Oud-journalist Karel Anthierens blikt terug: ‘Wij hadden geen spionnen in de partijhoofdkwartieren’
In het genre van de memoires is ‘Gedane zaken. Hink-stap door de Vlaamse pers’ van oud-journalist Karel Anthierens een bescheiden juweeltje.
Wie Karel Anthierens is? Van de jaren 1950 tot een eind in het eerste decennium van deze eeuw was de naam ‘Anthierens’ een begrip in de Vlaamse journalistiek. Ze waren met drie broers: Jef (1925-1999), Karel (°1935) en Johan Anthierens (1937-2000). ‘Anthierens’ was niet alleen hun achternaam, maar vooral hun waarmerk. Een Anthierens kón schrijven, altijd boeiend, vaak bevlogen, en immer in onberispelijk Nederlands. Jef was de man die hoofdredacteur werd van het stoffige tv-blad HumoRadio en het in 1958 omvormde tot het veel raddere Humo. De bekendste Anthierens, de verpersoonlijking van de familiale reputatie, was de bijwijlen briljante Johan. Johan Anthierens was een gentlemen en een betere boef, stijlvol in zowel zijn humor als zijn kritieken. Hij vond het niet netjes dat men hem op zijn zestigste nog altijd ‘un enfant terrible’ noemde, al gaf hij daar ook wel zelf aanleiding toe. Meer dan twintig jaar na zijn dood heeft Johan Anthierens – ‘niemands meester, niemands knecht’ -trouwens nog altijd een aan hem verknochte fanclub.
Kwaliteit en niveau zijn helaas niet alleenzaligmakend in de pers.
Tussen pionier Jef en zondagskind Johan zat dus Karel Anthierens (° 1935). Voor zo’n middenjongen in een gezin van elf broers en zussen is het nooit een sinecure om zich te tonen. Karel Anthierens kon dat. Hij is zonder discussie de journalist met het grootste ‘palmares’ in de geschiedenis van de Vlaamse journalistiek. Tussen 1957 en 1999 zette niemand in zoveel bladen mee de lijnen uit dan Karel Anthierens dat heeft gedaan. Dat begon halfweg de jaren vijftig bij het kunsttijdschrift De Periscoop – eigenlijk een ‘dure reclamefolder’, aldus Karel Anthierens. Daarna werd hij tv-recensent voor het Vlaamse jezuïetenblad De Linie en België-correspondent bij het Nederlandse weekblad Vrij Nederland. Uitgerekend in Amsterdam vond men de jonge Belg te brutaal, te antimonarchistisch. Dan kwam hij terecht bij Humo. Na zijn broer Jef werd Karel Anthierens vanaf 1965 zelf hoofdredacteur bij dat blad. Oh ironie, in die steeds wildere jaren zestig liet Humo zich inspireren door een tijdsgeest die plots vanuit Amsterdam overwaaide. Karel Anthierens: ‘We dreven mee op de golven van provo en kabouters; we publiceerden in afleveringen De volksgerilja van Guido Van Meir. Het was een bijwijlen hilarisch verhaal van hoe gewone brave mensen in opstand kwamen tegen het als fascistisch ervaren gezag.’
Een eigen smoel
Vervolgens wisselde Karel Anthierens met groot gemak kortstondige passages af bij cultbladen als De Nieuwe (1974-1975) van Mark Grammens of De Zwijger van broer Johan (1982-1983) met verantwoordelijke functies bij gevestigde namen in de Vlaamse pers. Zo was Karel Anthierens van 1975 tot 1982 redactiesecretaris van Knack. Hij werd er het klankbord van een hoogst dynamisch uitgeversduo uit Roeselare. Moeder Thérèse De Nolf-De Clerck en haar zoon Rik De Nolf waren in die jaren druk in de weer om van Knack het referentietijdschrift te maken voor de Wetstraat. Als hoofdredacteur was Frans Verleyen het gezicht van het blad. Achter de schermen draafde redactiesecretaris Karel Anthierens van ’s morgens tot ’s avonds – andere Knack-redacteurs waren daartoe minder snel te pramen.
Moeder en zoon De Nolf scanden de beste tijdschriften ter wereld, en vooral uit de Angelsaksische pers haalden ze vele ideeën. Karel Anthierens probeerde zijn uitgevers wat af te remmen. Soms lukte dat, een beetje, meestal niet. Karel Anthierens: ‘Maar meestal had Rik gelijk, moest ik achteraf toegeven. Het blad kreeg steeds meer structuur. En dat de ideeën schaamteloos uit andere bladen gepikt waren, deed daar niets van af, bij ons kregen ze een eigen toepassing, een eigen smoel. “Trouwens”, zei moeder De Nolf: “Je moe nie peeze, d’r en d’r ol oenderduust vo joen gepeist.” (“Je hoeft zelf niet te denken, dat hebben er al honderdduizend voor jou gedaan.”).’
Ik was allicht geen beste hoofdredacteur voor Het Volk.
Van 1983 tot 1993 werd de keurige heer Karel Anthierens hoofdredacteur van Panorama, later Panorama-De Post, en nadien uiteindelijk P-Magazine. Het lijken van de gelukkigste jaren uit Anthierens’ lange carrière te zijn geweest. Zijn redactie vol jonge hemelbestormers die het gevoel hadden dat het land en, waarom niet, de wereld aan hun voeten lag. ‘Redactioneel kon er toen heel veel’, schrijft Anthierens, maar ook: ‘Bij de krantenboer gooiden we geen hoge ogen, maar dat kon de pret niet drukken.’
Dat duurde tot in 1993 tot het onvermijdelijke gebeurde: een headhunter vroeg Karel Anthierens om hoofdredacteur te worden van Het Volk. De legendarische krant van de christelijke arbeidersbeweging ACW (nu Beweging.net) zat in slechte papieren, Anthierens werd aangepraat dat hij de geknipte man was om de krant te moderniseren en zo aan te knopen met de hoogdagen van weleer. Hij geloofde het zelf. Hij was bijna zestig: zag hij zijn kans om eindelijk eens een groot, landelijk dagblad te leiden? In werkelijkheid begon daar zijn loopbaan in vrije val te raken. Het Volk werd geconfronteerd met een uitgever die geen verschil zag tussen het verkopen van kranten of van zuivel – zijn vorige job. ‘Van deze boer geen eieren’, besloten steeds meer overgebleven lezers van Het Volk. Bovendien was Anthierens zelf nooit lid geweest van het ACV (wel van het ABVV): ‘Ik voelde mij als an Englishman in New York.’ Het werd dus een mislukking. Karel Anthierens schuift de schuld niet in de schoenen van een ander: ‘Ik was allicht geen beste hoofdredacteur voor Het Volk.’
Dan volgde zijn laatste grote verhuis. In 1994 werd Karel Anthierens aangetrokken door Christian Van Thillo, de bij leven en welzijn al even legendarische uitgever van wat vandaag DPG heet. Anthierens ging aan de slag voor de grootste populaire krant van Vlaanderen, Het Laatste Nieuws. Hij hield het er vier jaar vol, inbegrepen een tussenstop bij het doodgeboren project De Week.
Het Volk werd geconfronteerd met een uitgever die geen verschil zag tussen het verkopen van kranten dan wel van zuivel – zijn vorige job.
Ook nadien wist Karel Anthierens niet van stoppen. Hij werkte vanaf 1998 nog enige tijd bij de SP.A, nu Vooruit, om de geschreven communicatie van de partij te stroomlijnen in de aanloop naar de verkiezingen van 1999. Hij was nochtans nooit lid geweest van de SP – van geen enkele partij – en dat zei Karel Anthierens ook aan partijvoorzitter Johan Vande Lanotte. ‘Daar zat hij niet mee; hij zocht een vakman, als mens interesseerde ik hem niet.’ De SP.A verloor 6,25 procent: ‘Nooit nog heeft welke partij ook een beroep op mij gedaan.’
Uiteindelijk sloot Karel Anthierens in 1999 zijn wel zeer diverse loopbaan af met zijn laatste hoofdredacteurschap, bij Brussel Deze Week. Een veredeld reclameblad zonder veel ambitie begon hij om te bouwen tot een stadskrant van niveau, vandaag Bruzz geheten. Het was een waardig einde na een journalistieke omzwerving van veertig jaar journalistiek. ‘Gedane zaken nemen geen keer’, schrijft Karel Anthierens in zijn envoi: ‘Het zij zo. Ik heb nergens spijt van, van mijn mislukkingen noch van mijn successen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier