Tommy Wieringa over de beste 50 Nederlandstalige boeken van deze eeuw: ‘Dit is geen klein bier’

Tommy Wieringa. Zijn boek Joe Speedboot (2005) werd het vaakst getipt. © Getty

‘Welke vijf origineel in het Nederlands geschreven boeken – romans en literaire non-fictie – die ­verschenen zijn sinds 1 januari 2000 vond u de ­beste?’ Die vraag stelden we aan 80 Vlaamse schrijvers, uit­gevers, boekhandelaren en veellezers (*). De antwoorden werden de basis voor een top 50 waarvan we hopen dat hij uw leeslust nog vergroot. Op één? Joe Speedboot van Tommy Wieringa, met wie we de lijst samen doornemen. ‘Deze lijst viert de verbeelding.’

Wie de top 50 van Knacks Time to Read-project van naderbij bekijkt, kan er moeilijk omheen. Vlaanderen is zijn oorlogsverleden nog altijd aan het verwerken. De Vlaamse schrijvers die hoog scoren in deze lijst (Tom Lanoye, Stefan Hertmans, Erwin Mortier en Jeroen Olyslaegers) doen dat bijna allemaal met een boek over dat thema. Tegelijk is deze top 50 geen product van navelstaarderij. Er werd duidelijk ook gekeken naar wat elders, boven de Moerdijk, is geschreven.

Wanneer we kijken naar de schrijvers die het meest in onze lijstjes werden genoemd, zijn Ilja Leonard Pfeijffer en Tom Lanoye de winnaars, met elk bijna twintig vermeldingen. Net daarna komt Tommy Wieringa. Hij is wel auteur van het boek dat het vaakst werd genoemd: Joe Speedboot. Een bijzondere roman, die zowel wordt gewaardeerd door kenners als door een groot publiek.

Joe Speedboot is straks de trekker van een grote Nederlandse leesbevorderingscampagne. Het boek wordt dit najaar op 300.000 gratis exemplaren verspreid in Nederlandse bibliotheken. Joe Speedboot zal dan bijna ­1 miljoen keer gedrukt zijn. En kennelijk valt het dus ook in Vlaanderen in de smaak. Met enige moeite – Wieringa legt op dit ogenblik de laatste hand aan een boek over de oorlog in Oekraïne – kregen we de kans om de auteur te spreken. Over die roman dus die, negentien jaar later, ook in Vlaanderen allerminst vergeten is.

Wist u dat Joe Speedboot, op een aantal vlakken toch een heel Nederlands boek, ook in Vlaanderen zo aanspreekt?

Tommy Wieringa: Ik herinner me een Vlaamse recensie uit 2005, kort na de publicatie. Daarin stond dat je met een achternaam als de mijne in Vlaanderen nooit hoge ogen zou gooien. Het algemene idee was ook dat dat al helemaal niet zou lukken met een boek met zo’n rare titel. Dat is gelukkig onzin gebleken.

‘Joe Speedboot slaagt waar uw landgenoot Panamarenko heeft gefaald.’

Het fictieve dorp waarin het verhaal zich grotendeels afspeelt, is natuurlijk herkenbaar Nederlands, maar het had net zo goed in de Vlaamse Westhoek kunnen liggen. In essentie gaat Joe Speedboot over je opgesloten voelen. Hoofdpersoon Fransje in zijn gehandicapte lichaam, en Joe als de jongen die het dorp wel kan verlaten maar omgekeerd, het dorp nooit de jongen. Het gaat over de begeerte om te ontsnappen aan het aardse en het verlangen naar de ruimte buiten onszelf, mateloos en grenzeloos.

De hoofdpersonages – jongens van een jaar of 16 – slagen er ook letterlijk even in om aan het aardse te ontsnappen met een zelfgebouwd vliegtuig. Zulke heerlijke onwaarschijnlijkheden doen denken aan het magisch realisme van Gabriel García Márquez.

Wieringa: Joe Speedboot slaagt waar uw landgenoot Panamarenko heeft gefaald. (lacht) Maar om op de vraag te antwoorden: dat is al eens eerder opgemerkt. Boven een interview met mij in het opinieblad HP De Tijd stond ooit: ‘Márquez in de polder’. Daar was ik opgetogen over, als kind van de Cariben, opgegroeid op Aruba, niet zo ver van Aracataca – het Macondo van Márquez.

De roman is inmiddels bijna 20 jaar oud. Hoe dicht of hoe ver staat hij van de Tommy Wieringa vandaag?

Wieringa: Ik heb het boek ook nog eens doorgenomen omdat het straks voorwerp is van die grote leesbevorderingsactie in Nederland. Het voelde alsof ik het gisteren had geschreven. Misschien komt dat omdat mijn leven sinds Joe Speedboot plots in galop is gegaan, waardoor ik het paradoxaal genoeg als dichtbij ervaar. Ik herinner me bijvoorbeeld nog haarscherp het levensgevoel waarmee ik het boek heb geschreven.

Kunt u dat gevoel beschrijven?

Wieringa: U moet weten: net als het hoofdpersonage Joe Speedboot ben ik een nieuwkomer. Als tienjarig kind belandde ik van Aruba in Nederland, waar ik me zeer lang ongelukkig heb gevoeld. Van een onmetelijke ruimte met een onbegrensde hemel kwam ik terecht in een land met de geometrie van de kazerne. Dat is trouwens iets wat heel veel nieuwkomers in Nederland ervaren, en waar ze het lastig mee hebben. Nederland is als andouillette, een acquired taste, je moet ervan leren houden. Dat is echt een moeilijke oefening. Ik heb dat lang niet gekund.

Maar veel veranderde toen ik een boek kreeg over de fauna en flora van Nederland. Het deed me beter kijken naar dat land. Het deed me ook iets wezenlijks beseffen. Als toerist had ik me altijd uitgebreid ingelezen in het land dat ik bezocht. Hoe zit dat in elkaar? Wat moet ik hier echt bekijken? Dat boekje over die fauna en flora deed me beseffen dat ik me nooit echt op die manier in Nederland had ingelezen. Ik had er nooit mijn best voor gedaan, en hield te veel vast aan het idee dat het verleden mijn vaderland was. Ik vond mezelf te jong voor zulke melancholie, en heb mezelf herpakt. Joe Speedboot is het resultaat van dat levensbesluit.

Tom Lanoye zegt verderop in dit nummer dat hij Joe Speedboot een ‘heerlijk boek’ vindt, maar dat hij uw roman Dit zijn de namen nog hoger inschat.

Wieringa: Dat ben ik met Tom eens. (lacht) Ik begrijp van al mijn romans hoe ik ertoe gekomen ben. Maar Dit zijn de namen is de roman waarvan ik me nauwelijks kan voorstellen dat ik hem zelf heb geschreven. Hij lijkt geschreven door een ander.

‘Deze boeken zijn een uitnodiging om, naast jezelf, ook iemand anders te zijn.’

Lanoye vertelde ook dat het hem deugd deed dat de best scorende boeken in onze lijst zo breedvoerig literair zijn.

Wieringa: Ook daarin volg ik hem. Het is geen klein bier wat in deze lijst wordt gepresenteerd. Deze lijst is in niets wat we in Nederland huiskamerrealisme zouden noemen. Dat doet ook mij oprecht veel plezier. Ik zie mezelf graag als een leerling in de school van Arthur Rimbaud en zijn Je est un autre. Literatuur als een ontsnapping aan het corvee om onszelf te zijn. Ik lees en schrijf om behalve mezelf ook zo veel anderen te kunnen zijn. Ook om die reden vind ik jullie lijst bijzonder waardevol. Het is een lijst van 50 boeken die de verbeelding vieren. Een uitnodiging om, naast jezelf, ook iemand anders te zijn.

U bent nog maar net terug uit Oekraïne. Wat hebt u daar precies gedaan?

Wieringa: Ik heb samen met collega-schrijver Jaap Scholten medische hulpgoederen en terreinwagens naar het front gebracht. Het was al ons vijfde konvooi. We krijgen bestellijsten opgestuurd van officieren aan het front, en bezorgen ze middelen waar de militairen onmiddellijk iets aan hebben. Ik ben er optimistischer van teruggekeerd dan ik heenging. Ik denk dat de Oekraïners onverslaanbaar zijn, op voorwaarde dat je ze van het juiste materiaal voorziet. En ik heb er nog iets anders gezien. Iets wat aansluit bij wat jullie aan het doen zijn. Ik heb er vastgesteld dat de beste lees­bevordering een oorlog is. In Oekraïne zijn de afgelopen jaren honderden nieuwe boekwinkels opengegaan. Daar is behalve een vrijheidsstrijd een leesrevolutie aan de gang. Dat heeft natuurlijk te maken met de onzekere energiesituatie. Om een boek te lezen ben je niet afhankelijk van het elektriciteitsnetwerk. Je hebt er alleen maar een kaarsje voor nodig.

*De top vijftig werd samengesteld op basis van 77 voorkeurslijstjes. De lijstjes kwamen voornamelijk van boekhandelaren, uitgevers, recensenten en auteurs. Zo ontvingen we lijstjes van, onder vele anderen, Kristien Hemmerechts, Erik Vlaminck, Myriem El-Kaddouri, Tom Lanoye, Wil-Limba Moleka, Diane Broeckhoven, Yannick Dangre, Sylvie Marie, Peter Terrin, Eric Min, Yasmina El Messaoudi, Koen Aerts, Delphine Lecompte, Kurt Van Eeghem, Miriam Van hee, Saskia De Coster, Geert Buelens en Matthijs de Ridder.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content