Er is weinig politiek animo om telewerk al te zeer te verankeren in kaders. Bedrijven moeten de vrije keuze hebben om het te organiseren zoals zij dat het beste vinden. Dat bleek donderdag uit een debat bij werkgeversorganisatie VBO.
De maandenlange verplichting van telewerk door het coronavirus heeft veel bedrijven en werknemers aan het denken gezet. “Een verplichting is zeker niet voor herhaling vatbaar, maar elke crisis brengt ook opportuniteiten mee”, zei Vlaams minister van Werk Hilde Crevits (CD&V). “We gaan er in Vlaanderen enorme inspanningen voor leveren om telewerk een vaste plaats te geven.”
Crevits denkt onder meer aan begeleiding van de ondernemingen via de Werkbaarheidscheque. “Je moet er externe expertise bij halen, anders is de kans groot dat alles blijft zoals het is”, zei ze.
Toch willen de ministers niet naar een strikt kader. “Zelfs toen telewerk verplicht was, kon slechts 40 procent van de werknemers van thuis uit werken”, zei federaal minister van Werk Pierre-Yves Dermagne. Onder meer in de zorg en in de horeca is het geen optie. “We mogen die ongelijkheid niet nog vergroten. Het moet op vrijwillige basis gebeuren en passen in de HR-politiek van een bedrijf. Het zal wellicht een element worden om personeel aan te trekken”, aldus Dermagne.
Dat denkt ook Crevits. “Recht of plicht? Het zal zichzelf oplossen. Er is een enorme concurrentie om goed personeel aan te trekken. Een bedrijf dat geen ruimte geeft voor telewerk, zal zich uit de markt prijzen”, zei ze.
Ook voor de werknemers is echter een opdracht weggelegd. Zij zullen in de toekomst nog meer aandacht moeten besteden aan hun IT-vaardigheden. “Zeker bij onze werkzoekenden moeten we die vaardigheden fors opkrikken”, zei Bernard Clerfayt.
De Brusselse minister denkt niet dat het vele telewerk nefast zal zijn voor zijn stad. “Dit zal de stad transformeren, maar Brussel zal aangenamer worden om te leven. Ze zal mensen aantrekken voor andere zaken dan om te werken.” (Belga)