Hoe vinden we ons leesplezier terug? ‘Het motiveert om er iets collectiefs van te maken, precies wat Time to Read wil doen’
Ach, die smartphone ook altijd. Durft u te checken hoeveel tijd u elke week vergooit aan eindeloos gescrol? Hoeveel boeken zou u in die uren niet kunnen lezen?
Die vraag houdt ook de Knack-redactie bezig. Daarom dagen we u en onszelf uit: maak tijd om te lezen. De komende drie maanden helpen Knack, Knack Focus en Knack Weekend u op weg met het project Time to Read. Omdat literatuur onze hersenen in een hogere versnelling schakelt, de empathie vergroot en – mag het even? – uren plezier biedt.
Alle horrorverhalen over ontlezing ten spijt is de leeshonger van de Belgen groot, zo blijkt uit Knacks grote Time to Read-enquête. Leesexpert Frank Hakemulder geeft hieronder alvast tips om op gang te komen. Lees samen met nieuwsgierige vrienden en deel je ervaringen, bijvoorbeeld.
Dat is precies wat wij de komende maanden willen doen. Vanaf 2 oktober presenteren we om de twee weken een ander lezenswaardig boek (alle info op knack.be/boekenpakket). Beginnen doen we met Mijn lieve gunsteling, een meesterwerk van Lucas Rijneveld. We kunnen nu al verklappen dat de roman hoog genoteerd staat in de ‘Top 50 van beste Nederlandstalige boeken van de eeuw’, een lijst die we u voorleggen in Knack van volgende week. We wensen u veel leesplezier.
‘Time to Read’ is een noodzakelijk initiatief, vindt leesexpert Frank Hakemulder. ‘Wie vooral korte tekstjes leest, leest oppervlakkig.’
In Knack Focus vindt u deze week een mooi interview met VRT-gezicht Linde Merckpoel. Ze spreekt er als ambassadrice van Time to Read, een actie die mensen wil aanmoedigen om meer te lezen. Merckpoel vertelt in het gesprek dat ze ooit een veellezer was, maar vandaag nog nauwelijks aan lezen toekomt. ‘Ik vind het ellendig om toe te geven,’ zegt ze, ‘maar die telefoon eist enorm veel van mijn aandacht op. Bij uitbreiding is heel onze wereld vandaag zo georganiseerd dat er steeds meer prikkels op je worden afgevuurd. Waar ik vroeger geen moeite had om onafgeleid ergens in te duiken, is dat nu een hele opgave.’
Merckpoel is beslist niet de enige die het lezen van een boek meer dan vroeger als een opgave ervaart. Volgens Frank Hakemulder, die mediapsychologie en communicatie doceert aan de Universiteit Utrecht en onderzoeker is aan het Reading Center in Stavanger (Noorwegen), gaat het om een collectief probleem, met mogelijk verstrekkende gevolgen. Aanwijzingen daarvoor zijn te vinden in de resultaten van een onderzoek dat hij eerder dit jaar samen met zijn collega Anne Mangen publiceerde. Uit dat onderzoek blijkt dat mensen die vooral korte tekstjes lezen minder aandachtige lezers zijn.
Time to Read-project van Knack: vooral vrouwen en jongeren hunkeren naar boeken
Hoe hebt u dat kunnen aantonen?
Frank Hakemulder: Voor ons onderzoek hebben we mensen een tekst van Doris Lessing laten lezen. De ene groep las de tekst op papier, de andere op een scherm. Tot onze verbazing bleken die twee groepen de tekst ongeveer even goed te hebben gelezen. Wél zagen we significant slechtere scores bij mensen die aangaven dat ze de gewoonte hebben om vooral kortere tekstjes en nieuwsberichtjes te lezen. Ze bleken, kort gezegd, minder goede, oppervlakkigere lezers. Zo hadden ze minder oog voor de verschillende betekenislagen of de manier waarop de tekst was geformuleerd. We hebben dat experiment verschillende keren herhaald, en telkens opnieuw zagen we een correlatie tussen ‘de gewoonte om korte teksten te lezen’ en oppervlakkiger lezen.
Wat leert u uit dat onderzoek?
Hakemulder: Dat ons veelvuldige smartphonegebruik meer dan waarschijnlijk een negatieve invloed heeft op ons vermogen om diep te lezen. Natuurlijk, een correlatie is nog geen causaal verband, maar er is intussen al een hele berg onderzoek dat suggereert dat bovenmatig smartphonegebruik een negatief effect heeft op onze aandachtsspanne en ons vermogen om te focussen. We kunnen natuurlijk, zoals we gedaan hebben met de effecten van roken, wachten tot dat verband onomstotelijk is aangetoond, maar mij lijkt het, gezien de mogelijke schade die hier wordt aangericht, verstandiger om nu al op de gevaren te wijzen. Dat die schade er is, lijkt me ook niet meer dan logisch.
‘Als ik op mijn smartphone lees, blijf ik zelden langer dan een minuut bij dezelfde tekst hangen. Je aandacht wordt voortdurend weggekaapt.’
Concentratievermogen, zo weten neurologen, werkt als een spier. Als je je spieren niet traint, verslappen ze. Als je jaren niets anders leest dan korte berichtjes op je smartphone, kom je in de problemen als je plots een roman van pakweg Dostojevski krijgt voorgeschoteld. Een tegenargument kan luiden dat er ook op het internet lange, complexe teksten staan, en je dus ook op je smartphone langere teksten kunt lezen. Dat klopt natuurlijk, maar ik denk niet dat veel mensen dat doen. Ik doe het in elk geval niet. Als ik op mijn smartphone lees, blijf ik zelden langer dan een minuut bij dezelfde tekst hangen. Je aandacht wordt voortdurend weggekaapt, en dat is ook de bedoeling van die dingen.
In een recent radio-interview sloot u niet uit dat over enkele decennia ongeveer niemand nog in staat zal zijn om een roman van Thomas Mann te lezen.
Hakemulder: Dat is vandaag al een groot probleem. De Amerikaanse schrijver Nicholas Carr schreef vijftien jaar geleden al dat docenten letterkunde hun studenten geen volledige romans meer laten lezen. Ze hebben er het uithoudingsvermogen niet meer voor, en krijgen daarom enkel nog hoofdstukken van de klassiekers te lezen. Ik vraag me dan af wat daar nog het nut van is. Wat voor zin heeft het om van een roman als Hard Times van Charles Dickens enkel het eerste hoofdstuk te lezen? De volgende vraag is dan of zulke dikke, complexe literaire werken nog geschreven zullen worden, als nauwelijks nog iemand in staat is om ze te lezen. Maryanne Wolf, een internationaal gerenommeerde hersenwetenschapper die veel onderzoek doet naar die kwestie, voorspelt dat schrijvers steeds meer tegemoet zullen komen aan de oppervlakkerige lezer, en minder complex zullen gaan schrijven. Mij lijkt dat inderdaad een logische evolutie.
Waarom tieners geen boeken lezen: ‘Dat duurt gewoon veel te lang’
Valt die evolutie nog om te keren?
Hakemulder: Moeilijk, maar ik zie hier en daar wel tekenen van hoop. Een Noorse antropoloog met wie ik weleens samenwerk, biedt zijn studenten deep-readingsessies aan. Het komt erop neer dat zijn studenten zonder mobiele telefoon een paar uur mogen gaan lezen in een mooie zaal in de bibliotheek van Oslo. De studenten vinden het heerlijk en zijn hem daar erg dankbaar voor. In Noorwegen is dat een groot verhaal. Mijn collega is er al vaak over geïnterviewd en het was zelfs al een item op de Noorse televisie. Terwijl het toch ook weer niet zo veel om het lijf heeft. Twintig studenten die enkele uren ongestoord lezen, vijftien jaar geleden zou dat de gewoonste zaak van de wereld zijn. Maar die aandacht vind ik dus wel een hoopvol signaal. Blijkbaar beseffen mensen wel dat we iets wezenlijks aan het verliezen zijn. Al weet ik niet of dat besef er nog zal zijn bij de volgende generaties. Om te beseffen dat je iets wezenlijks aan het verliezen bent, moet je nog weten hoe het voelde om diep in een boek verzonken te zijn. Mijn vrees is dat er een generatie aankomt die niet meer zal weten wat ze mist. Dat maakt de kwestie natuurlijk zeer urgent.
Wat dreigen we precies te verliezen?
Hakemulder: Een van de effecten van literatuur lezen is dat het doet nadenken over jezelf, en je plaats in de wereld. Het is een vorm van zelfreflectie die mensen kan veranderen. Ik denk niet dat een avondje scrollen op je smartphone dat vermag. Nog belangrijker lijkt me het effect van literatuur op je empathisch vermogen. Empathie is, net als concentratie, iets wat je kunt oefenen. Uit onderzoek weten we dat literatuur het empathisch vermogen van de lezer traint. Al lezend leer je jezelf te verplaatsen in een personage, een wildvreemde uit een andere tijd, een ander werelddeel of van een andere gender.
‘Al lezend leer je jezelf te verplaatsen in een personage, een wildvreemde uit een andere tijd, een ander werelddeel of een andere gender.’
Nog een ander, niet minder belangrijk effect heeft te maken met wat in de psychologie the need for cognitive closure wordt genoemd, de behoefte aan een duidelijk, krachtig antwoord. Ik merk dat die zeker bij eerstejaarsstudenten sterk aanwezig is. Een personage is, net als in een Hollywoodfilm, goed of slecht. Dat is in literatuur zelden het geval. Goede literatuur koestert de dubbelzinnigheid en de complexiteit van de condition humaine. Dat verklaart waarom die literatuur de behoefte aan duidelijke, krachtige antwoorden doet dalen. Onderzoek wijst erop dat het lezen van een paar literaire werken al volstaat om mensen minder snel te laten oordelen, en meer ontvankelijk te maken voor de andere kant van een verhaal.
Wat kan concreet helpen om onze focus en ons leesplezier terug te vinden?
Hakemulder: Een heel evidente tip: zet je mobiele telefoon uit. Of beter nog, leg hem in een ander ruimte. Want zelfs een uitgeschakelde smartphone zorgt voor afleiding. Dat weten we uit onderzoek dat duidelijk maakt dat mensen minder goed naar elkaar luisteren als er in een ruimte zo’n toestel aanwezig is, zelfs als het is uitgeschakeld. Een andere, niet te onderschatten factor heeft te maken met ritualisering. Als je wilt gaan lezen, kies dan voor een rustige ruimte, een aangename stoel, en neem de tijd om mentaal tot rust te komen. Ook niet onbelangrijk: begin eraan met de juiste verwachting. Wie aan een roman begint, moet weten dat die, anders dan bijvoorbeeld non-fictie, niet altijd meteen duidelijkheid schept. Meestal weet je niet meteen wie er precies spreekt, en waar het nu juist over gaat. Dat vergt een andere, meer geduldige instelling. Een laatste aanbeveling klinkt misschien wat paradoxaal, maar het helpt als je van lezen, op zich natuurlijk een erg individuele handeling, iets collectiefs maakt. Precies wat jullie bij Knack voor ogen hebben met Time to Read. Een sociaal psycholoog zou dat social facilitation noemen. Iets gezamenlijks doen, werkt stimulerend, en motiveert om vol te houden.
Frank Hakemulder
1988: Doctor in de Literary Studies (Universiteit Utrecht) en psychologie (University of Illinois).
Hoogleraar aan het Reading Center (Stavanger), doceert mediapsychologie en communicatie aan de Universiteit Utrecht.
Gespecialiseerd in de psychologie van literatuur en de effecten van het lezen op attitudes.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier