Stephen King wil dat rijke Amerikanen meer belastingen betalen

© EPA/CJ GUNTHER

King, een van de rijkste Amerikaanse schrijvers, steunt in een vlammend opniniestuk de Buffetttaks.

De toon van het stuk op The Daily Beast, de webstek van Newsweek, wordt perfect samengevat in de expliciete kop: “Tax Me, for F@%&’s Sake!” Vrij vertaald: laat me meer belastingen betalen, verdomme!

Horrormeester King bekent dat hij graag meer belastingen wil betalen en haalt genadeloos de argumenten tegen de Buffetttaks en tegen het fiscale beleid van president Obama onderuit. Die komen hoofdzakelijk van dollarmiljonairs en -miljardairs van Republikeinse gezindte en Tea Party-signatuur.

De Buffettaks is een miljonairstaks die president Obama graag had opgelegd aan wie meer dan een miljoen dollar per jaar verdiend, maar die vorige maand nog door de Amerikaanse senaat werd verworpen, waarna er heel wat animo ontstond tussen voor- en tegenstanders. Het is daarom niet toevallig dat King net nu zijn pen in vitriool doopt.

De taks werd genoemd naar multimiljardair Warren Buffett, nadat hij openbaar had betoogd voor hogere belastingen voor rijken. Buffet kreeg navolging onder gelijkgestemde superrijken, maar kreeg nog veel meer de wind van voren.

Die wind lijkt nu van richting veranderd, bij vuilgebekte monde van Stephen King: “Ik ken rijke mensen. Waarom niet, ik ben er zelf een. En de meeste rijken zouden liever hun pik in aanstekervloeistof doppen, er een brandende lucifer aan houden en rond dansen terwijl ze ‘Disco Inferno’ zingen, dan een cent meer belasting te betalen aan Oom Suiker.”

De meeste rijken verbergen zich volgens King achter hun liefdadigheidsbijdragen. “Mijn vrouw en ik geven per jaar zo’n vier miljoen dollar weg aan bibliotheken, plaatselijke brandweerkorpsen en scholen. Warren Buffett, Bill Gates en Steven Spielberg doen dit ook. Dat is fantastisch, maar het is niet genoeg.”
Hoe veel geld de rijken ook wegschenken, het blijft volgens King plakken bij lokale initiatieven, of projecten die de rijke in kwestie na aan het hart liggen. “Wat vrijgevige eenprocenters (naar de een procent rijkste Amerikanen) niet doen, is verantwoordelijkheid opnemen, de nationale verantwoordelijkheid van Amerika: de zorg voor zieken en armen, het scholen van jongeren, de terugbetaling van de gigantische oorlogsschulden. Liefdadigheid van de rijken helpt niet tegen de opwarming van de aarde of zorgt niet voor een verlaging van de energieprijzen.” Dat is volgens King de taak van de overheid, en om die taak te kunnen vervullen, heeft de overheid geld nodig van iedereen, ook van de rijken.

Hoe rijker rijke mensen worden, hoe meer banen ze scheppen. Deze mantra van het neoliberalisme haalt King met kinderlijk genoegen onderuit, en wel door in eigen boezem te kijken. “Ik heb zo’n zestig mensen in dienst. De meeste van hen werken voor de twee radiostations die ik bezit. Als ik de lotto win dankzij de verfilming van een boek van mij — dat overkomt mij af en toe — en dat levert me 200 miljoen dollar op, wat zal ik met dat geld doen? Nog een radiostation kopen? Ik denk het niet, aangezien ik mijn broek scheur aan de twee die ik al bezit. Maar stel dat ik het wel doe en ik neem een tiental nieuwe werknemers aan? Dan is dat goed voor hen, maar het effect op de nationale economie is nihil.”

Tot slot had King nog een niet mis te verstane waarschuwing aan het adres van de vijanden van de Buffetttaks: “Vorig jaar zagen de conservatieven die tegen belastinggelijkheid zijn met de Occupy-beweging de eerste tekenen van een breed gedragen ongenoegen. Hun antwoord was er een zoals dat van Marie Antoinette (“Dat ze brioche eten!”) of Ebenezer Scrooge (“Zijn er geen gevangenissen? Zijn er geen armenhuizen?”). Zeer kortzichtig, heren. Zeer kortzichtig. Als deze crisis niet goed wordt aangepakt, dan zal blijken dat de betogingen van vorig jaar slechts een begin waren. Scrooge veranderde van mening nadat hij bezoek kreeg van spoken. En Marie Antoinette, die verloor haar hoofd.”

Jeroen Bert

Partner Content