P. Kouwes – Daar schrik je toch van
De poëzie van P. Kouwes gaat over vuige seksualiteit en de gevoelloze dood. De toon is grimmig en onsympathiek. Lezen dus!
Nico Dijkshoorn (1960)
Was werkzaam in een bibliotheek toen zijn populaire columns over Big Brother door de redactie van Veronica werden opgemerkt. Prompt boden ze hem een baan aan, die hij aanvankelijk weigerde.
Een schoolvoorbeeld van iemand die faam verwierf dankzij het internet.
Schrijft voor een paar dagbladen columns, die hoofdzakelijk handelen over sport en media. Tevens huisdichter van het tv-programma De wereld draait doorop Nederland 3.
In februari 2009 verschijnt zijn debuutroman De tranen van Kuif den Dolder. Zijn ‘gedigten’ publiceert hij onder het pseudoniem P. Kouwes.
P. Kouwes – Daar schrik je toch van (De eerste duizend gedichten)
Uitgeverij: Nieuw Amsterdam, Amsterdam
Aantal pagina’s: 606
ISBN: 9789046804995
P. Kouwes is een spin-off van Nico Dijkshoorn. Als u de man niet kent, leer hem dan kennen middels een rondje surfen op het internet. Met zijn kalende hoofd en immer zorgelijke blik oogt Dijkshoorn als een geschiedenisleraar met een kanjer van een burn-out. In werkelijkheid is hij een onverschrokken, heerlijk tegendraadse columnist met een briljante pen, en daar draait het toch altijd om, om het loepzuivere schrijftalent.
Vergewist u zich zelf van ’s mans kunnen op de weblog van de Volkskrant, waar Dijkshoorn een sportcolumn heeft: VanafdeBank. Een paar citaten. Over Nederland-Rusland op het jongste EK voetbal: ‘De slechtste supporters ooit. Ik zag een wedstrijd lang domme beteuterde hoofden met oranje haar, omdat Nederland helemaal niet, zoals beloofd, met 6-0 voorkwam. Ik zag een handvol halfnaakte Russen, met heerlijk witte Oostblokbuiken, meer sfeer maken dan een oranje stadion vol.’
Over de Paralympics: ‘Ik moet iets bekennen. Ik kan nauwelijks kijken naar de Paralympische Spelen. Niet uit tijdgebrek maar omdat ik er niets aan vind. Het is sporten met een gebrek. En dat kijkt niet lekker. Zo, dat is eruit. Ik merk aan mijn versnelde ademhaling dat ik op een taboe ben gestuit.’
Nico Dijkshoorn hield zich jarenlang op in de schemerzone van de schrijverij, maar olie drijft onherroepelijk boven. In 1999 schreef hij op vrijwillige basis columns over het in die tijd spraakmakende tv-programma Big Brother.
Later publiceerde hij op de weblogs Retecool. com en GeenStijl.nl – u weet wel, het ‘shocklog’ dat heel erg pissig is op minister De Crem, omdat die zich in New York onbetamelijk heeft gedragen. Dankzij GeenStijl.nl maakte Dijks-hoorn furore als de dichter P. Kouwes.
‘Digter’ moet dat eigenlijk zijn, want Kouwes schrijft ‘gedigten’ en het enkelvoud van ‘gedigten’ is ‘de gedigt’. Als wederwoord op de commentaren die op de site werden gepost, schreef hij impulsief online ‘gedigten’ bij de vleet. De eerste 1000 zijn nu gebundeld in Daar schrik je toch van .
Dat schrikken is hoe je als lezer hoort te reageren bij het lezen van dit boek. Vooreerst is er de kaft. Die toont een vieze, half opgevreten meeneemmaaltijd. Dan de vorm: de gedichten zijn verticaal opgetrokken en bevatten hoofdletters noch interpunctie. Ze gaan over de ranzige kant van het leven, met bijzondere aandacht voor vuige seksualiteit en de gevoelloze dood. De toon is grimmig, anarchistisch en onsympathiek.
Het gaat nogal eens over Nederlandse namen, maar geen erg, we weten in Vlaanderen heus wel wie Sjaak Swart, Rob de Nijs en Rutger Hauer zijn. In de vloedgolf van korte versjes schieten de pareltjes in een ijltempo voorbij.
Enige ‘gedigten’ ter illustratie: ‘Dode meeuw op strand’: ‘ ja / uitsloven / met bochten en zo / en daar liggen / we dan ‘; daarop voortbordurend: ‘Dode meeuw in bos’: ‘ daar lig je dan / met een paddestoel / uit je buik / niet zo slim he / landinwaarts ‘; ‘Coverband’: ‘ het volgende / nummer / is ook / niet / van ons ‘; ‘Kinderboek Ayaan’: ‘ het geheim / van / de / verdwenen / klit ‘.
Dit is leptosome poëzie, waarbij de titel en het gedicht elkaar aanvullen en in evenwicht houden. Dit zijn cartoons van Kamagurka met alleen de tekstballonnen. Dit zijn aforismen die je niet gauw op tegeltjes boven de open haard zult zien hangen.
Wij zijn de dichtkunst bijzonder genegen, doch – eerlijk is eerlijk – er bestaat nu eenmaal ook poëzie die strontvervelend is. (‘Aankondiging’: ‘ en / dan / nu / een dichter / en daarna / weer / wat / leuks ‘) Daarom is zoiemand als P. Kouwes, ondanks de geur van verrotting die omheen zijn ‘gedigten’ hangt, een verademing, hoe vreemd dat ook moge klinken.
Philip Hoorne
Poëzie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier