Rosanne Hertzberger: ‘Biowinkels hebben een gigantisch afvalprobleem’
Het strookt niet met het romantische beeld dat we van voedsel hebben, maar ons bord ligt vol chemische producten. In haar felbesproken boek Ode aan de E-nummers legt Rosanne Hertzberger uit waarom dat een goede zaak is. ‘Er wordt vaak op een religieuze manier aan biolandbouw gedaan.’
Of we kunnen afspreken aan het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), vraagt Rosanne Hertzberger via mail. Ze moet er een lezing geven. ‘Dat is in Gent’, voegt ze eraan toe.
Ik verheug me al op een korte stadswandeling richting een of ander universiteitsgebouw. Tot Google Maps de rode druppel in Melle laat vallen, kilometers ver van het stadscentrum. Dan pas komt het besef: natuurlijk ligt zo’n onderzoeksinstituut niet in ’t hartje van de stad. Agrarisch onderzoek heeft ruimte nodig, landbouwgrond meer bepaald.
Het is tekenend. Hoewel ik in mijn jeugd zomers lang als jobstudent op akkers heb gewerkt – vertel mij wat over prei planten of de appelpluk – ben ik danig onthecht geraakt van onze voedselbronnen. En velen met mij. Eten haal je gewoon in de supermarkt, toch? Maar hoe komt het daar terecht?
‘De voedselketen, van akker tot bord, is lang en ondoorzichtig geworden’, zegt Hertzberger. ‘Neem nu een ui. Die koop je gewoon los in de supermarkt, en mensen denken dat die onbewerkt uit de grond worden gehaald. Ter illustratie heb ik er een label voor ontworpen: deze ui is een hoogrenderende F1-hybride, met gefuseerde protoplast, gemaakt van de cytoplasmatisch steriele gediphaploiseerde ingeteelde ouderlijn en meeldauwresistent.
‘De overheid moet veel strenger optreden tegen toegevoegde suikers en zouten.’
‘Dat willen mensen niet lezen. Hoe bedoel je, mijn ui is genetisch gemanipuleerd? Ik koop toch geen verse groenten om dan te moeten horen hoeveel ermee gerommeld is? Dat strookt niet met het romantische beeld dat consumenten hebben van voedsel, een beeld dat supermarkten graag in stand houden.’
‘Van veel producten kun je op hun websites filmpjes vinden waarin ze terugspoelen naar de oorsprong van pakweg melk en brood en groenten. Dan eindigt dat met grazende koeien of een landbouwer die zijn gewassen streelt – je kunt bijna zijn woonkamer binnenkijken, zo dicht lijk je bij de boer te staan.’
‘Wat ze niet laten zien: de landbouwer die zijn veredelde zaden inkoopt bij een hoogtechnologisch bedrijf als Monsanto, die opkweekt met kunstmest en pesticiden en zware machines gebruikt om te planten en te oogsten. Toch zijn die veredelingsbedrijven heel open. Je kunt er zo binnenwandelen en een kijkje nemen. Maar ook voor hen geldt de kloof: zij staan aan het andere uiteinde en denken nauwelijks na over hoe de consument hen percipieert.’
Veredelingsbedrijven zouden een goeie pr-dienst kunnen gebruiken?
ROSANNE HERTZBERGER: Ja, ook omdat ze zoveel goed werk verrichten. Zonder pesticiden zou bijvoorbeeld de aardappelteelt in Nederland een riskante onderneming zijn. Gegarandeerd mag je de helft van je oogst weggooien als je niet kunt sproeien tegen schimmel. Dat zou niet alleen verspilling zijn, er is ook het risico op opeenvolgende mislukte oogsten – denk maar aan de Ierse hongersnood in de achttiende eeuw om dankbaar te zijn voor onze wetenschappelijke vooruitgang. Of voor België: frieten zouden onbetaalbaar worden zonder pesticiden.
Met mijn boek en lezingen probeer ik de consument gerust te stellen: chemie en technologie verbeteren onze voedselproductie. Dat mag ook gezegd worden, want tegenwoordig gaat veel journalistieke aandacht naar wat misloopt in de keten en minder naar wat goed is.
In België heeft de dioxinecrisis in 1999 zelfs voor een politieke aardverschuiving gezorgd. Hoe komt het dat we zo gevoelig zijn voor de kwaliteit van ons voedsel?
HERTZBERGER: Omdat je voedsel in je mond stopt – slecht eten doet je letterlijk walgen. Eten is best een intieme handeling. Hoewel de fipronilwaarden niet levensbedreigend waren, is het begrijpelijk dat supermarkten eieren uit de rekken hebben gehaald. Fraude in de voedselketen mag niet getolereerd worden.
‘Er is niets mis met voorgeschilde aardappelen en versneden groenten uit een zakje. Koken hoeft niet meer dan een hobby te zijn.’
Soms zijn dergelijke schandalen ook cultureel bepaald. Toen een paar jaar terug bleek dat paardenvlees als rundvlees verkocht werd, steigerde heel Nederland. Natuurlijk hoort dat niet – als ik rund wil, dan eis ik dat het van een koe afkomstig is, punt -, maar er was op zich niets mis met dat vlees: het was niet bedorven en je ging er niet aan dood. Maar in Nederland is een paard een edel dier en dan gaat emotie meespelen. In België is paardenvlees eten veel meer ingeburgerd en was de hysterie minder groot.
Dankzij uw boek kan ik nu zonder schuldgevoel voorgesneden groenten in mijn mandje leggen. En blijkbaar steun ik er ook de feministische zaak mee.
HERTZBERGER: Alle emancipatie ten spijt: het huishouden wordt nog steeds grotendeels bestierd door vrouwen. Zij staan achter de potten. Als er de afgelopen decennia tijdswinst is geboekt in de keuken, dan is dat niet omdat mannen meer bijdragen, maar omdat de technologie dat mogelijk maakt. Dankzij wasmachines moeten we niet meer met tobbe en wasrasp aan de slag, de vaat komt blinkend uit een energiezuinige machine en microgolfovens warmen eten op in luttele minuten. Met al die gewonnen keukentijd kan ik een boek schrijven of een doctoraat behalen.
We moeten als vrouw de technologie omarmen, ook als het op voedsel aankomt. Onze angst voor technologie zit er diep ingebakken, maar is vaak zo irrationeel: bewerkt voedsel, daar willen we niets van weten, maar als we ziek worden, heeft niemand problemen met pillen slikken. Dan zijn we de medische wetenschap plots dankbaar voor een chemisch wonder als antibiotica.
Die vooruitgang qua gemak en tijdswinst dreigt nu teloor te gaan omdat de kookhype die ons al enkele jaren teistert vrouwen weer naar het aanrecht duwt. Er is niets mis met voorgeschilde aardappelen en versneden groenten uit een zakje, maar kijk, daar staan we weer met schil- en hakmes in de hand.
‘Je mag ook geen coffeeshops uitbaten in schoolbuurten of alcohol verkopen aan minderjarigen, dus waarom de lijn niet doortrekken en het aantal fastfoodrestaurants per vierkante kilometer beperken?’
Koken hoeft niet meer dan een hobby te zijn: leuk maar nergens voor nodig. Vergelijk het met een haardvuur: gezellig op een herfstavond maar niemand die eraan denkt om er zijn huis mee te verwarmen. Ga jij hout hakken, stapelen en te drogen leggen als je met een simpele druk op de knop de centrale verwarming kunt aanschakelen? Nee, tenzij je daar plezier uit haalt. Mannen gaan toch ook niet vissen om hun gezin van voedsel te voorzien?’
Dus ik hoef ook niet naar de biowinkel om mijn geweten rein te houden?
HERTZBERGER: Voor alle duidelijkheid: ik voer geen kruistocht tegen de bioteelt. Het lijkt me echter onwaarschijnlijk dat we met de huidige, soms religieuze manier waarop aan biolandbouw wordt gedaan – geen pesticides, geen ggo’s – aan onze voedingsbehoeften kunnen voldoen.
Schaalvergroting is altijd voordelig en sommige vormen van biolandbouw gaan daar tegenin – hun opbrengst per are ligt nu eenmaal lager. Minder rigide omspringen met zelfopgelegde regels zou een begin zijn, en omgekeerd kan de conventionele landbouw veel opsteken van de innovaties die uit bioteelt zijn voortgekomen, vooral op het vlak van alternatieve insectenbestrijding. Als ze elkaar de hand reiken en elkaar kruisbestuiven komen we al een heel eind.
Ook over het andere uiteinde van de keten heb ik zo mijn bedenkingen. Biowinkels als Marqt hebben volgens mij een gigantisch afvalprobleem: hun versafdeling is zo groot dat ze snel met bedorven voedsel kampen. Hoe ecologisch verantwoord is het vergroten van de afvalberg? Die winkels liggen vol met zogenoemde biosnacks: mueslirepen die tjokvol suikers zitten, vaak vermomd als honingextracten en ahornsiroop, maar het blijft wel suiker. Want daar schuilt het ware gevaar: het lijkt niet op een Snickers, maar het is even ongezond.
Om parallellen te trekken met onze herontdekte kookdrift: er is geen correlatie tussen zelf koken en gezonder leven. Ja, onze BMI is de afgelopen jaren gestegen, en diabetes type 2 begint een plaag te worden. We eten ons ziek. Dat ligt niet aan de bereidingswijze maar aan het feit dat we méér eten en drinken, en dan vooral ongezonde tussendoortjes en limonades. Kap daarmee en je verlengt je leven drastisch.
Een suikertaks is dus een goed idee?
HERTZBERGER: Zeker! Winkels als Marqt doen daar eigenlijk onbewust al aan omdat ze zo bespottelijk duur zijn en enkel de elite zich dat kan veroorloven. Maar de overheid moet veel strenger optreden tegen toegevoegde suikers en zouten. Ik pleit, in navolging van dokter Jaap Seidell, een overgewichtspecialist, voor een integrale aanpak: geen frisdrankautomaten in sportkantines en geen snoepwinkels in de buurt van scholen. Dat kun je netjes in een bestemmingsplan gieten. Je mag ook geen coffeeshops uitbaten in schoolbuurten of alcohol verkopen aan minderjarigen, dus waarom de lijn niet doortrekken en het aantal fastfoodrestaurants per vierkante kilometer beperken?
Als we even streng zijn op suiker en zout als op tabak en alcohol, dan zal ons dat op lange termijn heel wat kosten in de gezondheidszorg besparen. Niet populair? Pech.
Ode aan de E-nummers
Rosanne Hertzberger, Ambo Anthos, 264 blz., 19,99 euro
Boekenbeurs 2017
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier