Uitgever Toon Horsten: ‘Wie schrijft, blijft niet. Die gaat net zoals iedereen dood’

©  JAN CRAB

Elke week vraagt Knack in de rubriek Durf twijfelen naar de twijfels van bekende mensen.

‘In de film A bout de souffle van Jean-Luc Godard zegt een personage: “Devenir immortel et puis mourir.” Zo heb ik lang over literatuur gedacht. De ambitie moest zijn om klassieke en hooggestemde teksten te schrijven. Dan maak je jezelf onsterfelijk. Wie schrijft, die blijft: daar geloofde ik in mijn jonge jaren heel erg in. Zeker toen ik later Germaanse ging studeren. We lazen literatuur als waren het sacrale teksten. Proffen analyseerden die boeken en legden ons uit waarom het meesterwerken waren.

Als twijfel zelfkritiek betekent, vind ik het heel zinvol.

Later kwam ik in de regiojournalistiek terecht. In korte tijd moest ik heel veel stukken maken. De deadline halen was het belangrijkste, een tekst moest alleen goed genoeg zijn voor de krant van morgen. Dat was leerrijk. Ik begon te beseffen dat het een veel interessantere manier van schrijven is: je schrijft voor mensen van vandaag over onderwerpen van vandaag. Natuurlijk zijn teksten bij voorkeur goed, interessant en geestig, maar ze zijn niet voor de eeuwigheid bedoeld. Wie schrijft, blijft niet: die gaat net zoals iedereen dood en dat is maar goed ook. Als je dat beseft, heb je als schrijver een geweldige vrijheid. Alles kan en mag. Sommige boeken zullen overleven – en niemand die op voorhand weet welke.’

Zoals?

Toon Horsten: De bundelingen van de stukken van Karel van het Reve. Die man heeft, op een paar boeken na, alleen voor kranten en tijdschriften gewerkt. Maar zijn werk is geweldig, misschien juist omdat het niet voor de eeuwigheid bestemd was. Idem voor de kinderliedjes van Willem Wilmink of Annie M.G. Schmidt of sommige strips van Gommaar Timmermans of Marc Sleen. Of het oeuvre van P.G. Wodehouse. Dat zijn deurenkomedies, maar zo ongelooflijk goed geschreven en geestig. Hij wilde zijn publiek amuseren en er ondertussen ook zijn brood mee verdienen. Jan Hertoghs is vandaag zo iemand. Ik heb net een fantastisch boek van hem uitgegeven over de Kempen, een onderwerp dat hem na aan het hart ligt. Dat vind ik veel interessanter dan iemand die zegt: ik wil iets schrijven dat naast het werk van Goethe kan liggen.

Zegt u dat ook tegen uw auteurs?

Horsten: Ja. Er bestaan geen waarheden over literatuur. Poëzie is bijvoorbeeld een genre dat grondig bestudeerd wordt in de academische wereld. De geleerden schrijven ook de kritieken en zitten in de jury’s. Een dichter moet over de lat springen die daar gelegd wordt door academici die overtuigd zijn van hun gelijk. Maar een dichter mag zich daar ook niet al te veel door laten leiden. Met wat tegenslag wordt zij of hij alleen nog maar door academici gelezen.

Twijfelt u vaak?

Horsten: Niet overdreven veel. Als ik iets aan het maken ben, probeer ik twijfel uit te bannen. Anders kom ik niet vooruit. Maar zodra iets af is, is het wel nuttig om achterom te kijken. Als twijfel zelfkritiek betekent, vind ik het heel zinvol.

Partner Content