ook een hoge hoed, al staat hij voor eigenwaan.

Het werkelijk geslaagde aan Miavoye, en dat daarom een plaats verdient in mijn Van Ostaijen-kast, is de vormgeving. Typisch Dooreman, en toch blijft hij verrassen. De verhouding tussen vorm en inhoud veraangenaamt het lezen. Weer eens blijkt dat la main du maïtre vaak de schaduw is. Wat onder ligt, boven drijft. Dat was nodig om de rit van dit tussendoortje vol te houden.

Koen Broucke e.a, Miavoye, De Bezige Bij Anwerpen, 22,50 euro

Guido Lauwaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content