Saint-Amour: Michel Faber schrijft zijn vrouw tot leven
De jaarlijkse liefdeskaravaan die Saint Amour heet, trekt zich weer op gang langs Vlaamse theaterzalen. Een van de eregasten dit jaar: Michel Faber, die met een bundel indringende rouwgedichten onder de arm vele gebroken harten zal zalven. ‘Liefde is geen noodzaak, maar waarom zou je al die heerlijkheid uit je leven bannen?’
Wereldberoemd werd hij met Lelieblank, scharlakenrood (2002), de vuistdikke roman waarin Michel Faber het relaas brengt van een negentienjarige prostituee in het victoriaanse Londen. Daarvoor had hij Onderhuids geschreven – in 2013 verfilmd door Jonathan Glazer, met Scarlett Johansson in de rol van mannenverslindende alien – en zijn oeuvre dikte aan met gelauwerde verhalenbundels en novelles. Begin 2014 verscheen Het boek van wonderlijke nieuwe dingen, een breed opgezette ode aan zijn pas aan kanker overleden vrouw Eva, waarna hij, geteisterd door verdriet, verklaarde nooit nog een roman te zullen schrijven. Toch verscheen er nog een poëziebundel, Undying, vertaald als Tot leven, een huiveringwekkende kroniek waarin Faber de lijdensweg van zijn vrouw beschrijft. Gruwelijk heldere gedichten zijn het, waarin pijn en liefde een rouwdans uitvoeren die geen enkele lezer onberoerd laat.
Soms zie ik mensen huilen in de zaal, en zonder wreedaardig te willen klinken: dat doet me deugd.
Faber is in 1960 geboren in Den Haag, waarna hij als zevenjarig kind emigreerde naar Australië om later naar Schotland te verhuizen. Tegenwoordig woont hij in Folkestone, maar hij spreekt nog altijd een aardig mondje Nederlands. Of hij tijdens Saint Amour de toeschouwers zal vergasten op een Nederlandse tekst, daar is hij nog niet helemaal uit: ‘Vorig jaar, tijdens een optreden in Rotterdam, vroeg iemand uit het publiek me om een gedicht in het Nederlands voor te dragen. Dat is toen, ondanks mijn zenuwen, aardig gelukt, vooral dankzij de uitstekende vertaling – alle eer aan de vertalers. Mijn Nederlands is roestig, en het publiek heeft niet betaald om een hakkelende dichter te aanhoren, dus misschien kan ik het tijdens deze tournee het beste bij Engels houden.’
Na de publicatie van Het boek van wonderlijke nieuwe dingen, bezwoer u nooit nog een roman te schrijven. Mogen we hopen dat u die belofte zult breken?
Michel Faber: Nee. Die roman was echt wel mijn laatste boek voor volwassenen. Ik kan me geen mooier afscheid van de romanvorm én van Eva voorstellen. Maar ik heb mijn pen niet aan de wilgen gehangen: op dit moment werk ik aan een kinderboek, en ik ben al enkele jaren bezig aan een non-fictieboek over muziek. Daarnaast wil ik Eva’s onafgewerkte kortverhalen bundelen. Ze was een begenadigd fotograaf en schreef vaak teksten bij haar beelden – die zijn te mooi om de wereld te onthouden.
Voor Tot leven had u nooit poëzie geschreven. Bent u te rade gegaan bij andere dichters om de kneepjes van het vak te leren?
Faber: God, nee. De eerste gedichten heb ik spontaan geschreven, aan Eva’s ziekbed. Het zou raar zijn om eerst Dylan Thomas of T.S. Eliot te consulteren, om te kijken hoe je het beste vorm kunt geven aan het lijden van je vrouw. Aan de dood heb je al een voltijdse leermeester.
Heeft de poëzie u geholpen om het verlies te werken? Schuilt er waarheid in de mythe dat schrijven therapeutisch is?
Faber: Om eerlijk te zijn: het enige wat helpt is het verstrijken van de tijd. Dag na dag raak je iets verder verwijderd van de pijn. Het schrijven zelf heeft dat rouwproces niet versneld, nee. Ook literatuur lezen werkt voor mij niet zalvend, in tegenstelling tot muziek – ik ben een dwangmatig luisteraar en heb heel wat platen dagenlang op repeat gezet.
Wat ik wel merk, is dat lezers die te maken krijg met ziekte en dood vaak troost puren uit mijn poëzie, dat mijn woorden vorm geven aan hun verdriet. Dat is wonderlijk, en ook de voornaamste reden waarom ik zulke intieme teksten toch heb gepubliceerd.
Michel Faber
–13 april 1960: geboren in Den Haag
–Studie: Nederlands, Engels, retorica en filosofie aan de Universiteit van Melbourne
–1998: debuteert met de verhalenbundel Gods speelgoed
–2002: breekt wereldwijd door met Lelieblank, scharlakenrood
–2013: Under the Skin, de verfilming van zijn romanOnderhuids door Jonathan Glazer, komt in de zalen
–2014: Het boek van wonderlijke nieuwe dingen verschijnt, een ode aan zijn vrouw Eva, die overleed aan kanker.
– In 2016 zal zij de dichtbundel Tot leven: een liefdesgeschiedenis inspireren
Valt het u moeilijk om die gedichten te herlezen, en dan nog hardop voor een volle zaal?
Faber: Daar heb ik vreemd genoeg geen probleem mee; ik heb geen last van een krop in de keel als ik op het podium sta. Misschien draait mijn brein een knop om, zodat ik niet overmand wordt door verdriet. Soms zie ik mensen huilen in de zaal en, zonder wreedaardig te willen klinken: dat doet me deugd. Het betekent dat ik mijn werk als dichter goed gedaan heb. Stel je voor dat die teksten iedereen onberoerd lieten: ‘Wel, Michel, het is jammer van je vrouw, maar dit crappy gedicht raakt me voor geen meter.’ Hoe erg zou dat niet zijn? Dan zou ik gefaald hebben, als schrijver én echtgenoot.
Gelooft u nog in de liefde? In het beste geval eindigt ze met de dood.
Faber: Dat kun je van het leven ook zeggen. De eindigheid van het leven en de liefde hoeft je niet te verlammen. Liefde overvalt je ook – ik heb niet de indruk dat ik daar veel aan te zeggen heb. Waarom zou je je ervan afkeren? Omdat de kans op mislukking groot is? Dat soort faalangst klinkt me pervers in de oren. Je kunt evengoed een kind op schoot nemen en het toefluisteren: ‘Hé, weet je wat, ik zal je een geheim vertellen: je zult sterven en we gaan je lichaam in een diepe put gooien, waarna wormen je zullen opeten.’ Dat klopt wel, maar wat koop je met die waarheid?
Nee, liefde is geen noodzaak, maar waarom zou je al die heerlijkheid uit je leven bannen? En loopt het mis, dan levert het misschien nog een goed gedicht op.
Saint Amour, van 10 tot 16 februari op diverse locaties in Vlaanderen. Met Michel Faber, Els Moors, Ilja Leonard Pfeijffer, Kristen Roupenian, David Szalay, Sien Volders en Mieke van Zonneveld. De muziek komt van Echo Beatty en Pitou. De presentatie is in handen van Antwerps stadsdichter Maud Vanhauwaert. Meer info: www.begeerte.be.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier