Spaans lexicon prijst Franco
Rel over Spaanse biografisch lexicon dat Franco prijst.
Recent zijn de eerste vijfentwintig delen van de ‘Diccionario Biografico español’ verschenen. De publicatie van het biografische lexicon gaf meteen aanleiding tot een fikse rel. Eigenlijk had Spanje moeten jubelen over deze academische herculesprestatie, maar in de plaats daarvan heersen schaamte en woede aan de liberaler zijde, betweterij en stugheid aan de autoritaire zijde van het ideologische spectrum. Ook de Spaanse regering liet zich niet onbetuigd. Omdat ze meent dat het gigantische biografische naslagwerk in vele opzichten tendentieus en partijdig is, heeft de Spaanse regering de Koninklijke Academie voor Geschiedenis, die verantwoordelijk is voor de publicatie, opgeroepen om onverwijld alle bijdragen te corrigeren die de toets van de wetenschappelijke objectiviteit niet kunnen doorstaan.
Neem nu de bijdrage over Franco zelf. Ze stamt van de mediëvist Luis Suárez, een lid van de nog altijd bestaande Franco-stichting en voorzitter van een ultrarechtse beweging die zich de ‘Broederschap van de vallei der gesneuvelden’ noemt. Suárez heeft het in zijn bijdrage nooit over de ‘dictator’ Franco, wel over de ‘generalissimo’ of de ‘staatschef’. Hij noemt Franco ‘intelligent’ en ‘gematigd’, een ‘dapper en katholiek man’ die een autoritaire maar geen totalitaire heerschappij opgericht zou hebben (‘montó un régimen autoritario, pero no totalitario.’)
Heel wat serieuze Spaanse historici zijn ontsteld over de franquistische strekking van het naslagwerk waaraan zowat vijfduizend auteurs hebben meegewerkt. Het Franco-regime wordt erin geprezen, terwijl er slechts weinig goeds te lezen valt over de republiek. De bijdrage over generaal Alfonso Armada, die deelnam aan de mislukte militaire staatsgreep van februari 1981, is geschreven door een academielid dat tevens de schoonzoon van de rebellerende generaal is. Aan de prominentste liberale historici van het moderne Spanje werd niet eens gevraagd om aan het project deel te nemen, aldus de kritiek, die meent dat de opzet van de enorme onderneming totaal mislukt is. Een project met 43.000 bijdragen dat de kwaliteit van een ‘Oxford Dictionary of National Biography’ had moeten benaderen, is een miskleun van zes miljoen euro geworden.
In een gesprek met de krant ‘El Pais’ erkende Gonzalo Anes, de 79-jarige directeur van de Academie, dat hij de bijdrage over Franco niet eens gelezen had. Op de vraag of hij Franco als een dictator beschouwde, antwoordde hij: ‘Ik ben nu moe en moet vertrekken.’
Intussen heeft de ‘Real Academia de la Historia’ zich bereid verklaard het controversiële lexicon te rectificeren, aldus een document dat door haar Raad van Bestuur is goedgekeurd en waarover het dagblad ‘El Mundo’ heeft bericht. Buiten de muren van de Academie wordt een nieuwe samenstelling van het instituut dringend aanbevolen. Onder de 36 stokoude leden van de Academie bevinden zich heel wat franquisten. De vraag is nu ook of de volgende vijfentwintig delen van het lexicon zullen verschijnen zoals gepland.
Piet de Moor
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier